Advanced User's Guide

Table Of Contents
Beveiligingsfuncties
13
2
Instelslot in-/uitschakelen 2
Als u een verkeerd wachtwoord invoert terwijl
u onderstaande instructies volgt, wordt op het
LCD-scherm Fout wachtwoord
weergegeven. Voer het juiste wachtwoord
opnieuw in.
Instelslot inschakelen
a Druk op MENU.
b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven.
Druk op Standaardinst..
c Druk op a of b om Beveiliging weer
te geven.
Druk op Beveiliging.
d Druk op Instelblokk..
e Druk op Slot UitiAan.
f Toets het opgeslagen viercijferige
beheerderswachtwoord in met behulp
van de toetsen op het Touchscreen.
Druk op OK.
Instelslot uitschakelen
a Druk op Instelblokk. op het LCD-
scherm.
b Toets het opgeslagen viercijferige
beheerderswachtwoord in met behulp
van de toetsen op het Touchscreen.
Druk op OK.
Beperken kiezen 2
Deze functie voorkomt dat gebruikers per
ongeluk een fax verzenden naar een
verkeerd nummer of een verkeerd nummer
bellen. U kunt de machine instellen op
beperkt kiezen via de kiestoetsen, de
ééntoetsnummers en snelkiesnummers.
Als u Uit kiest, beperkt de machine de kies
methode niet.
Als u # tweemaal kiest, vraagt de machine
u om het nummer opnieuw in te voeren en als
u hetzelfde nummer correct hebt ingevoerd,
begint de machine met kiezen. Als u het
verkeerde nummer invoert, wordt op het
LCD-scherm een foutmelding weergegeven.
Als u Aan kiest, beperkt de machine alle
faxverzendingen en uitgaande
telefoongesprekken voor die kiesmethode.
Beperking kiestoetsen 2
a Druk op MENU.
b Druk op a of b om Fax weer te geven.
Druk op Fax.
c Druk op a of b om Kiezen beperken
weer te geven.
Druk op Kiezen beperken.
d Druk op Cijfertoetsen.
e Druk op Uit, # tweemaal of Aan.
f Druk op Stop/Eindigen.