Network User's Guide
Table Of Contents
- NETWERKHANDLEIDING
- Definities van opmerkingen
- BELANGRIJKE OPMERKING
- Inhoudsopgave
- 1 Inleiding
- 2 De netwerkinstellingen van uw machine wijzigen
- 3 De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor MFC-9560CDW en MFC-9970CDW)
- Overzicht
- Schema, stap voor stap configureren van een draadloos netwerk
- Controleren welke netwerkomgeving u hebt
- Controleer welke installatiemethode voor draadloze netwerkomgeving u hebt
- Het menu WPS of AOSS™ van het bedieningspaneel gebruiken om de machine voor een draadloos netwerk te configureren (automatisch draadloos) (alleen infrastructuurmodus) (aanbevolen)
- Configureren met behulp van de installatiewizard op het bedieningspaneel om uw draadloze netwerkmachine te configureren
- Configureren met behulp van het installatieprogramma van Brother op de cd- rom om uw machine te configureren voor een draadloos netwerk
- Configureren met behulp van de PIN-methode van Wi-Fi Protected Setup om uw machine te configureren voor een draadloos netwerk (uitsluitend infrastructuurmodus)
- De machine voor een draadloos netwerk configureren (Voor infrastructuurmodus en ad-hocmodus)
- Het menu WPS of AOSS™ van het bedieningspaneel gebruiken om de machine voor een draadloos netwerk te configureren (automatisch draadloos)
- De installatiewizard van het bedieningspaneel gebruiken
- Uw machine configureren als de SSID niet wordt doorgegeven
- De machine voor een draadloos Enterprise-netwerk configureren
- Het installatieprogramma op de cd-rom gebruiken om de machine voor een draadloos netwerk te configureren
- De PIN-methode van Wi-Fi Protected Setup gebruiken
- 4 Draadloze configuratie met behulp van de installatietoepassing van Brother (Voor MFC-9560CDW en MFC-9970CDW)
- 5 Instellen via het bedieningspaneel
- Netwerkmenu
- TCP/IP
- Ethernet (alleen voor bedrade netwerken)
- Status (voor DCP-9055CDN, DCP-9270CDN, MFC-9460CDN en MFC-9465CDN)/Bedrade status (voor MFC-9560CDW en MFC-9970CDW)
- Inst. Wizard (alleen voor draadloze netwerken)
- WPS of AOSS™ (alleen voor draadloze netwerken)
- WPS w/PIN code (alleen voor draadloze netwerken)
- Status WLAN (alleen voor draadloze netwerken)
- MAC-adres
- Instellen op standaard (voor MFC-9560CDW en MFC-9970CDW)
- Bedraad activeren (voor MFC-9560CDW en MFC-9970CDW)
- WLAN activeren (voor MFC-9560CDW en MFC-9970CDW)
- E-mail/IFAX (MFC-9970CDW en DCP-9270CDN (alleen e-mail))
- Fax naar Server (voor MFC-9970CDW)
- Een nieuwe standaard instellen voor Scan naar FTP
- Een nieuwe standaard instellen voor Scan naar netwerk
- De netwerkinstellingen terugstellen op de fabrieksinstellingen
- De netwerkconfiguratielijst afdrukken
- Het WLAN-rapport afdrukken (voor MFC-9560CDW en MFC-9970CDW)
- Functietabel en standaardinstellingen
- Netwerkmenu
- 6 Beheer via een webbrowser
- Overzicht
- De instellingen van de machine configureren met Beheer via een webbrowser
- Wachtwoordinformatie
- Beveiligd functieslot 2.0
- Synchroniseren met SNTP-server
- Afdruklogboek op netwerk opslaan
- De configuratie van Scan naar FTP met een webbrowser wijzigen
- De configuratie van Scan naar netwerk met een webbrowser wijzigen
- De LDAP-configuratie met een webbrowser wijzigen (voor DCP-9270CDN en MFC-9970CDW)
- 7 LDAP-bediening (Voor DCP-9270CDN en MFC-9970CDW)
- 8 Internetfax (voor MFC-9970CDW)
- 9 Beveiligingsfuncties
- Overzicht
- Uw netwerkmachine veilig beheren met SSL/TLS
- Documenten veilig afdrukken met SSL/TLS
- E-mails veilig verzenden en ontvangen
- IEEE 802.1x-verificatie gebruiken
- Veilig beheer met BRAdmin Professional 3 (Windows®)
- Certificaten gebruiken ter beveiliging van de machine
- Meerdere certificaten beheren
- 10 Problemen oplossen
- Appendix A
- Index
- Verklarende woordenlijst Netwerk
- Inhoudsopgave
- 1 Typen netwerkverbindingen en protocollen
- 2 De machine configureren voor een netwerk
- 3 Terminologie en concepten voor draadloos netwerk
- 4 Bijkomende netwerkinstellingen van Windows®
- 5 Beveiligingsvoorschriften en -concepten
- Appendix A
- Services gebruiken
- Andere manieren om het IP-adres in te stellen (voor geavanceerde gebruikers en beheerders)
- DHCP gebruiken voor het configureren van het IP-adres
- RARP gebruiken voor het configureren van het IP-adres
- BOOTP gebruiken voor het configureren van het IP-adres
- APIPA gebruiken voor het configureren van het IP-adres
- ARP gebruiken voor het configureren van het IP-adres
- TELNET-console gebruiken voor het configureren van het IP-adres
- Index
Appendix A
23
A
BOOTP gebruiken voor het configureren van het IP-adres A
BOOTP is een alternatief voor RARP. Het voordeel van BOOTP is dat ook het subnetmasker en de gateway
geconfigureerd kunnen worden. Als u BOOTP wilt gebruiken voor het configureren van het IP-adres, moet
BOOTP op uw hostcomputer geïnstalleerd en geactiveerd zijn (het moet in het bestand /etc/services op
uw host als een echte service verschijnen; voer man bootpd in of raadpleeg de met uw systeem
meegeleverde documentatie voor meer informatie). BOOTP wordt meestal opgestart via het bestand
/etc/inetd.conf en u kunt dit activeren door "#" te verwijderen dat in dit bestand voor de ingang bootp
staat. Een typische bootp-ingang in het bestand /etc/inetd.conf kan er bijvoorbeeld als volgt uitzien:
#bootp dgram udp wait /usr/etc/bootpd bootpd -i
Afhankelijk van het systeem kan deze ingang "bootps" heten in plaats van "bootp".
Opmerking
Voor het activeren van BOOTP gebruikt u een tekstverwerkingsprogramma om "#" te verwijderen (staat
er geen "#", dan is BOOTP reeds geactiveerd). Bewerk nu het BOOTP-configuratiebestand (doorgaans
/etc/bootptab) en voer de naam in, het netwerktype (1 voor Ethernet), MAC-adres (ethernetadres) en
het IP-adres, het subnetmasker en de toegangspoort van de afdrukserver. Helaas kan de indeling van
deze gegevens afwijken, en het is derhalve zaak dat u de met uw systeem meegeleverde documentatie
raadpleegt om te zien hoe u deze informatie invoert (vele UNIX-systemen hebben templates in het
bestand bootptab die u als voorbeeld kunt gebruiken). Enkele voorbeelden van een doorsnee
/etc/bootptab ingang zijn: ("BRN" hieronder moet u voor een draadloos netwerk vervangen door
"BRW".)
BRN310107 1 00:80:77:31:01:07 192.168.1.2
en:
BRN310107:ht=ethernet:ha=008077310107:\ip=192.168.1.2:
Bepaalde implementaties van BOOTP-hostsoftware reageren alleen op BOOTP-verzoeken als u in het
configuratiebestand een download-bestandsnaam hebt opgenomen. In dat geval maakt u gewoon een leeg
bestand op de host en specificeert u de bestandsnaam en zijn pad in het configuratiebestand.
Net als bij RARP, zal de afdrukserver zijn IP-adres bij de BOOTP-server opvragen zodra de machine wordt
aangezet.
APIPA gebruiken voor het configureren van het IP-adres A
De afdrukserver van Brother ondersteunt het APIPA-protocol (Automatic Private IP Addressing). Met APIPA
zullen DHCP-clients automatisch een IP-adres en subnetmasker configureren als er geen DHCP-server
beschikbaar is. Het apparaat kiest een eigen IP-adres van 169.254.1.0 t/m 169.254.254.255. Het
subnetmasker wordt automatisch ingesteld op 255.255.0.0 en het gateway-adres wordt ingesteld op 0.0.0.0.
Standaard is het APIPA-protocol ingeschakeld. Als u het APIPA-protocol wilt uitschakelen, kunt u dit via het
bedieningspaneel van de machine doen (voor LCD-modellen), via BRAdmin Light of via Beheer via een
webbrowser.