SOFTWAREHANDLEIDING Voor gebruikers van een DCP-model: deze documentatie is bedoeld voor zowel MFC- als DCP-modellen. Als in deze gebruikershandleiding wordt verwezen naar 'MFC', kunt u 'MFC' lezen als 'DCP'. De namen van toetsen op het bedieningspaneel en berichten in het LCD-scherm voor België worden tussen haakjes weergegeven. Niet alle modellen zijn in alle landen verkrijgbaar.
Inhoudsopgave Paragraaf I 1 Afdrukken Windows® 2 De Brother-printerdriver gebruiken .......................................................................................................... 2 Functies ................................................................................................................................................... 3 Het juiste type papier kiezen ....................................................................................................................
Een document scannen met de WIA-driver (Windows® XP/Windows Vista®/Windows® 7) .................. 42 WIA-compatibel ............................................................................................................................... 42 Een document naar de pc scannen ................................................................................................. 42 Vooraf scannen en een gedeelte bijsnijden via de glasplaat ...........................................................
INSTELLINGEN APPARAAT ................................................................................................................. 83 Remote Setup (Niet beschikbaar voor DCP-modellen, MFC-J220, MFC-J265W, MFC-J410 en MFC-J415W) ............................................................................................................................... 84 Quick-Dial (Niet beschikbaar voor DCP-modellen, MFC-J220, MFC-J265W, MFC-J410 en MFC-J415W) ........................................................
Paragraaf II 8 Apple Macintosh Afdrukken en faxen 120 Uw Macintosh instellen ........................................................................................................................ 120 Het juiste type papier kiezen ................................................................................................................ 120 Gelijktijdig afdrukken, scannen en faxen .......................................................................................
10 ControlCenter2 155 ControlCenter2 gebruiken .................................................................................................................... 155 Automatisch laden uitschakelen .................................................................................................... 156 SCANNEN ........................................................................................................................................... 157 Bestandstypen .......................................
13 Netwerkscannen (Voor modellen met ingebouwde netwerkondersteuning) 188 Voordat u netwerkscannen gebruikt .................................................................................................... 188 Netwerklicentie (Windows®) .......................................................................................................... 188 Netwerkscannen configureren voor Windows® .............................................................................
Paragraaf I ® Windows Afdrukken Scannen ControlCenter3 Remote Setup (Niet beschikbaar voor DCP-modellen, MFC-J220, MFC-J265W, MFC-J410 en MFC-J415W) Brother PC-FAX-software (Alleen MFC-modellen) PhotoCapture Center™ Firewall-instellingen (voor netwerkgebruikers) 2 35 55 86 88 107 110
1 Afdrukken 1 Opmerking • De schermen in dit gedeelte zijn afkomstig uit Windows® XP. De schermen op uw pc kunnen hiervan afwijken, afhankelijk van uw besturingssysteem. • Als uw pc wordt beschermd door een firewall en u niet via het netwerk kunt afdrukken of scannen, of via de pc kunt faxen, moet u mogelijk de instellingen van de firewall aanpassen. Als u de Windows®-firewall gebruikt en MFL-Pro Suite vanaf de cd-rom hebt geïnstalleerd, zijn de benodigde firewall-instellingen al ingevoerd.
Afdrukken Functies 1 Dit apparaat beschikt over een groot aantal voorzieningen voor een inkjetprinter van hoge kwaliteit. Schitterende uitvoer van hoge kwaliteit Afdrukken tot 1.200 × 6.000 dpi op glanspapier voor de hoogst mogelijke resolutie. (Zie Resolutie in het gedeelte Specificaties van de Beknopte gebruikershandleiding.) De printerdriver ondersteunt N op 1, het afdrukken van watermerken, technologie voor kleurverbetering en nog veel meer functies.
Afdrukken Status Monitor Het hulpprogramma Status Monitor is een softwareprogramma dat u zelf kunt configureren en waarmee u de status van een of meer apparaten kunt controleren. U kunt hiermee onmiddellijk op de hoogte worden gesteld van foutmeldingen, bijvoorbeeld wanneer het papier op is, het papier is vastgelopen of de inkt moet worden vervangen.
Afdrukken De status van de machine controleren 1 Het pictogram Brother Status Monitor wordt automatisch op de taakbalk weergegeven zodra de pc wordt gestart. Een groen pictogram geeft aan dat het apparaat stand-by staat. Een geel pictogram duidt op een waarschuwing. Een rood pictogram geeft aan dat er een fout is opgetreden. Er zijn twee locaties waar u de Brother Status Monitor kunt weergeven op uw pc: in de taakbalk of op het bureaublad.
Afdrukken Instellingen van de printerdriver 1 Als u via uw pc afdrukt, kunt u de volgende printerinstellingen wijzigen: Mediatype/Kwaliteit (Snelheid) Papierformaat Pagina Layout Kleurinstellingen Scaling Watermerk gebruiken Datum & tijd afdrukken De instellingen van de printerdriver weergeven a b Klik in het menu Bestand van uw toepassing op Afdrukken. Kies Brother MFC-XXXX Printer (waarbij XXXX de naam is van uw model) en klik op Voorkeursinstellingen.
Afdrukken Opmerking Schakel Langzaam drogend papier in wanneer u afdrukt op normaal papier waarop de inkt langzaam droogt. Tekst kan enigszins vervagen met deze instelling. b Kies Zonder marges, Papierformaat, Kleurmodus, Afdrukstand, Aantal en de paginavolgorde, Omgekeerde volgorde, Pagina Layout, Paginavolgorde, Rand (indien aanwezig) (2). c Klik op OK (4) om de door u geselecteerde instellingen toe te passen.
Afdrukken Snel normaal Betere afdrukkwaliteit dan met de modus Snel en een hogere afdruksnelheid dan met Normaal. 1 Snel De snelste afdrukmodus en het laagste inktgebruik. Gebruik deze modus voor het afdrukken van grote documenten of voor proefversies van documenten.
Afdrukken Kleurmodus 1 De kleur wordt aangepast om zo goed mogelijk overeen te komen met de kleur op de pc-monitor. Natuurlijk: Gebruik deze optie voor foto's. De kleur wordt aangepast om meer natuurlijke kleuren af te drukken. Levendig: Gebruik deze optie voor zakelijke afbeeldingen, zoals diagrammen, grafische afbeeldingen en tekst. De kleur wordt aangepast om levendigere kleuren af te drukken. Pagina Layout Bij Pagina Layout kunt u de opties N op 1 of 1 op N kiezen.
Afdrukken Aantal 1 Met Aantal stelt u het aantal exemplaren in dat moet worden afgedrukt (1 tot en met 999). Sorteren Als het selectievakje Sorteren is geselecteerd, wordt eerst een volledig exemplaar van het document afgedrukt en dit wordt vervolgens herhaald voor het gekozen aantal exemplaren. Als Sorteren niet is aangevinkt, wordt telkens het gekozen aantal exemplaren van dezelfde pagina afgedrukt voordat de volgende pagina van het document wordt afgedrukt.
Afdrukken Het tabblad Geavanceerd 1 1 2 3 4 5 6 7 8 a b Kies de gewenste instelling voor Kleur / Grijstinten (1). c Kies de gewenste instelling voor Scaling (3). Kies Inktbespaarstand voor een zuiniger inktverbruik (2). (Voor DCP-J515W, DCP-J715W en MFC-J615W) Kies Uit als u het document wilt afdrukken zoals het op het scherm wordt weergegeven. Selecteer Aanpassen aan papierformaat om zelf de documentgrootte aan te passen aan het papierformaat. Kies Vrij als u het formaat wilt verkleinen.
Afdrukken e f g U kunt een logo of tekst als een watermerk afdrukken op uw document (5). U kunt één van de voorgeprogrammeerde watermerken selecteren of een zelfgemaakt bitmap-bestand of tekstbestand gebruiken. 1 Klik op Andere afdrukopties om verdere afdrukfuncties (6) in te stellen. Klik op OK om de door u geselecteerde instellingen toe te passen. Om terug te gaan naar de standaardinstellingen, klikt u op Standaard (7) en vervolgens op OK (8).
Afdrukken Kleurinstellingen 1 Klik op de knop Kleurinstellingen om opties voor geavanceerde afdrukinstellingen weer te geven. Kleur verbetering Met deze functie wordt de afbeelding geanalyseerd om de scherpte, de witbalans en de kleurinstelling te verbeteren. Dit proces kan enkele minuten duren, afhankelijk van de grootte van de afbeelding en de specificaties van uw PC.
Afdrukken Kleurinstelling Hiermee kunt u de totale hoeveelheid kleur in de afbeelding aanpassen. U kunt de hoeveelheid kleur in een afbeelding verhogen of verlagen om een vage of zwakke afbeelding te verbeteren. Witbalans Hiermee kunt u de tint van de witte gebieden van een afbeelding aanpassen. De belichting, camerainstellingen en andere factoren zijn van invloed op de weergave van wit. De witte gebieden van een foto kunnen enigszins roze of gelig zijn, of een andere kleur hebben.
Afdrukken Inktbespaarstand (Voor DCP-J515W, DCP-J715W en MFC-J615W) Als u Inktbespaarstand kiest, worden de randen van afbeeldingen geaccentueerd terwijl de kleuren lichter worden afgedrukt. De hoeveelheid inkt die wordt bespaard, is afhankelijk van het type document dat u afdrukt. In de Inktbespaarstand kunnen uw afdrukken er anders uitzien als op uw computerscherm. Inktspaarmodus: Uit Inktspaarmodus: Aan Watermerk gebruiken U kunt een logo of tekst als een watermerk afdrukken op uw document.
Afdrukken Watermerkinstellingen 1 Klik op de knop Watermerkinstellingen om de instellingen voor het watermerk te wijzigen. U kunt een watermerk kiezen en daarvan de grootte en de positie op de pagina wijzigen. Als u een nieuw watermerk wilt toevoegen, klikt u op de knop Nieuw en kiest u vervolgens Tekst gebruiken of Bitmapbestand gebruiken.
Afdrukken Positie Gebruik deze instelling als u de positie van het watermerk op de pagina wilt bepalen. 1 Transparant Selecteer Transparant als u de watermerkafbeelding op de achtergrond van het document wilt afdrukken. Als deze optie niet is aangevinkt, wordt het watermerk boven op het document afgedrukt. In contourtekst Selecteer In contourtekst als u alleen een contour van het watermerk wilt afdrukken. Titel Kies VERTROUWELIJK, AANTAL of CONCEPT als titel of typ een andere titel in het veld.
Afdrukken Andere afdrukopties 1 Klik op de knop Andere afdrukopties om verdere afdrukopties in te stellen: Opmerking De vensters die in dit gedeelte worden weergegeven zijn afhankelijk van uw machine.
Afdrukken Datum & tijd afdrukken Wanneer de functie Datum & tijd afdrukken is ingeschakeld, worden de datum en tijd van de systeemklok van uw pc op het document afgedrukt. Schakel het selectievakje Datum & tijd afdrukken in om de Datum, Tijd, het Lettertype en de positie te wijzigen. Als u een achtergrond wilt gebruiken bij de Datum en Tijd, kiest u Opaak. Wanneer Opaak is geselecteerd, kunt u op de knop Kleur klikken om de kleur van de achtergrond van de Datum en Tijd te wijzigen.
Afdrukken Help Fotopapierlade (Voor DCP-J515W, DCP-J715W en MFC-J615W) Stel Help Fotopapierlade in op Aan om de helpinformatie weer te geven over het gebruik van de fotopapierlade als u Foto, Foto L of Briefkaart 1 hebt geselecteerd.
Afdrukken Overdrachtsmodus wijzigen Bij Overdrachtsmodus wijzigen kunt u opgeven op welke wijze afdrukgegevens naar de printer worden overgedragen om de afdrukkwaliteit of afdruksnelheid te verbeteren. 1 Aanbevolen instelling Kies Aanbevolen instelling voor algemeen gebruik. Betere afdrukkwaliteit Kies Betere afdrukkwaliteit voor een betere afdrukkwaliteit. De afdruksnelheid kan hierdoor enigszins afnemen, afhankelijk van de afdrukgegevens.
Afdrukken Geavanceerde kleurinstellingen U kunt Halftoon patroon en Pas op monitor aan selecteren voor extra aanpassing van de kleur. 1 Halftoon patroon Het apparaat kan twee methoden (Diffusie of Dither) gebruiken om stippen te rangschikken voor de weergave van halftonen. Er zijn verschillende vooraf gedefinieerde patronen en u kunt kiezen welk patroon u wilt gebruiken voor uw document. • Diffusie Punten worden willekeurig geplaatst om de halftonen te maken.
Afdrukken Afdrukvolgorde U kunt Alle pagina’s afdrukken, Oneven pagina’s afdrukken of Even pagina’s afdrukken kiezen. 1 Alle pagina’s afdrukken Hiermee kunt u alle pagina's afdrukken. Oneven pagina’s afdrukken Hiermee drukt u alleen de oneven pagina's af. Even pagina’s afdrukken Hiermee drukt u alleen de even pagina's af. Opmerking • Als u Oneven pagina’s afdrukken of Even pagina’s afdrukken instelt, wordt de afdruksnelheid langzamer.
Afdrukken Afdrukken aan beide zijden van het papier Hieronder wordt stapsgewijs uitgelegd hoe u kunt afdrukken aan beide zijden van het papier met behulp van de opties Oneven pagina's afdrukken en Even pagina's afdrukken.
Afdrukken Richtlijnen voor dubbelzijdig afdrukken Dun papier kan mogelijk kreukelen. 1 Als het papier gekruld is, strijkt u het glad en plaats u het terug in de papierlade. Als het papier niet goed wordt ingevoerd, is het mogelijk gekruld. Verwijder het papier en strijk het glad.
Afdrukken Ondersteuning In het venster Ondersteuning wordt informatie weergegeven over de versie en de instellingen van de driver. Hier vindt u ook koppelingen naar de website Brother Solutions Center en de Website Originele Verbruiksartikelen.
Afdrukken 1 Brother Solutions Center Het Brother Solutions Center is een website waar u informatie vindt over uw Brother-product, zoals FAQ's (veelgestelde vragen), gebruikershandleidingen, driver-updates en tips voor het gebruik van uw apparaat. Website Originele Verbruiksartikelen De Website Originele Verbruiksartikelen biedt informatie over originele verbruiksartikelen van Brother.
Afdrukken Foto's afdrukken met FaceFilter Studio van REALLUSION FaceFilter Studio is een gebruiksvriendelijke toepassing voor het afdrukken van foto's zonder rand. U kunt met FaceFilter Studio ook uw fotogegevens bewerken. U kunt foto-effecten toevoegen, zoals reductie van rode ogen of verbetering van huidtint. Als u FaceFilter Studio wilt gebruiken, moet u de toepassing FaceFilter Studio installeren vanaf de cd-rom die met uw apparaat is meegeleverd.
Afdrukken FaceFilter Studio starten terwijl uw Brother-apparaat is ingeschakeld 1 a Wanneer u FaceFilter Studio de eerste keer start en het Brother-apparaat is ingeschakeld en is aangesloten op uw computer, wordt het Brother-apparaat automatisch gedetecteerd door FaceFilter Studio. b Nadat u op Doorgaan hebt geklikt in stap a, wordt het volgende scherm weergegeven. FaceFilter Studio is nu klaar voor gebruik met volledige functionaliteit.
Afdrukken FaceFilter Studio starten wanneer uw Brother-apparaat is uitgeschakeld 1 a Wanneer u FaceFilter Studio de eerste keer start, wordt het volgende scherm weergegeven als uw Brother-apparaat is uitgeschakeld of niet is aangesloten op de computer. b Klik op Detecteren in stap a. Het volgende scherm wordt dan weergegeven. Schakel het Brother-apparaat in, controleer of het is aangesloten op uw computer en klik vervolgens op Ja.
Afdrukken e Nadat u in stap d op het vinkje hebt geklikt, wordt FaceFilter Studio met beperkte functionaliteit gestart. Het pictogram Afdrukken bovenaan wordt dan grijs weergegeven en u kunt de functie Afdrukken niet gebruiken. Opmerking • Wanneer FaceFilter Studio met beperkte functionaliteit wordt gestart, wordt het beeldbestand met een watermerk opgeslagen.
Afdrukken b Klik op het pictogram Afdrukken in de bovenste menubalk om naar het afdrukscherm te gaan. 1 c Klik op het pictogram Afdrukken aan de linkerkant om het dialoogvenster met afdrukinstellingen te openen. d Kies Papierformaat, Papierbron, Afdrukstand, Aantal, Schaal en Afdrukgebied. Opmerking Als u een foto zonder rand wilt afdrukken, kiest u Paginavullende foto bij Schaal en papier zonder marges bij Papierformaat.
Afdrukken e Klik op Afdrukinstellingen en kies uw Brother-apparaat. Klik op OK. 1 Opmerking Als u fotopapier wilt gebruiken, klikt u op Eigenschappen en geeft u in het dialoogvenster van de printerdriver de gewenste waarden op bij Mediatype en Kwaliteit. f Klik op Afdrukken in het dialoogvenster met afdrukinstellingen om de foto af te drukken. Automatisch portret Met de functie Automatisch portret worden gezichten in de foto gedetecteerd en wordt de helderheid van de huidtint automatisch aangepast.
Afdrukken Lijst met uitdrukkingen afdrukken U kunt in FaceFilter Studio een gezichtsuitdrukking aanpassen door er een sjabloon op toe te passen of door de uitdrukking handmatig aan te passen. In de stap Uitdrukking selecteren kunt u de gewenste lijst met uitdrukkingen bekijken of afdrukken. De installatie van FaceFilter Studio ongedaan maken Als u de installatie van FaceFilter Studio ongedaan wilt maken, kiest u start/Alle programma’s/Reallusion/ FaceFilter Studio/FaceFilter Studio verwijderen.
2 Scannen De scanfuncties en de drivers die worden gebruikt verschillen, afhankelijk van het besturingssysteem dat u gebruikt. Het apparaat gebruikt een TWAIN-compatibele driver voor het scannen van documenten vanuit uw applicaties. (Windows® XP/Windows Vista®/Windows® 7) Er zijn twee scannerdrivers geïnstalleerd.
Scannen Opmerking • Afhankelijk van uw model is ScanSoft™ PaperPort™11SE mogelijk niet beschikbaar. Gebruik andere softwaretoepassingen om te scannen als dit het geval is. • De scaninstructies in deze handleiding zijn bedoeld voor gebruikers van ScanSoft™ PaperPort™11SE. De stappen voor het scannen kunnen variëren bij het gebruik van andere softwaretoepassingen. c Klik op Bestand en vervolgens op Scannen of foto ophalen. U kunt ook op de knop Scannen of foto ophalen klikken.
Scannen i Klik op Starten. Nadat het scannen is voltooid, klikt u op Annuleren om terug te keren naar het venster PaperPort™11SE. Opmerking Als u een documentgrootte hebt gekozen, kunt u het te scannen gedeelte bijsnijden door er met de linkermuisknop op te klikken en het te verslepen. Dit is nodig wanneer u tijdens het scannen een deel van het beeld wilt bijsnijden.
Scannen d Klik op de linkermuisknop en houd deze ingedrukt, en sleep de muis over het gedeelte dat u wilt scannen. 2 1 1 Te scannen gedeelte Opmerking Als u het beeld vergroot door middel van het pictogram , dan kunt u het pictogram gebruiken om het beeld weer naar de oorspronkelijke grootte terug te brengen. e Laad het document opnieuw. Opmerking Sla deze stap over als u het document op de glasplaat hebt geplaatst in stap a. f Klik op Starten.
Scannen Resolutie U kunt een scanresolutie selecteren in de keuzelijst Resolutie. Hogere resoluties nemen meer geheugen in beslag en vergen meer overdrachtstijd, maar leveren een preciezer gescand beeld. In onderstaande tabel wordt aangegeven welke resoluties u kunt selecteren en welke kleuren beschikbaar zijn.
Scannen Helderheid Stel de instelling voor helderheid bij (-50 tot 50) tot u het beste resultaat krijgt. De standaard ingestelde waarde is 0, wat als een ‘gemiddelde’ wordt beschouwd en meestal voor algemene beelden geschikt is. U kunt de Helderheid instellen door de schuifbalk naar rechts of naar links te slepen om het beeld lichter of donkerder te maken. U kunt ook een waarde in het vakje invoeren om het niveau in te stellen.
Scannen Foto 2L 13 x 18 cm (5 x 7 in) Briefkaart 100 x 148 mm (3.9 x 5.8 in) Briefkaart 2 (dubbel) 148 x 200 mm (5.8 x 7.9 in) Afwijkende 2 Als u als formaat Afwijkende selecteert, verschijnt het dialoogvenster Afwijkend document grootte. U kunt “mm” of “inch” kiezen als eenheid voor Breedte en Hoogte. Opmerking Het door u gespecificeerde papierformaat wordt op het scherm weergegeven. • Breedte: toont de breedte van het te scannen gedeelte. • Hoogte: toont de hoogte van het te scannen gedeelte.
Scannen Een document scannen met de WIA-driver (Windows® XP/Windows Vista®/Windows® 7) WIA-compatibel 2 Bij gebruik van Windows® XP/Windows Vista®/Windows® 7 kunt u Windows® Image Acquisition (WIA) gebruiken om afbeeldingen te scannen. U kunt afbeeldingen rechtstreeks naar de PaperPort™11SE-viewer scannen die door Brother bij uw machine is geleverd, of u kunt afbeeldingen rechtstreeks naar een andere applicatie scannen die WIA of TWAIN ondersteunt.
Scannen h Kies, indien nodig, de volgende instellingen in het dialoogvenster voor het instellen van de scanner: 1 2 2 3 4 1 Papierinvoer 2 Type afbeelding 3 De kwaliteit van de gescande foto aanpassen 4 Paginaformaat i Selecteer Documentinvoer of Flatbed in de keuzelijst Papierinvoer (1). Opmerking Als uw apparaat niet over een ADF (Automatische documentinvoer) beschikt, hoeft u niets op te geven bij Documentinvoer. j k l Selecteer het type afbeelding (2).
Scannen Opmerking De scanresolutie kan standaard op maximaal 1.200 dpi worden ingesteld. Gebruik de Scanner Toepassing als u met een hogere resolutie wilt scannen. (Zie Scanner Toepassing op pagina 45.) m 2 Klik in het scandialoogvenster op de knop Scannen. De machine begint het document te scannen. Vooraf scannen en een gedeelte bijsnijden via de glasplaat De knop Voorbeeld wordt gebruikt om een voorbeeld van een beeld te bekijken, zodat u alle ongewenste delen kunt bijsnijden.
Scannen e Klik op de linkermuisknop en houd deze ingedrukt, en sleep de muis over het gedeelte dat u wilt scannen. 2 f Als u geavanceerde instellingen wilt instellen, klikt u op De kwaliteit van de gescande foto aanpassen (3). U kunt Helderheid, Contrast, Resolutie en Type afbeelding kiezen uit het menu Geavanceerde eigenschappen. Klik op OK nadat u de instellingen hebt gekozen. g Klik in het scandialoogvenster op de knop Scannen. De machine begint het document te scannen.
Scannen Het hulpprogramma uitvoeren Als u dit hulpprogramma wilt gebruiken, klikt u op Scanner Toepassing in start/Alle programma’s/ Brother/MFC-XXXX (waarbij XXXX de naam van uw model is)/Instellingen Scanner/Scanner Toepassing. De schermen op uw pc kunnen hiervan afwijken, afhankelijk van uw besturingssysteem of het model van uw apparaat. Opmerking (Windows Vista® en Windows® 7) Als het venster Gebruikersaccountbeheer verschijnt, voert u de volgende stappen uit.
Scannen Een document scannen met de WIA-driver (Windows Photo Gallery en Windows Fax & Scan) Een document naar de pc scannen 2 U kunt op twee manieren een hele pagina scannen. U kunt de ADF (automatische documenttoevoer) of de glasplaat gebruiken. Wanneer u een deel van een pagina wilt scannen en vervolgens wilt bijsnijden nadat u het document snel vooraf hebt gescand, moet u de glasplaat gebruiken. (Zie Vooraf scannen en een gedeelte bijsnijden via de glasplaat op pagina 49.) a b c Plaats uw document.
Scannen f Kies, indien nodig, de volgende instellingen in het dialoogvenster voor het instellen van de scanner: 1 2 3 2 4 5 6 7 8 1 Profiel 2 Bron 3 Papierformaat 4 Kleurenindeling 5 Bestandstype 6 Resolutie 7 Helderheid 8 Contrast Opmerking De scanresolutie kan standaard op maximaal 1.200 dpi worden ingesteld. Gebruik de Scanner Toepassing als u met een hogere resolutie wilt scannen. (Zie Scanner Toepassing op pagina 45.) g Klik in het scandialoogvenster op de knop Zoeken.
Scannen Vooraf scannen en een gedeelte bijsnijden via de glasplaat De toets Voorbeeld wordt gebruikt om een voorbeeld van een beeld te bekijken, zodat u alle ongewenste delen kunt bijsnijden. Wanneer u tevreden bent met het getoonde voorbeeld, klikt u op de knop Zoeken in het scandialoogvenster om het beeld te scannen. a b c Volg de stappen a tot en met e in het gedeelte Een document naar de pc scannen op pagina 47. Leg het document met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
Scannen e Klik op de linkermuisknop en houd deze ingedrukt, en sleep de muis over het gedeelte dat u wilt scannen. 2 f Klik in het scandialoogvenster op de knop Zoeken. De machine begint het document te scannen. Nu wordt alleen het geselecteerde gedeelte van het document weergegeven in het venster van uw toepassing.
Scannen ScanSoft™ PaperPort™11SE met OCR van NUANCE™ gebruiken (niet beschikbaar voor DCP-J125, DCP-J315W, DCP-J515W, MFC-J220 en MFC-J265W) 2 Opmerking ScanSoft™ PaperPort™11SE biedt alleen ondersteuning voor Windows® 2000 (SP4 of hoger) of XP (SP2 of hoger), XP Professional x64 Edition, Windows Vista® en Windows® 7. ScanSoft™ PaperPort™11SE voor Brother is een toepassing voor het beheren van documenten. U kunt PaperPort™11SE gebruiken om gescande documenten te bekijken.
Scannen Items bekijken Met ScanSoft™ PaperPort™11SE kunnen items op diverse manieren bekeken worden: Bureaublad beeld toont het item in de gekozen map met een miniatuurweergave (een kleine grafische afbeelding die ieder item in een bureaublad of map toont) of met een pictogram. 2 Er worden zowel PaperPort™11SE-items (MAX-bestanden) weergegeven, maar ook andere items die niet in PaperPort™11SE zijn gemaakt (bestanden die in andere toepassingen zijn gemaakt). Alle grafische bestanden (PaperPort™11SE's *.
Scannen Uw items in mappen rangschikken PaperPort™11SE bevat een gebruikersvriendelijk systeem voor het archiveren en ordenen van uw items. Het beheersysteem bestaat uit mappen en items die u kunt selecteren en in Bureaublad beeld kunt bekijken. Een item kan een PaperPort™11SE-item of een niet-PaperPort™11SE-item zijn: Mappen worden in de mapweergave gerangschikt in een ‘boom’-structuur. U gebruikt dit venster om mappen te selecteren en om items in Bureaublad beeld te bekijken.
Scannen Items uit andere toepassingen importeren U kunt items scannen, maar u kunt items ook op andere manieren naar PaperPort™11SE overbrengen en in PaperPort™11SE-bestanden (MAX-bestanden) omzetten: Vanuit een andere toepassing, zoals Microsoft® Excel®, afdrukken naar het Bureaublad beeld. 2 Importbestanden die in andere bestandsformaten zijn opgeslagen, zoals Windows® Bitmap (BMP) of Tag Image File Format (TIFF).
3 ControlCenter3 Opmerking • De beschikbare functies in ControlCenter3 kunnen variëren al naargelang het modelnummer van uw machine. • Als uw pc wordt beschermd door een firewall en u de functies van ControlCenter3 niet kunt gebruiken, moet u wellicht de instellingen van de firewall aanpassen. Als u Windows® Firewall gebruikt en MFL-Pro Suite vanaf de cd-rom hebt geïnstalleerd, zijn de benodigde firewall-instellingen al ingevoerd.
ControlCenter3 Modern 7 8 1, 2 3 4 3 5 6 Klassiek 7 8 1 2 3 4 5 6 Opmerking • Om een ander aangesloten model te kunnen kiezen uit de keuzelijst Model, is het nodig dat de MFL-Pro Suite-software voor dat model op uw pc is geïnstalleerd. • Voor de gebruikersinterface Modern dient u Adobe® Flash® Player 8 of hoger te installeren. Indien u niet beschikt over Flash® Player 8 of hoger, wordt u gevraagd om de meest recente Flash® Player te downloaden.
ControlCenter3 De gebruikersinterface kiezen U kunt voor ControlCenter3 kiezen tussen de gebruikersinterface Modern of Klassiek. a Om van gebruikersinterface te veranderen, klikt u op de knop Configuratie en selecteert u INSTELLING en vervolgens SELECTEER LAAG. b In het dialoogvenster SELECTEER LAAG, kunt u de gebruikersinterface van uw keuze selecteren. 3 De automatische startfunctie uitschakelen Als u ControlCenter3 via het menu Start hebt gestart, verschijnt het pictogram op de taakbalk.
ControlCenter3 SCANNEN Er zijn vier scanopties: Scannen naar Afbeelding, Scannen naar OCR, Scannen naar E-mail en Scannen naar Bestand. Afbeelding (Standaard: Microsoft® Paint) Hiermee kunt u een pagina rechtstreeks naar een grafische viewer/bewerkingstoepassing scannen. U kunt selecteren naar welke toepassing de scan wordt overgebracht, zoals Microsoft® Paint, Corel® Paint Shop Pro®, Adobe® PhotoShop®, of een andere beeldbewerkingstoepassing op uw pc.
ControlCenter3 Opmerking U kunt de toets SCAN van uw apparaat configureren voor iedere ControlCenter3-knop op het tabblad Bedieningsknop Apparaat. Als u de instellingen voor de toets SCAN wilt wijzigen, klikt u met de rechtermuisknop op elke ControlCenter3-knop, klikt u op Configuratie ControlCenter en vervolgens op het tabblad Bedieningsknop Apparaat. 3 Bestandstype U kunt wanneer u een bestand wilt opslaan in een map, kiezen uit de volgende lijst met bestandstypes. Windows Bitmap (*.bmp) JPEG (*.
ControlCenter3 Automatisch bijsnijden (Voor DCP-J515W, DCP-J715W en MFC-J615W) U kunt meerdere documenten op de glasplaat plaatsen en scannen door het selectievakje Automatisch bijsnijden in het dialoogvenster Configuratie ControlCenter in te schakelen. Als u Automatisch bijsnijden kiest, wordt van elk document een scan en een afzonderlijk bestand gemaakt. Als u bijvoorbeeld drie documenten op de glasplaat plaatst, worden de documenten gescand en drie afzonderlijke bestanden gemaakt.
ControlCenter3 Afbeelding (voorbeeld: Microsoft® Paint) Met de functie Scannen naar Afbeelding kunt u een beeld rechtstreeks naar uw grafische toepassing voor bewerking van het beeld scannen. Om de standaardinstellingen te wijzigen, klikt u met de rechtermuisknop op de knop Afbeelding, klikt u op Configuratie ControlCenter en vervolgens op het tabblad Bedieningsknop Software.
ControlCenter3 U kunt een toepassing die u hebt toegevoegd, verwijderen door te klikken op de knop Verwijderen op het tabblad Bedieningsknop Software. 3 Opmerking Deze functie is ook beschikbaar voor Scannen naar E-mail en Scannen naar OCR. Het venster kan afhankelijk van de functie variëren. Als u Beveiligde PDF kiest uit de lijst Type Bestand klikt u op het pictogram om het dialoogvenster PDF-wachtwoord instellen te openen.
ControlCenter3 OCR (tekstverwerkingsprogramma) (Niet beschikbaar voor DCP-J125, DCP-J315W, DCP-J515W, MFC-J220 en MFC-J265W) Scannen naar OCR scant een document en zet het om in tekst. Deze tekst kan bewerkt worden met behulp van uw favoriete tekstverwerkingssoftware. Als u Scannen naar OCR wilt configureren, klikt u met de rechtermuisknop op de knop OCR en klikt u vervolgens op Configuratie ControlCenter en op het tabblad Bedieningsknop Software.
ControlCenter3 E-mail Met Scannen naar E-mail kunt u een document naar uw standaard e-mailprogramma scannen, zodat u de gescande taak als bijlage kunt versturen. Om de standaard e-mailtoepassing of het bestandstype van de bijlage te wijzigen, klikt u met de rechtermuisknop op de knop E-mail en klikt u vervolgens op Configuratie ControlCenter en op het tabblad Bedieningsknop Software. 3 Om de e-mailtoepassing te wijzigen, selecteert u de gewenste e-mailtoepassing in de keuzelijst E-mailprogramma.
ControlCenter3 Bestand Met de knop Scannen naar Bestand kunt u een afbeelding naar een map op uw harde schijf scannen en in een van de bestandstypes weergegeven in de lijst met bestandstypes. Om het bestandstype, de mapnaam en bestandsnaam te configureren, klikt u met de rechtermuisknop op de knop Bestand en klikt u vervolgens op Configuratie ControlCenter en op het tabblad Bedieningsknop Software. 3 U kunt de bestandsnaam wijzigen.
ControlCenter3 CUSTOM SCAN Met de optie CUSTOM SCAN kunt u uw eigen scanopties creëren. Moderne interfacegebruikers plaatsen de muiscursor over d en klikken op Aangepast. Om een knop aan te passen, klikt u met de rechtermuisknop op de desbetreffende knop en klikt u op Configuratie ControlCenter. Er zijn vier opties: Scannen naar Afbeelding, Scannen naar OCR, Scannen naar E-mail en Scannen naar Bestand.
ControlCenter3 Klassiek 3 Bestandstype U kunt wanneer u een bestand wilt opslaan in een map, kiezen uit de volgende lijst met bestandstypes. Windows Bitmap (*.bmp) JPEG (*.jpg) TIFF (*.tif) TIFF Multi-page (*.tif) Portable Network Graphics (*.png) PDF (*.pdf) Beveiligde PDF (*.pdf) XML Paper Specification (*.xps) Opmerking • XML Paper Specification is beschikbaar voor Windows Vista® en Windows® 7 of bij gebruik van toepassingen die xps-bestanden ondersteunen.
ControlCenter3 Een programmeerbare knop instellen Om een knop aan te passen, klikt u met de rechtermuisknop op de knop, en klikt u vervolgens op de knop Configuratie ControlCenter om het configuratievenster te openen. Scannen naar Afbeelding Het tabblad Algemeen 3 Voer in het tekstveld Voer een naam in voor de programmeerbare knop een naam in (maximaal 30 tekens) om een knopnaam te maken. Selecteer het type scan in het veld Scanactie.
ControlCenter3 Het tabblad Instellingen Kies de instellingen voor Doelprogramma, Type Bestand, Resolutie, Type Scan, Documentgrootte, Scannerinterface weergeven, Helderheid en Contrast. 3 Als u Beveiligde PDF kiest uit de lijst Type Bestand klikt u op het pictogram om het dialoogvenster PDF-wachtwoord instellen te openen. Voer uw wachtwoord in het vak Wachtwoord en Wachtwoord opnieuw in en klik op OK.
ControlCenter3 Scannen naar OCR (Niet beschikbaar voor DCP-J125, DCP-J315W, DCP-J515W, MFC-J220 en MFC-J265W) Het tabblad Algemeen Voer in het tekstveld Voer een naam in voor de programmeerbare knop een naam in (maximaal 30 tekens) om een knopnaam te maken. Selecteer het type scan in het veld Scanactie. 3 Het tabblad Instellingen Kies de instellingen voor Doelprogramma, Type Bestand, Software OCR, OCR-taal, Resolutie, Type Scan, Documentgrootte, Scannerinterface weergeven, Helderheid en Contrast.
ControlCenter3 Scannen naar E-mail Het tabblad Algemeen Voer in het tekstveld Voer een naam in voor de programmeerbare knop een naam in (maximaal 30 tekens) om een knopnaam te maken. Selecteer het type scan in het veld Scanactie. 3 Het tabblad Instellingen Kies de instellingen voor E-mailprogramma, Type Bestand, Resolutie, Type Scan, Documentgrootte, Scannerinterface weergeven, Helderheid en Contrast.
ControlCenter3 Scannen naar Bestand Het tabblad Algemeen Voer in het tekstveld Voer een naam in voor de programmeerbare knop een naam in (maximaal 30 tekens) om een knopnaam te maken. Selecteer het type scan in het veld Scanactie.
ControlCenter3 Het tabblad Instellingen Selecteer het bestandsformaat in de keuzelijst Type Bestand. Sla het bestand op in de standaardmap die wordt weergegeven in de Bestemmingsfolder, of selecteer een andere map door te klikken op het pictogram . Schakel Map weergeven in om te laten weergeven waar de gescande afbeelding wordt opgeslagen na het scannen. Schakel Venster Opslaan als weergeven in om de bestemming van de gescande afbeelding iedere keer te specificeren.
ControlCenter3 PHOTOCAPTURE Met deze knoppen kunt u bestanden en mappen openen of kopiëren vanaf een geheugenkaart of een USBflashgeheugenschijf die in het apparaat is geïnstalleerd. Open PCC folder Hiermee geeft u de bestanden en mappen weer die zich op de geheugenkaart of de USBflashgeheugenschijf bevinden. (Zie PhotoCapture Center™ gebruiken op pagina 108.) 3 Kopie van PCC Hiermee kopieert u de bestanden op de geheugenkaart of de USB-flashgeheugenschijf naar een bepaalde map op uw pc.
ControlCenter3 Kopie van PCC Met de knop Kopie van PCC kunt u bestanden op een geheugenkaart of USB-flashgeheugenschijf kopiëren naar een map op de harde schijf. Als u de doelmap of andere instellingen wilt wijzigen, klikt u met de rechtermuisknop op de knop, klikt u op Configuratie ControlCenter en kiest u de gewenste instellingen voor het kopiëren van bestanden. 3 De map voor de kopieën maken Nieuwe folder aanmaken op basis van datum of maand De standaardinstelling is Datum.
ControlCenter3 De map voor de kopieën maken Nieuwe folder aanmaken op basis van datum of maand De standaardinstelling is Datum. Er wordt een map gemaakt met een naam die is gebaseerd op de datum waarop het originele bestand is gemaakt. De kopie wordt vervolgens opgeslagen in deze map. De kopie van een bestand dat op 8 oktober 2010 is gemaakt, wordt bijvoorbeeld opgeslagen in een map met de naam 08102010. 3 Structuur Folder De kopie wordt opgeslagen met dezelfde mappenstructuur als het origineel.
ControlCenter3 Als u de mapinstellingen wilt wijzigen, klikt u met de rechtermuisknop op de knop en kiest u de gewenste instellingen voor het kopiëren van bestanden. 3 De map voor de kopieën maken Nieuwe folder aanmaken op basis van datum of maand De standaardinstelling is Datum. Er wordt een map gemaakt met een naam die is gebaseerd op de datum waarop het originele bestand is gemaakt. De kopie wordt vervolgens opgeslagen in deze map.
ControlCenter3 KOPIE Hiermee kunt u de pc en een printerdriver voor geavanceerde kopieerbewerkingen gebruiken. U kunt een pagina op de machine scannen en kopieën afdrukken met een van de functies van de printerdriver voor de machine, of u kunt de kopieën naar een standaard printerdriver verzenden die op de pc is geïnstalleerd, ook netwerkprinters. U kunt de gewenste instellingen op maximaal vier knoppen configureren.
ControlCenter3 Voordat u de configuratie van de knop Kopie voltooid, moet u de Naam Printer opgeven. Om de instellingen van de printerdriver weer te geven, klikt u op de knop Printer Opties en vervolgens op de knop Eigenschappen. In het dialoogvenster van de instellingen van de printerdriver, kunt u de geavanceerde instellingen voor afdrukken kiezen. 3 Opmerking • De kopieerknoppen kunnen pas worden gebruikt nadat u ze allemaal hebt geconfigureerd.
ControlCenter3 PC-FAX (alleen MFC-modellen) Met de optie PC-FAX kunt u faxen verzenden en ontvangen. U kunt ook het adressenlijst configureren en bepaalde algemene machine-instellingen wijzigen. Deze knoppen zijn voor het verzenden of ontvangen van faxen met de toepassing Brother PC-FAX. Zenden 3 Hiermee kunt u een pagina of document scannen en het beeld automatisch vanaf de pc als een fax versturen met de Brother PC-Faxsoftware. (Zie Verzenden via PC-FAX op pagina 88.
ControlCenter3 Zenden Met de knop Zenden kunt u een document scannen en het beeld automatisch vanaf de pc als een fax verzenden met de Brother PC-Faxsoftware. (Zie Verzenden via PC-FAX op pagina 88.) Als u de instellingen voor Zenden wilt wijzigen, klikt u met de rechtermuisknop op de knop Zenden en klikt u op Configuratie ControlCenter. U kunt de instellingen voor Resolutie, Type Scan, Documentgrootte, Scannerinterface weergeven, Helderheid en Contrast wijzigen.
ControlCenter3 Wanneer het programma PC-FAX ontvangen actief is, kunt u de viewertoepassing (PaperPort™11SE) openen met de knop Bekijk Ontvangen. 3 Opmerking U kunt het programma PC-FAX ontvangen ook activeren via het startmenu. (Zie Het programma PC-FAX Ontvangen op de pc starten op pagina 103.) Adresboek Met de knop Adressenlijst kunt u contacten uit uw adressenlijst toevoegen, aanpassen of verwijderen. Om de Adressenlijst te bewerken, klikt u op de knop Adressenlijst om het dialoogvenster te openen.
ControlCenter3 INSTELLINGEN APPARAAT U kunt de instellingen van de machine configureren of de aanwezige hoeveelheid inkt bekijken. Remote Setup (Niet beschikbaar voor DCP-modellen, MFC-J220, MFC-J265W, MFC-J410 en MFC-J415W) Hiermee opent u het programma Remote Setup. (Zie Remote Setup (Niet beschikbaar voor DCP-modellen, MFC-J220, MFC-J265W, MFC-J410 en MFC-J415W) op pagina 86.
ControlCenter3 Remote Setup (Niet beschikbaar voor DCP-modellen, MFC-J220, MFC-J265W, MFC-J410 en MFC-J415W) Met de knop Remote Setup opent u het venster Remote Setup Program waarin u de instellingenmenu's van het apparaat kunt configureren. Opmerking Zie Remote Setup (Niet beschikbaar voor DCP-modellen, MFC-J220, MFC-J265W, MFC-J410 en MFC-J415W) op pagina 86 voor meer informatie.
ControlCenter3 Quick-Dial (Niet beschikbaar voor DCP-modellen, MFC-J220, MFC-J265W, MFC-J410 en MFC-J415W) Met de knop Quick-Dial opent u het venster Kiesgeheugen in het programma Remote Setup. U kunt de snelkiesnummers eenvoudig vanaf uw pc opgeven of wijzigen. 3 Inkt Niveau Met de knop Ink Level opent u het venster Brother Status Monitor, waarin het inktniveau van de cartridges wordt weergegeven.
4 Remote Setup (Niet beschikbaar voor DCP-modellen, MFC-J220, MFC-J265W, MFC-J410 en MFC-J415W) Remote Setup Met het programma Remote Setup kunt u een groot aantal apparaatinstellingen vanuit een Windows®toepassing configureren. Wanneer u deze toepassing start, worden de instellingen op het apparaat automatisch overgebracht naar uw pc en op het beeldscherm weergegeven. Als u de instellingen wijzigt, kunt u deze direct naar het apparaat overbrengen.
Remote Setup (Niet beschikbaar voor DCP-modellen, MFC-J220, MFC-J265W, MFC-J410 en MFC-J415W) Importeren Hiermee kunt u de instellingen in het bestand lezen. Opmerking • Met de knop Exporteren kunt u Quick-Dial of alle instellingen voor het apparaat opslaan. • Als uw pc door een firewall wordt beschermd, en het gebruik van Remote Setup niet mogelijk is, moet u de firewall-instellingen configureren om communicatie via poortnummer 137 mogelijk te maken.
5 Brother PC-FAX-software (Alleen MFC-modellen) Verzenden via PC-FAX Met Brother PC-Fax kunt u vanuit een toepassing op uw pc een documentbestand als een standaardfax verzenden. U kunt ook een voorblad toevoegen. U hoeft alleen de ontvangende partijen in te voeren als leden of groepen in uw PC-FAX-adresboek, of u voert het adres of faxnummer van de contactpersoon in de gebruikersinterface in. Met de zoekfunctie in het adresboek kunt u snel de personen vinden aan wie u de fax wilt verzenden.
Brother PC-FAX-software (Alleen MFC-modellen) Verzenden instellen Klik in het dialoogvenster PC-FAX instelling op het tabblad Verzenden om het onderstaande scherm weer te geven. 5 Buitenlijn toegang Voer hier een nummer in om toegang te krijgen tot een buitenlijn. Dit nummer is soms nodig voor lokale PBX-telefoonsystemen (bijvoorbeeld het kiezen van het cijfer 9 om in uw kantoor toegang te krijgen tot een buitenlijn).
Brother PC-FAX-software (Alleen MFC-modellen) Faxstijl Voorblad instellen Klik in het dialoogvenster PC-FAX op het pictogram 5 om het instelscherm PC-FAX Voorblad Setup te openen. Het dialoogvenster PC-FAX Voorblad Setup verschijnt: Informatie voor het voorblad invoeren Opmerking Als u een fax naar meerdere personen verzendt, worden de gegevens van de geadresseerden niet op het voorblad afgedrukt. Aan Kies de gegevens van de ontvanger die op het voorblad moeten worden afgedrukt.
Brother PC-FAX-software (Alleen MFC-modellen) Opmerking Voer de opmerking in die op het voorblad moet worden afgedrukt. Formulier Selecteer het gewenste formaat voor het voorblad. Titel voorblad Als u Afwijkend selecteert, kunt u een bitmapbestand zoals uw bedrijfslogo op het voorblad plaatsen. Selecteer het BMP-bestand met behulp van de knop Bladeren en selecteer vervolgens de gewenste uitlijning.
Brother PC-FAX-software (Alleen MFC-modellen) d Voer een faxnummer op een van de volgende manieren in: Gebruik de kiestoetsen om het nummer in te voeren. Gebruik het toetsenbord van uw pc om het nummer in te voeren. Klik op een van de 10 Snelkies knoppen. Klik op de knop Adresboek en selecteer vervolgens een naam of een groep uit het adresboek. Als u een vergissing hebt gemaakt, kunt u alle gegevens wissen met de knop Wissen. e Om een voorblad in te voegen, klikt u op Voorblad Aan.
Brother PC-FAX-software (Alleen MFC-modellen) c Selecteer Brother PC-FAX als uw printer, en klik vervolgens op Afdrukken. De gebruikersinterface E-mailstijl verschijnt: Opmerking Als de gebruikersinterface Faxstijl verschijnt, wijzig dan de instelling voor de gebruikersinterface. (Zie Verzenden instellen op pagina 89.) d 5 Voer op een van de volgende manieren het faxnummer in: Voer het faxnummer in het veld Aan: in. Klik op de knop Aan: en selecteer vervolgens faxnummers uit het adresboek.
Brother PC-FAX-software (Alleen MFC-modellen) Adresboek Als Outlook, Outlook Express, Windows Mail of Windows Live Mail op uw pc is geïnstalleerd, kunt u in de keuzelijst Adressenlijst selecteren opgeven welk adresboek moet worden gebruikt voor het verzenden van faxen via PC-FAX. Er zijn vijf types: Brother-adresboek, Outlook, Outlook Express, Windows Mail en Windows Contactpersonen. Voer voor het adresboekbestand het pad en de bestandsnaam in van de database waarin de adresboekinformatie staat.
Brother PC-FAX-software (Alleen MFC-modellen) Het Brother-adresboek a Klik op de knop start, Alle programma’s, Brother, MFC-XXXX (waarbij XXXX de naam van uw model is), PC-FAX Verzenden en PC-FAX Adresboek. Het dialoogvenster Brother Adresboek verschijnt: 5 Iemand in het adresboek opnemen In het dialoogvenster Brother Adresboek kunt u namen en groepen toevoegen, bewerken of verwijderen. a Klik in het dialoogvenster Adresboek op het pictogram om een naam toe te voegen.
Brother PC-FAX-software (Alleen MFC-modellen) Snelkiezen instellen Klik in het dialoogvenster PC-FAX instelling op het tabblad Snelkies. (Deze functie is alleen beschikbaar als u de gebruikersinterface Faxstijl hebt geselecteerd.) 5 Op elke toets van de tien Snelkies-toetsen kunt u een naam of een groep registreren. Een adres registreren op een snelkiesknop a b c Klik op de Snelkies-knop die u wilt programmeren. Klik op de naam of de groep die u wilt opslaan onder de Snelkies-knop.
Brother PC-FAX-software (Alleen MFC-modellen) Een groep voor het groepsverzenden instellen U kunt een groep creëren om dezelfde PC-Fax tegelijkertijd naar meerdere ontvangers te verzenden. a Klik in het dialoogvenster Brother Adresboek op het pictogram om een groep te maken. Het dialoogvenster Brother Adresboek Groepen Setup wordt weergegeven: 5 b c d Voer de naam van de nieuwe groep in het veld Groepsnaam in.
Brother PC-FAX-software (Alleen MFC-modellen) Een naam of een groep verwijderen a Selecteer de naam of de groep die u wilt verwijderen. b Klik op het pictogram c Wanneer het dialoogvenster ter bevestiging verschijnt, klikt u op OK. (Verwijderen). Het adresboek exporteren U kunt het volledige adresboek als een ASCII-tekstbestand (*.csv) exporteren.
Brother PC-FAX-software (Alleen MFC-modellen) d Klik op OK om de gegevens op te slaan. 5 e Voer de naam voor het bestand in, en klik vervolgens op Opslaan.
Brother PC-FAX-software (Alleen MFC-modellen) In het adresboek importeren U kunt ASCII-tekstbestanden (*.csv), vCards (elektronische visitekaartjes) of Kiesgegevens externe setup in uw adresboek importeren. a Ga op een van de volgende manieren te werk: Klik vanuit het adresboek op Bestand, Importeren en vervolgens op Tekst. Klik in het adresboek op Bestand, Importeren, klik vervolgens op vCard en ga naar stap e. Klik in het adresboek op Bestand, Importeren.
Brother PC-FAX-software (Alleen MFC-modellen) e Voer de naam van het bestand in, en klik vervolgens op Openen. 5 Opmerking Als u Tekst hebt gekozen in stap a, wordt Bestandstypen: Tekstbestanden (*.txt;*.csv).
Brother PC-FAX-software (Alleen MFC-modellen) PC-FAX ontvangen (Niet beschikbaar voor MFC-J220, MFC-J265W, MFC-J410 en MFC-J415W) Met het programma Brother PC-FAX ontvangen kunt u faxen weergeven en opslaan op uw pc. Dit programma wordt automatisch geïnstalleerd wanneer u MFL-Pro Suite installeert en werkt op lokale of via het netwerk aangesloten apparaten. Als dit programma is geactiveerd, worden faxen in het geheugen van het apparaat ontvangen.
Brother PC-FAX-software (Alleen MFC-modellen) Het programma PC-FAX Ontvangen op het apparaat inschakelen U kunt desgewenst de optie Backup Print instellen. Als deze optie is ingeschakeld, wordt de fax afgedrukt voordat deze naar de pc wordt verzonden of als de pc is uitgeschakeld. a b Druk op Menu. c Druk op a of b om Ontvangstmenu te selecteren. Druk op OK. d Druk op a of b om Geheugenontv. te selecteren. Druk op OK. e Druk op a of b om PC-Fax ontv. te selecteren. Druk op OK.
Brother PC-FAX-software (Alleen MFC-modellen) Uw pc instellen a Klik met de rechtermuisknop op het pictogram PC-FAX op de taakbalk van uw pc en klik vervolgens op PC-Fax RX Setup. Het dialoogvenster PC-Fax RX Setup verschijnt: 5 b Klik naast Bestand opslaan als op de knop Bladeren als u het pad waar de PC-FAX-bestanden worden opgeslagen wilt wijzigen. c Kies bij Bestandsformaat .tif of .max als indeling voor ontvangen documenten. De standaardindeling is .tif. d Als u een Wave-bestand (.
Brother PC-FAX-software (Alleen MFC-modellen) Instellingen voor PC-FAX Ontvangen configureren De instellingen om ontvangen faxen naar uw computer te zenden zijn automatisch geconfigureerd tijdens de installatie van MFL-Pro Suite. (Zie de Installatiehandleiding.) Als u een ander apparaat gebruikt dan het apparaat dat tijdens de installatie van MFL-Pro Suite op uw pc is geregistreerd, volgt u de onderstaande stappen. a Klik in het dialoogvenster PC-Fax RX Setup op de knop Netwerkinstellingen.
Brother PC-FAX-software (Alleen MFC-modellen) Nieuwe PC-FAX-berichten weergeven Wanneer uw pc bezig is met het ontvangen van een PC-FAX, wordt het pictogram afwisselend als weergegeven. Zodra de fax ontvangen is, verandert het pictogram in in . Het pictogram en verandert zodra de ontvangen fax is weergegeven. a Dubbelklik op b c Open de map met ontvangen faxen. om ScanSoft™ PaperPort™11SE uit te voeren. 5 Dubbelklik op alle nieuwe faxberichten die u wilt openen en bekijken.
6 PhotoCapture Center™ VOORZICHTIG Start uw pc niet terwijl er een geheugenkaart of USB-flashgeheugenschijf is geïnstalleerd in het mediastation van de machine. Als u dit toch doet, kunnen er gegevens verloren gaan of kan het medium beschadigd raken. Opmerking • PhotoCapture Center™ leest alleen het medium dat het eerst is geplaatst. • DCP-J125, DCP-J315W, DCP-J515W, MFC-J220, MFC-J265W, MFC-J410 en MFC-J415W bieden geen ondersteuning voor het gebruik van een USB-flashgeheugenschijf.
PhotoCapture Center™ PhotoCapture Center™ gebruiken a b Plaats een geheugenkaart of USB-flashgeheugenschijf in het apparaat. Klik in Windows® Verkenner op het pictogram Verwisselbare schijf 1. De bestanden en mappen op de geheugenkaart of USB-flashgeheugenschijf worden weergegeven op het beeldscherm van de pc. U kunt een bestand bewerken en het opslaan op een ander station van de pc.
PhotoCapture Center™ Voor netwerkgebruikers (Voor modellen met ingebouwde netwerkondersteuning) a b Plaats een geheugenkaart of USB-flashgeheugenschijf in het apparaat. c Klik op de naam van het bestand dat u wilt weergeven. Start uw browsersoftware die FTP ondersteunt. De browsersoftware gebruikt het FTP-protocol en de hostnaam van de machine in het netwerk om toegang te krijgen tot het medium. U kunt ook ftp://XXX.XXX.XXX.XXX (waarbij XXX.XXX.XXX.
7 Firewall-instellingen (voor netwerkgebruikers) Voordat u de Brother software gebruikt Door de instellingen van de Windows® Firewall op uw pc kan de benodigde netwerkaansluiting voor printen via het netwerk, netwerkscannen en faxen via de pc mogelijk niet tot stand worden gebracht. Als u Windows® Firewall gebruikt en MFL-Pro Suite vanaf de cd-rom hebt geïnstalleerd, zijn de benodigde firewallinstellingen al ingevoerd.
Firewall-instellingen (voor netwerkgebruikers) d Voeg poort 54925 voor netwerkscannen toe door de onderstaande informatie in te voeren: 1 Bij Beschrijving van de service: Voer een willekeurige beschrijving in, bijvoorbeeld “Brother Scanner”. 2 Geef bij Naam of IP-adres (bijvoorbeeld 192.168.0.12) van de computer die als host voor deze service optreedt: “Localhost” op. 3 Geef bij Nummer van de externe poort voor deze service: “54925” op. 4 Geef bij Nummer van de interne poort voor deze service: “54925” op.
Firewall-instellingen (voor netwerkgebruikers) h Voeg poort 137 voor zowel netwerkscannen als Netwerk PC-Fax Ontvangen toe door de onderstaande informatie in te voeren: 1 Voer bij Beschrijving van de service: een willekeurige beschrijving in, bijvoorbeeld “Brothernetwerkprinter”. 2 Geef bij Naam of IP-adres (bijvoorbeeld 192.168.0.12) van de computer die als host voor deze service optreedt: “Localhost” op. 3 Geef bij Nummer van de externe poort voor deze service: “137” op.
Firewall-instellingen (voor netwerkgebruikers) c d Controleer of Windows Firewall op het tabblad Algemeen is Ingeschakeld. e f Klik op de knop Poort toevoegen... Klik op het tabblad Uitzonderingen. 7 Om poort 54925 voor netwerkscannen toe te voegen, voert u de onderstaande informatie in: 1 Voer bij Naam: een willekeurige beschrijving in, bijvoorbeeld “Brother Scanner”. 2 Geef bij Poortnummer: “54925” op. 3 Controleer of UDP is geselecteerd. Klik vervolgens op OK.
Firewall-instellingen (voor netwerkgebruikers) j Als u daarna nog steeds problemen met uw netwerkverbinding hebt, bijvoorbeeld bij het scannen of afdrukken via het netwerk, controleert u of het selectievakje Bestands- en printerdeling is ingeschakeld op het tabblad Uitzonderingen en klikt u vervolgens op OK. 7 Gebruikers van a Windows® 7 Klik achtereenvolgens op de knop , Configuratiescherm, Systeem en beveiliging en Windows Firewall. Controleer of Status van Windows Firewall op Ingeschakeld staat.
Firewall-instellingen (voor netwerkgebruikers) d Klik op Nieuwe regel. e f Selecteer Poort en klik op Volgende. 7 Voer de onderstaande informatie in om een poort toe te voegen: Voor netwerkscannen Selecteer UDP en voer “54925” in het veld Specifieke lokale in. Klik op Volgende. Voor Netwerk PC-Fax Selecteer UDP en voer “54926” in het veld Specifieke lokale in. Klik op Volgende. g Selecteer De verbinding toestaan en klik op Volgende.
Firewall-instellingen (voor netwerkgebruikers) h i Schakel de gewenste onderdelen in en klik op Volgende. Voer een beschrijving in bij Naam: (bijvoorbeeld “Brother-scanner” of “Brother PC-Fax”) en klik op Voltooien. 7 j k Controleer of de nieuwe instelling is toegevoegd en ingeschakeld. Klik op Regels voor uitgaande verbindingen.
Firewall-instellingen (voor netwerkgebruikers) l Klik op Nieuwe regel. m n Selecteer Poort en klik op Volgende. 7 Voer de onderstaande informatie in om een poort toe te voegen: Voor netwerkscannen Selecteer UDP en voer “54925” in het veld Specifieke poorten in. Klik op Volgende. Voor Netwerk PC-Fax Selecteer UDP en voer “54926” in het veld Specifieke poorten in. Klik op Volgende. o Selecteer De verbinding toestaan en klik op Volgende.
Firewall-instellingen (voor netwerkgebruikers) p q Schakel de gewenste onderdelen in en klik op Volgende. Voer een beschrijving in bij Naam: (bijvoorbeeld “Brother-scanner” of “Brother PC-Fax”) en klik op Voltooien. 7 r Controleer of de nieuwe instelling is toegevoegd en ingeschakeld.
Paragraaf II Apple Macintosh Afdrukken en faxen Scannen ControlCenter2 Remote Setup & PhotoCapture Center™ 120 139 155 174
8 Afdrukken en faxen Uw Macintosh instellen Opmerking • De vensters die in dit gedeelte worden weergegeven, zijn afkomstig uit Mac OS X 10.5.x. De schermen op uw Macintosh kunnen hiervan afwijken, afhankelijk van uw besturingssysteem en toepassing. • Voor aansluiting van het apparaat op uw Macintosh dient u een USB-kabel aan te schaffen die niet langer is dan 2 meter. BELANGRIJK Sluit de machine NIET aan op een USB-poort op een toetsenbord of een USB-hub zonder voeding.
Afdrukken en faxen Status Monitor Het hulpprogramma Status Monitor is een softwareprogramma dat u zelf kunt configureren en waarmee u de status van de machine kunt controleren. U kunt hiermee met vooraf ingestelde intervallen foutmeldingen bekijken, bijvoorbeeld wanneer het papier op is, het papier is vastgelopen of de inkt moet worden vervangen. Voordat u het hulpprogramma kunt gebruiken, moet u uw machine selecteren in het pop-upmenu Model in ControlCenter2.
Afdrukken en faxen De Brother Ink-driver gebruiken Opties kiezen voor de pagina-instelling a Klik in een toepassing als Apple TextEdit op Archief en vervolgens op Pagina-instelling. Zorg ervoor dat Brother MFC-XXXX (waarbij XXXX de naam is van uw model) is geselecteerd in het pop-upmenu Stel in voor. Wijzig desgewenst de instellingen bij Papierformaat, Richting en Vergroot/verklein. Klik vervogens op OK.
Afdrukken en faxen (Mac OS X 10.5.x tot 10.6.x) Klik op het driehoekje naast het pop-upmenu Printer om meer opties voor de pagina-instelling weer te geven. 8 Afdrukken zonder marges Kies uit de keuzelijst Formaat het formaat van het papier waarop u wilt afdrukken, zoals A4 (Zonder marges).
Afdrukken en faxen Afdrukopties kiezen Als u speciale afdrukinstellingen wilt opgeven, kiest u Afdrukinstellingen in het dialoogvenster Afdrukken.
Afdrukken en faxen Algemene instellingen U kunt de instellingen bij Mediatype, Langzaam drogend papier, Kwaliteit en Kleurmodus opgeven. 8 Opmerking Schakel Langzaam drogend papier in wanneer u afdrukt op normaal papier waarop de inkt langzaam droogt. Tekst kan enigszins vervagen met deze instelling. Mediatype Voor de beste afdrukresultaten dient u het soort papier waarop wordt afgedrukt in de driver te selecteren.
Afdrukken en faxen Kwaliteit Met de instelling voor Kwaliteit kunt u de gewenste afdrukresolutie voor het document kiezen. De afdrukkwaliteit is van invloed op de afdruksnelheid. Hoe hoger de kwaliteit, hoe langer het duurt om het document af te drukken. Welke kwaliteitsopties beschikbaar zijn, hangt af van het soort papier dat u hebt gekozen. (Zie Resolutie in het gedeelte Specificaties van de Beknopte gebruikershandleiding.) Snel De snelste afdrukmodus en het laagste inktgebruik.
Afdrukken en faxen Geavanceerde instellingen U kunt instellingen opgeven bij Kleur/Grijstinten, In spiegelbeeld afdrukken, Ondersteboven afdrukken en Printkop heen en weer. 8 Kleur/Grijstinten Hiermee kunt u een kleurendocument afdrukken in zwart-wit met behulp van grijstinten. Kleurinstellingen Klik op de knop Kleurinstellingen om opties voor geavanceerde afdrukinstellingen weer te geven.
Afdrukken en faxen Kleur verbetering Helderheid Hiermee kunt u de helderheid van de hele afbeelding aanpassen. Sleep de schuifbalk naar rechts of links om de afbeelding lichter of donkerder te maken. Contrast Hiermee kunt u het contrast van een afbeelding aanpassen. Donkere gedeelten worden dan donkerder en lichtere gedeelten worden lichter. Verhoog het contrast wanneer u een afbeelding helderder wilt maken. Verlaag het contrast wanneer u een afbeelding wilt verzachten.
Afdrukken en faxen Overige instellingen In spiegelbeeld afdrukken Schakel In spiegelbeeld afdrukken in als u de gegevens van links naar rechts wilt omkeren. Opmerking In spiegelbeeld afdrukken is niet beschikbaar wanneer u Transparanten hebt geselecteerd bij Mediatype. Ondersteboven afdrukken Vink Ondersteboven afdrukken aan als u de gegevens van boven naar onderen wilt omkeren. Opmerking (Voor gebruikers van Mac OS X 10.6.
Afdrukken en faxen Andere afdrukopties Klik op het driehoekje naast Andere afdrukopties om meer printerfuncties in te stellen. U kunt instellingen opgeven voor Papier dikte, Overdrachtsmodus en Halftoon patroon. 8 Overdrachtsmodus Bij Overdrachtsmodus kunt u opgeven op welke wijze afdrukgegevens naar de printer worden overgedragen om de afdrukkwaliteit of afdruksnelheid te verbeteren. Aanbevolen instelling Kies Aanbevolen instelling voor algemeen gebruik.
Afdrukken en faxen Halftoon patroon Het apparaat kan twee methoden (Diffusie of Dither) gebruiken om stippen te rangschikken voor de weergave van halftonen. Er zijn verschillende vooraf gedefinieerde patronen en u kunt kiezen welk patroon u wilt gebruiken voor uw document. Diffusie Punten worden willekeurig geplaatst om de halftonen te maken. Gebruik deze optie voor het afdrukken van foto's met subtiele tinten en grafische afbeeldingen.
Afdrukken en faxen Ondersteuning Het venster Ondersteuning bevat koppelingen naar het Brother Solutions Center en de Website Originele Verbruiksartikelen. Klik op de knop Ondersteuning om het venster Ondersteuning weer te geven: 8 Brother Solutions Center Het Brother Solutions Center is een website waar u informatie vindt over uw Brother-product, zoals FAQ's (veelgestelde vragen), gebruikershandleidingen, driver-updates en tips voor het gebruik van uw apparaat.
Afdrukken en faxen Een fax verzenden (alleen MFC-modellen) U kunt rechtstreeks vanuit een Macintosh-toepassing een fax verzenden. a b Een document maken in een Macintosh-toepassing. Klik in een toepassing zoals Apple TextEdit op Archief en vervolgens op Druk af. (Mac OS X 10.4.11) (Mac OS X 10.5.x tot 10.6.x) 8 Klik op het driehoekje naast het pop-upmenu Printer.
Afdrukken en faxen c Selecteer Fax verzenden in het pop-upmenu. d Selecteer Fax in het pop-upmenu Uitvoer. 8 e Voer een faxnummer in het vak Invoer Faxnummer in en klik op Druk af om de fax te verzenden.
Afdrukken en faxen Opmerking Indien u een fax naar meerdere nummers wilt verzenden, klikt u op Toevoegen nadat u het eerste faxnummer hebt ingevoerd. De bestemmingsfaxnummers worden weergegeven in het veld Bestemming Faxnummers.
Afdrukken en faxen Een vCard slepen vanuit de Mac OS X Adresboek-toepassing (bij gebruik van Mac OS 10.4.11) U kunt een faxnummer adresseren met behulp van een vCard (een elektronisch visitekaartje) met de Mac OS X Adresboek-toepassing. a b Klik op Adresboek. Sleep een vCard uit de toepassing Mac OS X Adresboek naar het veld Bestemming Faxnummers.
Afdrukken en faxen c Wanneer u klaar bent met het adresseren van uw fax, klikt u op Druk af om de fax te verzenden. 8 Opmerking De gebruikte vCard moet een fax werk- of fax privé-nummer bevatten. Het paneel Adressen in Mac OS X 10.5.x tot 10.6.x gebruiken U kunt een fax adresseren met behulp van de knop Adressen. a Klik op Adressen.
Afdrukken en faxen b Kies een faxnummer in het paneel Adressen en klik op Aan. c Wanneer u klaar bent met het adresseren van uw fax, klikt u op Druk af om de fax te verzenden.
9 Scannen Een document scannen met de TWAIN-driver De software van het Brother-apparaat wordt geleverd met een TWAIN-scannerdriver voor Macintosh. U kunt deze TWAIN-scannerdriver voor Macintosh gebruiken met alle toepassingen die de TWAIN-specificaties ondersteunen. Om een document te scannen, kunt u de ADF (automatische documenttoevoer) of de glasplaat gebruiken. Zie De ADF gebruiken (alleen voor ADF-modellen) en De glasplaat gebruiken in de Beknopte gebruikershandleiding.
Scannen Een afbeelding scannen naar uw Macintosh U kunt een hele pagina of een deel ervan scannen door het document vooraf te scannen. Een hele pagina scannen a b Plaats uw document. Kies, indien nodig, de volgende instellingen in het dialoogvenster voor het instellen van de scanner: Resolutie Type scan Te scannen gedeelte Documentgrootte Helderheid Contrast c Klik op Starten. Nadat het scannen is voltooid, wordt het beeld in uw grafische toepassing weergegeven.
Scannen d Laad het document opnieuw. Opmerking Sla deze stap over als u het document op de glasplaat hebt geplaatst in stap a. e Pas de instellingen voor Resolutie, Type scan (Grijstinten), Helderheid en Contrast in het dialoogvenster voor het instellen van de scanner naar wens aan. f Klik op Starten. Nu wordt alleen het geselecteerde gedeelte van het document weergegeven in het venster van de toepassing. g U kunt het beeld met uw bewerkingssoftware verbeteren.
Scannen Type scan Zwart-wit Gebruiken voor tekst of lijntekeningen. Grijs (Foutdiffusie) Gebruiken voor fotografische beelden of grafische afbeeldingen. (Foutdiffusie is een methode waarbij beelden met gesimuleerde grijstinten worden gemaakt, zonder grijze stippen te gebruiken. Zwarte stippen worden in een specifieke matrix geplaatst zodat het beeld grijs lijkt.) Ware grijstinten Gebruiken voor fotografische beelden of grafische afbeeldingen.
Scannen Documentgrootte Kies één van de volgende formaten: A4 210 x 297 mm JIS B5 182 x 257 mm Letter 8.5 x 11 in. Legal 8.5 x 14 in. (Beschikbaar op ADF-modellen) A5 148 x 210 mm Executive 7.25 x 10.5 in. Business Card Als u visitekaartjes wilt scannen, selecteert u de grootte voor Business Card en legt u het visitekaartje links boven op de glasplaat, met de bedrukte zijde naar beneden. Foto 1 4 x 6 in. Foto 2 5 x 8 in.
Scannen Het beeld bijstellen Helderheid Stel de instelling voor helderheid bij (-50 tot 50) tot u het beste resultaat krijgt. De standaard ingestelde waarde is 0, wat als een ‘gemiddelde’ wordt beschouwd en meestal voor algemene beelden geschikt is. U kunt de Helderheid instellen door de schuifbalk naar rechts of naar links te slepen om het beeld lichter of donkerder te maken. U kunt ook een waarde in het vakje invoeren om het niveau in te stellen.
Scannen Documenten scannen met de ICA-driver (Mac OS X 10.6.x) U kunt documenten op een van de volgende manieren scannen: Met de toepassing Image Capture Rechtstreeks scannen vanuit het gedeelte “Afdrukken en faxen” Image Capture gebruiken Om Image Capture in Mac OS X 10.6.x te kunnen gebruiken, is de ICA-scannerdriver vereist. De Brother CUPS-printerdriver voor Mac OS X 10.6.x bevat de ICA-scannerdriver.
Scannen d Plaats uw documenten in de ADF of op de glasplaat. Als u het document in de ADF plaatst, selecteert u “Documentlade” bij Modus en de grootte van uw document bij Scangrootte. Als u het document op de glasplaat plaatst, selecteert u “Flatbed” bij Modus. Opmerking • Als uw Brother machine geen ADF heeft, wordt de optie Modus niet weergegeven. • Als het selectievakje Detecteer aparte onderdelen is uitgeschakeld, wordt het document als één geheel gescand en als één bestand opgeslagen.
Scannen e Selecteer de gewenste map of toepassing voor Scan naar. In het dialoogvenster dat u opent door op Toon details te klikken, kunt u desgewenst de volgende instellingen aanpassen. De naam van het onderdeel en de waarde die u kunt toekennen, kunnen afhankelijk van de machine variëren. Scanmodus: Kies Documentlade of Flatbed. Soort: Kies Kleur, Zwart-wit of Tekst. Resolutie: Kies de resolutie waarmee u het document wilt scannen.
Scannen Rechtstreeks scannen vanuit het gedeelte “Afdrukken en faxen” Als u de Brother-machine al hebt toegevoegd aan het gedeelte Afdrukken en faxen, kunt u rechtstreeks vanuit hier scannen. Volg de onderstaande stappen: a Sluit uw Brother-machine via een USB-kabel op de Macintosh aan. Of sluit uw Brother-machine aan op hetzelfde LAN (als u een netwerkmodel gebruikt) waarop de Macintosh is aangesloten. b c d Selecteer Systeemvoorkeuren in het Apple-menu. Klik op het pictogram Afdrukken en faxen.
Scannen f Plaats uw documenten in de ADF of op de glasplaat. Als u het document in de ADF plaatst, selecteert u “Documentlade” bij Modus en de grootte van uw document bij Scangrootte. Als u het document op de glasplaat plaatst, selecteert u “Flatbed” bij Modus. Opmerking • Als uw Brother machine geen ADF heeft, wordt de optie Modus niet weergegeven. • Als het selectievakje Detecteer aparte onderdelen is uitgeschakeld, wordt het document als één geheel gescand en als één bestand opgeslagen.
Scannen g Selecteer de gewenste map of toepassing voor Scan naar. In het dialoogvenster dat u opent door op Toon details te klikken, kunt u desgewenst de volgende instellingen aanpassen. De naam van het onderdeel en de waarde die u kunt toekennen, kunnen afhankelijk van de machine variëren. Scanmodus: Kies Documentlade of Flatbed. Soort: Kies Kleur, Zwart-wit of Tekst. Resolutie: Kies de resolutie waarmee u het document wilt scannen.
Scannen h Klik op Scan om het scannen te starten.
Scannen Presto! PageManager gebruiken (Niet beschikbaar voor DCP-J125, DCP-J315W, DCP-J515W, MFC-J220 en MFC-J265W) Presto! PageManager is een toepassing voor het beheren van documenten in uw Macintosh. Omdat het compatibel is met de meeste beeldbewerkingprogramma’s, biedt Presto! PageManager u ongekende controle over uw Macintosh-bestanden. U kunt eenvoudig uw documenten beheren, en uw e-mail en bestanden lezen met de ingebouwde OCR-software van Presto! PageManager.
Scannen Technische ondersteuning Verenigde Staten Bedrijfsnaam: Adres: Telefoon: Fax: E-mail: URL: NewSoft America Inc. 47102 Mission Falls Court, Suite 202 Fremont CA 94539 510-770-8900 510-770-8980 contactus@newsoftinc.com http://www.newsoftinc.com Canada E-mail: contactus@newsoftinc.com Duitsland Bedrijfsnaam: Adres: Telefoon: E-mail: URL: SoftBay GmbH Carlstraße 50, D-52531, Übach-Palenberg, Germany 0900 1 409640 de.nsc@newsoft.eu.com http://de.newsoft.eu.
Scannen Italië Bedrijfsnaam: Telefoon: E-mail: URL: 5CA 0899399878 it.nsc@newsoft.eu.com http://it.newsoft.eu.com Spanje Bedrijfsnaam: Telefoon: E-mail: 5CA 0807505598 sp.nsc@newsoft.eu.com Overige landen E-mail: tech@newsoft.eu.
10 ControlCenter2 Opmerking • De vensters die in dit gedeelte worden weergegeven, zijn afkomstig uit Mac OS X 10.5.x. De schermen op uw Macintosh kunnen hiervan afwijken, afhankelijk van uw besturingssysteem en toepassing. • De functies die tot uw beschikking staan in ControlCenter2 kunnen variëren al naargelang het modelnummer van uw machine. ControlCenter2 gebruiken ControlCenter2 is een softwarehulpprogramma waarmee u snel en eenvoudig toegang hebt tot uw meest gebruikte programma’s.
ControlCenter2 Automatisch laden uitschakelen Als u niet wilt dat ControlCenter2 automatisch wordt gestart als uw Macintosh wordt gestart, handel dan als volgt: a Klik op het pictogram ControlCenter2 in de menubalk en selecteer VOORKEUREN. Het voorkeurvenster van ControlCenter2 verschijnt. b c Schakel het selectievakje Start het ControlCenter op de computer startup uit. Klik op OK om het venster te sluiten.
ControlCenter2 SCANNEN Er zijn vier scanknoppen voor de toepassingen Scannen naar Afbeelding, Scannen naar OCR, Scannen naar E-mail en Scannen naar Bestand. Afbeelding (Standaard: Apple PreView) Hiermee kunt u een pagina rechtstreeks naar een grafische viewer/bewerkingstoepassing scannen. U kunt selecteren naar welke toepassing de scan wordt overgebracht, zoals Adobe® PhotoShop® of een andere beeldbewerkingstoepassing op uw Macintosh.
ControlCenter2 Bestandstypen Selecteer in de keuzelijst het bestandstype waarin u de gescande afbeeldingen wilt opslaan. Windows Bitmap (*.bmp) JPEG (*.jpg) TIFF (*.tif) TIFF Multi-page (*.tif) Portable Network Graphics (*.png) PDF (*.pdf) Beveiligde PDF (*.pdf) Opmerking • Als u het bestandstype instelt op TIFF of TIFF Multi-page, kunt u “Niet-gecomprimeerd” of “Gecomprimeerd” kiezen. • Beveiligd PDF is beschikbaar voor Scannen naar afbeelding, Scannen naar e-mail en Scannen naar bestand.
ControlCenter2 Als u de doeltoepassing wilt wijzigen, selecteert u de juiste toepassing in het pop-upmenu Doel Applicatie. U kunt een toepassing aan de lijsten toevoegen door op de knop Toevoegen te klikken. Voer de Applicatienaam in (max. 30 tekens) en selecteer de gewenste toepassing door te klikken op Browse. Selecteer ook Type Bestand in het pop-upmenu. U kunt een toepassing die u hebt toegevoegd ook weer verwijderen. Selecteer daarvoor de Applicatienaam en klik op de knop Verwijderen.
ControlCenter2 OCR (tekstverwerkingsprogramma) (Niet beschikbaar voor DCP-J125, DCP-J315W, DCP-J515W, MFC-J220 en MFC-J265W) Met Scannen naar OCR worden de gegevens van het grafische beeld geconverteerd naar tekst die in een tekstverwerkingstoepassing kan worden bewerkt. U kunt de standaard tekstverwerkingstoepassing wijzigen. Als u Scannen naar OCR wilt configureren, klikt u op de knop terwijl u de Ctrl-toets ingedrukt houdt en selecteert u de Bedieningsknop Software.
ControlCenter2 E-mail Met de functie Scannen naar e-mail kunt u een document naar uw standaard e-mailprogramma scannen, zodat u de gescande taak als bijlage kunt versturen. Als u de standaard e-mailtoepassing of het bestandstype van de bijlage wilt wijzigen, klikt u op de knop terwijl u de Ctrl-toets ingedrukt houdt en selecteert u de Bedieningsknop Software. Om de e-mailtoepassing te wijzigen, selecteert u de gewenste e-mailtoepassing in het pop-upmenu E-mailprogramma.
ControlCenter2 Bestand Met de knop Scannen naar Bestand kunt u een afbeelding naar een map op uw harde schijf scannen en in een bepaalde bestandsformaat opslaan. Zo kunt u uw papieren documenten op eenvoudige wijze archiveren. Om het bestandstype en de map te configureren, klikt u op de knop terwijl u de Ctrl-toets ingedrukt houdt, en selecteert u de Bedieningsknop Software. U kunt de bestandsnaam wijzigen. Geef de bestandsnaam voor het document op in het veld Bestandsnaam (maximaal 100 tekens).
ControlCenter2 CUSTOM SCAN Er zijn vier knoppen die u kunt configureren om aan uw scaneisen te voldoen. Als u een knop wilt aanpassen, klikt u op de knop terwijl u de Ctrl-toets ingedrukt houdt. Het configuratievenster verschijnt. Er zijn vier scanfuncties: Scannen naar Afbeelding, Scannen naar OCR, Scannen naar E-mail en Scannen naar Bestand. Scannen naar Afbeelding Hiermee kunt u een pagina rechtstreeks naar een viewer/bewerkingssoftware scannen.
ControlCenter2 Bestandstypen Selecteer in de keuzelijst het bestandstype waarin u de gescande afbeeldingen wilt opslaan. Windows Bitmap (*.bmp) JPEG (*.jpg) TIFF (*.tif) TIFF Multi-page (*.tif) Portable Network Graphics (*.png) PDF (*.pdf) Beveiligde PDF (*.pdf) Opmerking • Als u het bestandstype instelt op TIFF of TIFF Multi-page, kunt u “Niet-gecomprimeerd” of “Gecomprimeerd” kiezen. • Beveiligd PDF is beschikbaar voor Scannen naar afbeelding, Scannen naar e-mail en Scannen naar bestand.
ControlCenter2 Scannen naar Afbeelding Het tabblad Algemeen Voer een naam in Naam voor Custom (max. 30 tekens) in om de knopnaam te creëren. Selecteer het type scan in het veld Scanactie. Het tabblad Instellingen Kies de instellingen voor Doel applicatie, Type Bestand, Resolutie, Type Scan, Documentgrootte, Scannerinterface weergeven, Helderheid en Contrast. 10 Als u Beveiligde PDF kiest uit de lijst Type Bestand, verschijnt het dialoogvenster PDF-wachtwoord instellen.
ControlCenter2 Scannen naar OCR (Niet beschikbaar voor DCP-J125, DCP-J315W, DCP-J515W, MFC-J220 en MFC-J265W) Het tabblad Algemeen Voer een naam in Naam voor Custom (max. 30 tekens) in om de knopnaam te creëren. Selecteer het type scan in het veld Scanactie. Het tabblad Instellingen Kies de instellingen voor Doel Applicatie, Type Bestand, Software OCR, OCR-taal, Resolutie, Type Scan, Documentgrootte, Scannerinterface weergeven, Helderheid en Contrast.
ControlCenter2 Scannen naar E-mail Het tabblad Algemeen Voer een naam in Naam voor Custom (max. 30 tekens) in om de knopnaam te creëren. Selecteer het type scan in het veld Scanactie. Het tabblad Instellingen Kies de instellingen voor E-mailprogramma, Type Bestand, Resolutie, Type Scan, Documentgrootte, Scannerinterface weergeven, Helderheid en Contrast.
ControlCenter2 Scannen naar Bestand Het tabblad Algemeen Voer een naam in Naam voor Custom (max. 30 tekens) in om de knopnaam te creëren. Selecteer het type scan in het veld Scanactie. Het tabblad Instellingen Selecteer het bestandsformaat in het pop-upmenu Type Bestand. Sla het bestand in de standaardmap op, of selecteer een andere map door op de knop Browse te klikken. Kies de instellingen voor Resolutie, Type Scan, Documentgrootte, Scannerinterface weergeven, Helderheid en Contrast.
ControlCenter2 KOPIE / PC-FAX (PC-FAX is alleen beschikbaar voor MFC-modellen) COPY - Hiermee kunt u uw Macintosh en een printerdriver voor geavanceerde kopieerbewerkingen gebruiken. U kunt een pagina op de machine scannen en de kopieën afdrukken met een van de functies van de printerdriver voor de machine, of u kunt de kopieën naar een standaard printerdriver verzenden die op uw Macintosh is geïnstalleerd, ook netwerkprinters.
ControlCenter2 (Mac OS X 10.4.11) Om te kopiëren, kiest u Aantal en pagina’s uit het pop-upmenu. Om te faxen, kiest u Fax verzenden uit het pop-upmenu. (Zie Een fax verzenden (alleen MFC-modellen) op pagina 133.) (Mac OS X 10.5.x tot 10.6.x) Klik voor meer opties op het driehoekje naast het pop-upmenu Printer. Klik op de knop Druk af om te kopiëren. Om te faxen, klikt u op het driehoekje naast het pop-upmenu Printer en vervolgens op Fax verzenden in het pop-upmenu.
ControlCenter2 INSTELLINGEN APPARAAT Hiermee kunt u de instellingen van de machine configureren of de aanwezige hoeveelheid inkt controleren door op een knop te klikken. Remote Setup (Niet beschikbaar voor DCP-modellen, MFC-J220, MFC-J265W, MFC-J410 en MFC-J415W) Hiermee opent u het programma Remote Setup. (Zie Remote Setup (Niet beschikbaar voor DCP-modellen, MFC-J220, MFC-J265W, MFC-J410 en MFC-J415W) op pagina 174.
ControlCenter2 Remote Setup (Niet beschikbaar voor DCP-modellen, MFC-J220, MFC-J265W, MFC-J410 en MFC-J415W) Met de knop Remote Setup opent u het venster Remote Setup Program waarin u de instellingenmenu's van het apparaat kunt configureren. Opmerking Zie Remote Setup (Niet beschikbaar voor DCP-modellen, MFC-J220, MFC-J265W, MFC-J410 en MFC-J415W) op pagina 174 voor meer informatie.
ControlCenter2 Quick-Dial (Niet beschikbaar voor DCP-modellen, MFC-J220, MFC-J265W, MFC-J410 en MFC-J415W) Met de knop Quick-Dial opent u het venster Kiesgeheugen in het programma Remote Setup, zodat u de kiesnummers eenvoudig kunt vastleggen of wijzigen vanaf uw Macintosh. Inkt Niveau Met de knop Ink Level opent u het venster Brother Status Monitor, waarin het inktniveau van de cartridges wordt weergegeven.
11 Remote Setup & PhotoCapture Center™ Remote Setup (Niet beschikbaar voor DCP-modellen, MFC-J220, MFC-J265W, MFC-J410 en MFC-J415W) Met het programma Remote Setup kunt u een groot aantal apparaatinstellingen vanuit een Macintoshtoepassing configureren. Als u deze toepassing opent, worden de instellingen van het apparaat automatisch naar uw Macintosh overgebracht en weergegeven op het scherm van uw Macintosh. Als u de instellingen wijzigt, kunt u deze direct naar het apparaat overbrengen.
Remote Setup & PhotoCapture Center™ Exporteren Hiermee slaat u de huidige configuratie-instellingen in een bestand op. Importeren Hiermee kunt u de instellingen in het bestand lezen. Opmerking • Met de knop Exporteren kunt u Quick-Dial of alle instellingen voor het apparaat opslaan. • Wanneer u het apparaat wilt wijzigen die bij het installeren van MFL-Pro Suite op uw Macintosh is geregistreerd (zie de Installatiehandleiding), of als de netwerkomgeving is gewijzigd, moet u een ander apparaat opgeven.
Remote Setup & PhotoCapture Center™ PhotoCapture Center™ Vanuit de Macintosh kunt u toegang krijgen tot een geheugenkaart of USB-flashgeheugenschijf die op het apparaat is geïnstalleerd. VOORZICHTIG Start uw Macintosh niet terwijl er een geheugenkaart of USB-flashgeheugenschijf is geïnstalleerd in het mediastation van het apparaat. Als u dit toch doet, kunnen er gegevens verloren gaan of kan het medium beschadigd raken. Opmerking • PhotoCapture Center™ leest alleen het medium dat het eerst is geplaatst.
Remote Setup & PhotoCapture Center™ VOORZICHTIG Verwijder de geheugenkaart of USB-flashgeheugenschijf NIET terwijl PHOTO CAPTURE knippert, anders kunnen de kaart, USB-flashgeheugenschijf of de gegevens erop beschadigd raken. Als u een geheugenkaart of USB-flashgeheugenschijf verwijdert terwijl de toets PHOTO CAPTURE knippert, moet u de Macintosh opnieuw opstarten voordat u de geheugenkaart of de USBflashgeheugenschijf weer terugplaatst.
Remote Setup & PhotoCapture Center™ VOORZICHTIG Verwijder de geheugenkaart of USB-flashgeheugenschijf NIET terwijl PHOTO CAPTURE knippert, anders kunnen de kaart, USB-flashgeheugenschijf of de gegevens erop beschadigd raken. Als u een geheugenkaart of USB-flashgeheugenschijf verwijdert terwijl de toets PHOTO CAPTURE knippert, moet u de Macintosh opnieuw opstarten voordat u de geheugenkaart of de USBflashgeheugenschijf weer terugplaatst.
Paragraaf III De scantoets gebruiken Scannen via de USB-kabel Netwerkscannen (Voor modellen met ingebouwde netwerkondersteuning) 180 188
12 Scannen via de USB-kabel De scantoets gebruiken via een USB-kabelverbinding Opmerking Zie Netwerkscannen (Voor modellen met ingebouwde netwerkondersteuning) op pagina 188 als u de toets SCAN in een netwerk wilt gebruiken. U kunt de toets (SCAN) op het bedieningspaneel gebruiken om documenten rechtstreeks naar uw tekstverwerker, grafisch programma of e-mailtoepassing, of naar een map op de computer, een geheugenkaart of USB-flashgeheugenschijf te scannen.
Scannen via de USB-kabel Scannen naar E-mail U kunt een document in zwart-wit of kleur als een bijlage naar uw e-mailtoepassing scannen. a Plaats uw document. b Druk op c Druk op a of b om naar e-mail (Scan nr e-mail) te selecteren. Druk op OK. d Druk op Mono Start of Kleur Start (Colour Start). Het apparaat begint met het scannen van het document, creëert een bijlage en start uw e-mailtoepassing met een nieuw e-mailbericht dat nog niet is geadresseerd. (SCAN).
Scannen via de USB-kabel Scannen naar OCR (Niet beschikbaar voor DCP-J125, DCP-J315W, DCP-J515W, MFC-J220 en MFC-J265W) Als het document een tekstdocument is, kunt u ScanSoft™ PaperPort™11SE of Presto! PageManager gebruiken om het document te scannen en het te converteren naar een tekstbestand dat vervolgens kan worden bewerkt in uw favoriete tekstverwerkingssoftware. a Plaats uw document. b Druk op c Druk op a of b om naar OCR (Scan nr OCR) te selecteren. Druk op OK.
Scannen via de USB-kabel Scannen naar Bestand U kunt een document in zwart-wit of kleur naar uw computer scannen en het vervolgens als een bestand opslaan in de map van uw keuze. Welk type bestand en welke map worden gebruikt, is afhankelijk van de instellingen die u hebt gekozen in het configuratievenster Scannen naar bestand van ControlCenter. (Zie Bestand op pagina 65 voor Windows®. Zie SCANNEN op pagina 157 voor Macintosh.) a Plaats uw document.
Scannen via de USB-kabel Automatisch bijsnijden (Voor DCP-J515W, DCP-J715W en MFC-J615W) Opmerking De functie Automatisch bijsnijden wordt ondersteund door technologie van Reallusion, Inc. U kunt meerdere documenten tegelijk via de glasplaat scannen. U kunt een voorbeeld van een afzonderlijk document op het LCD-scherm bekijken voordat u het opslaat. Als u Aut.bijsnijden (Auto bijsnijd.) kiest, worden van elk document een scan en een afzonderlijk bestand gemaakt.
Scannen via de USB-kabel a Plaats een geheugenkaart of USB-flashgeheugenschijf in het apparaat. Opmerking DCP-J125, DCP-J315W, DCP-J515W, MFC-J220, MFC-J265W, MFC-J410 en MFC-J415W bieden geen ondersteuning voor het gebruik van een USB-flashgeheugenschijf. VOORZICHTIG Verwijder de geheugenkaart of USB-flashgeheugenschijf NIET terwijl PHOTO CAPTURE knippert, anders kunnen de kaart, USB-flashgeheugenschijf of de gegevens op de kaart beschadigd raken.
Scannen via de USB-kabel f Druk op a of b om Bestandstype te selecteren. (Voor DCP-J515W, DCP-J715W en MFC-J615W) Druk op d of c om het gewenste bestandstype te selecteren. Druk op OK. (Voor DCP-J125, DCP-J315W, MFC-J220, MFC-J265W, MFC-J410 en MFC-J415W) Druk op a of b om het gewenste bestandstype te selecteren. Druk op OK. Ga op een van de volgende manieren te werk: Als u de bestandsnaam wilt wijzigen, gaat u naar stap g.
Scannen via de USB-kabel l De nummers van de gescande documenten worden op het LCD-scherm weergegeven. Druk op OK. m n Druk op d of c om een voorbeeld te bekijken van de afzonderlijke documenten. Druk op OK om de gegevens op te slaan. Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit). Opmerking Het type scan is afhankelijk van de instellingen die u kiest in stap e tot en met f; de instelling wordt niet gewijzigd door Mono Start of Kleur Start (Colour Start).
13 Netwerkscannen (Voor modellen met ingebouwde netwerkondersteuning) Om de machine te gebruiken als netwerkscanner moet deze geconfigureerd zijn met een TCP/IP-adres. U kunt de adresinstellingen instellen of wijzigen vanaf het bedieningspaneel (zie Configuratie van het bedieningspaneel in de Netwerkhandleiding) of met behulp van de BRAdmin Light-software.
Netwerkscannen (Voor modellen met ingebouwde netwerkondersteuning) Netwerkscannen configureren voor Windows® Wanneer u een andere machine gebruikt dan die oorspronkelijk was geregistreerd op uw PC tijdens de installatie van MFL-Pro Suite-software (zie de Installatiehandleiding), dient u onderstaande stappen te volgen. a (Windows® 2000) Klik op start, Instellingen, Configuratiescherm en vervolgens op Scanners en camera’s.
Netwerkscannen (Voor modellen met ingebouwde netwerkondersteuning) Opmerking (Windows Vista® en Windows® 7) Als het venster Gebruikersaccountbeheer verschijnt, voert u de volgende stappen uit: • (Windows Vista®) Als u beheerdersrechten hebt, klikt u op Doorgaan. • (Windows® 7) Als u beheerdersrechten hebt, klikt u op Ja. • (Windows Vista®) Gebruikers zonder beheerdersrechten voeren het beheerderswachtwoord in en klikken op OK.
Netwerkscannen (Voor modellen met ingebouwde netwerkondersteuning) Specificeer uw machine per naam 1 Voer de naam van het knooppunt van de machine in bij Naam van knooppunt, of klik op Bladeren en selecteer de machine die u wilt gebruiken. 2 Klik op OK. d Klik op het tabblad Scan naar Knop en voer de naam van uw pc in het veld Display naam in. Het LCDscherm van de machine geeft de naam weer die u invoert. De standaardinstelling is de naam van uw PC. U kunt elke gewenste naam invoeren.
Netwerkscannen (Voor modellen met ingebouwde netwerkondersteuning) a Kies Bibliotheek Printers, Brother, Utilities en DeviceSelector en dubbelklik vervolgens op Device Selector. Het venster Device Selector verschijnt. U kunt dit venster ook openen vanuit ControlCenter2. Voor meer informatie, zie ControlCenter2 gebruiken op pagina 155. b Specificeer uw machine door middel van het IP-adres of een mDNS-servicenaam. Voer het nieuwe IPadres in om het IP-adres te wijzigen.
Netwerkscannen (Voor modellen met ingebouwde netwerkondersteuning) De scantoets gebruiken in een netwerk Opmerking Zie Scannen via de USB-kabel op pagina 180 als u bent aangesloten via USB. Scannen naar e-mail (PC) Wanneer u Scannen naar e-mail (PC) selecteert, wordt uw document gescand en direct naar de computer verzonden die u in het netwerk hebt ingesteld. Door de ControlCenter-software wordt de standaard e-mailtoepassing op de betreffende computer gestart.
Netwerkscannen (Voor modellen met ingebouwde netwerkondersteuning) Scannen naar Afbeelding Wanneer u Scannen naar afbeelding selecteert, wordt uw document gescand en direct naar de computer verzonden die u in het netwerk hebt ingesteld. Door de ControlCenter-software wordt de standaard grafische toepassing op de betreffende computer gestart. a Plaats uw document. b Druk op c Druk op a of b om naar beeld (Scan nr beeld) te selecteren. Druk op OK.
Netwerkscannen (Voor modellen met ingebouwde netwerkondersteuning) Scannen naar OCR (Niet beschikbaar voor DCP-J125, DCP-J315W, DCP-J515W, MFC-J220 en MFC-J265W) Wanneer u Scan naar OCR selecteert, wordt uw document gescand en direct naar de computer verzonden die u in het netwerk hebt ingesteld.
Netwerkscannen (Voor modellen met ingebouwde netwerkondersteuning) Scannen naar Bestand Wanneer u Scannen naar bestand selecteert, kunt u een document in zwart-wit of kleur scannen en dit direct naar een aangewezen computer in uw netwerk verzenden. Het bestand wordt opgeslagen in de map en het bestandsformaat dat u hebt geconfigureerd in ControlCenter. a Plaats uw document. b Druk op c Druk op a of b om naar file (Scan nr bestand) te selecteren. Druk op OK.
A Index A Presto! PageManager (Macintosh) ......................... 152 Afdrukken Macintosh Brother Ink-driver .............................................. 122 Windows® Brother-printerdriver .............................................. 6 R C S ControlCenter2 Macintosh ............................................................. 155 ControlCenter3 Windows® .............................................................. 55 Scannen Macintosh OCR ....................................................
Bezoek ons op het world wide web http://www.brother.com/ Dit product is enkel goedgekeurd voor gebruik in het land van aankoop. Plaatselijke Brother-bedrijven of hun dealers verlenen alleen service aan machines die in hun eigen landen zijn aangekocht.