Network User's Guide

Table Of Contents
Appendix B
119
B
Speciale tekens en symbolen
Druk herhaaldelijk op l, # of 0 totdat het speciale karakter of symbool dat u wilt invoeren, wordt weergegeven.
Druk op l voor
Druk op # voor
Druk op 0 voor
Voor DCP-modellen
Druk op a, b, d of c om een letter te selecteren en druk op OK. Selecteer en druk op OK om af te
wisselen tussen hoofdletters, kleine letters en speciale tekens.
0
A
K
U
1
B
L
V
2
C
M
W
3
D
N
X
4
E
O
Y
5
F
P
Z
6
G
Q
7
H
R
8
I
S
9
J
T
SSID
SSID
OK
OK
Voltooid OK
Spaties invoegen
Selecteer de speciale tekens om een spatie in te voeren. Druk vervolgens op a, b, d of c om
te selecteren
en druk op OK.
Fouten corrigeren
Als u een onjuiste letter hebt ingevoerd en deze wilt wijzigen, drukt u op a, b, d of c om
of te selecteren.
Druk net zo lang op OK totdat de cursor onder het onjuiste teken staat. Druk vervolgens op a, b, d of c om
te selecteren en druk op OK. Voer het juiste teken in.