Software User's Guide

Table Of Contents
Netwerkscannen
229
13
Scannen naar Afbeelding 13
Wanneer u Scannen naar afbeelding selecteert, wordt uw document gescand en direct naar de computer
verzonden die u in het netwerk hebt ingesteld. ControlCenter4 of ControlCenter2 activeert het grafische
standaardprogramma op de ingestelde computer.
a Plaats uw document.
b Druk op (SCAN).
c Druk op a of b om Scannen > pc te selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Afbeelding te selecteren.
Druk op OK.
Als uw machine Duplex Scan niet ondersteunt, gaat u naar stap f.
Als uw machine Duplex Scan ondersteunt, gaat u naar stap e.
e Druk op a of b om 1-zijdig, 2zijdig (L)rand of 2zijdig (S)rand te selecteren.
Druk op OK.
f Druk op a of b om de gewenste computer te selecteren waarheen u wilt zenden.
Druk op OK.
Wanneer u via het LCD-scherm wordt gevraagd om een pincode in te voeren, voert u via het
bedieningspaneel de 4 cijfers van de pincode voor de betreffende computer in.
Druk op OK.
g Druk op Mono Start of Kleur Start.
De machine begint met scannen.
Voor Touchscreen modellen 13
a Plaats uw document.
b Druk op (SCAN).
c Druk op Scan naar pc.
d Druk op Beeld.
e Druk op a of b om de gewenste computer te selecteren waarheen u wilt zenden.
Druk op OK.
Wanneer u via het LCD-scherm wordt gevraagd om een pincode in te voeren, voert u via het
bedieningspaneel de 4 cijfers van de pincode voor de betreffende computer in.
Druk op OK.
f Ga op een van de volgende manieren te werk:
Als u de duplexinstelling wilt wijzigen, drukt u op Duplex scannen en vervolgens op Uit,
DuplexScan : lange zijde of DuplexScan : korte zijde. Ga naar stap g.
Om het scannen te starten zonder bijkomende instellingen te wijzigen, gaat u naar stap g.