Network User's Guide
Table Of Contents
- NETWERKHANDLEIDING
- Definitie van Waarschuwing, Let op en Opmerking
- Samenstelling en publicatie
- BELANGRIJKE OPMERKING
- Nummers van Brother
- Inhoudsopgave
- 1 Inleiding
- 2 De machine configureren voor een netwerk met een Ethernet-kabelverbinding (alleen DCP‑J715W en MFC ...
- Overzicht
- IP-adressen, subnetmaskers en gateways
- Stappenoverzicht
- Het IP-adres en subnetmasker instellen
- De instellingen van de afdrukserver wijzigen
- BRAdmin Light gebruiken om de instellingen van de afdrukserver te wijzigen
- BRAdmin Professional 3 gebruiken om de draadloze instellingen te wijzigen (Windows®)
- De instellingen van de afdrukserver wijzigen met Remote Setup (alleen MFC‑J615W) (niet beschikbaar v ...
- Het bedieningspaneel gebruiken om de instellingen van de afdrukserver te wijzigen
- 3 De machine voor een draadloos netwerk configureren
- Overzicht
- Terminologie en concepten voor draadloos netwerk
- Stappenoverzicht voor configuratie van een draadloos netwerk
- Controleren welke netwerkomgeving u hebt
- De configuratiemethode van het draadloze netwerk controleren
- De draadloze machine configureren via de installatiewizard van het bedieningspaneel
- Configuratie via het WPS/AOSS™-menu in het bedieningspaneel (alleen in infrastructuurmodus)
- Configuratie via de pinmethode of Wi-Fi Protected Setup (alleen in infrastructuurmodus)
- De draadloze netwerkmachine configureren met het installatieprogramma van Brother op de installatie‑ ...
- De machine voor een draadloos netwerk configureren
- De installatiewizard van het bedieningspaneel gebruiken
- De machine configureren voor een draadloos netwerk met het WPS of AOSS™-menu op het bedieningspaneel
- De pinmethode of Wi-Fi Protected Setup gebruiken
- Het automatische installatieprogramma op de installatie‑cd‑rom gebruiken om de machine voor een draa ...
- 4 Draadloze configuratie met het Brother-installatieprogramma
- 5 Configuratie van het bedieningspaneel
- Netwerk-menu
- De netwerkinstellingen terugzetten naar de fabrieksinstellingen
- De netwerkconfiguratielijst afdrukken
- Het WLAN-rapport afdrukken
- 6 Wizard Driver installeren (alleen Windows®)
- 7 Afdrukken in een netwerk onder Windows® via peer-to-peer TCP/IP
- 8 Vanaf een Macintosh afdrukken via het netwerk
- 9 Problemen oplossen
- Appendix A
- Appendix B
- Index
Configuratie van het bedieningspaneel
69
5
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Netwerk te selecteren.
Druk op OK.
c Voor DCP-J715W en MFC-J615W
(Voor bedraad) Druk op a of b om LAN met kabel te selecteren en druk op OK.
(Voor draadloos) Druk op a of b om WLAN te selecteren en druk op OK.
d Druk op a of b om TCP/IP te selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om BOOT Method te selecteren.
Druk op OK.
f (Voor DCP-J315W, MFC-J265W en MFC-J415W)
Druk op a of b om Automatisch
1
, Statisch
2
, RARP
3
, BOOTP
4
of DHCP
5
te selecteren.
Druk op OK.
(Voor DCP-J515W, DCP-J715W en MFC-J615W)
Druk op d of c om Automatisch
1
, Statisch
2
, RARP
3
, BOOTP
4
of DHCP
5
te selecteren.
Druk op OK.
g Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit).
1
Automatische modus
In deze modus zoekt de machine naar een DHCP-server in het netwerk. Als geen DHCP-server wordt aangetroffen en de DHCP-server is
geconfigureerd om een IP-adres toe te wijzen aan de machine, wordt het door de DHCP-server geleverde IP-adres gebruikt. Als er geen DHCP-
server beschikbaar is, zoekt de machine een BOOTP-server. Als er een BOOTP-server beschikbaar is en deze server correct is geconfigureerd,
vraagt de machine het IP-adres bij de BOOTP-server op. Als er geen BOOTP-server beschikbaar is, zal de machine naar een RARP-server
zoeken. Als er ook geen RARP-server antwoordt, wordt het IP-adres via het APIPA-protocol opgevraagd. Zie APIPA gebruiken voor het
configureren van het IP-adres op pagina 108. Als de machine voor het eerst wordt aangezet, kan het een paar minuten duren voor de machine
het netwerk heeft afgezocht.
2
Statische modus
In deze modus moet u het IP-adres voor de machine handmatig toewijzen. Nadat het IP-adres is opgegeven, wordt het op het toegewezen adres
vastgezet.
3
RARP-modus
Het IP-adres van de afdrukserver van Brother kan worden geconfigureerd met de service Reverse ARP (RARP) op uw hostcomputer. Zie RARP
gebruiken voor het configureren van het IP-adres op pagina 107 voor meer informatie over RARP.
4
BOOTP-modus
BOOTP is een alternatief op RARP. Het voordeel van BOOTP is, dat ook het subnetmasker en de gateway geconfigureerd kunnen worden. Zie
BOOTP gebruiken voor het configureren van het IP-adres op pagina 108 voor meer informatie over BOOTP.
5
DHCP-modus (DHCP)
Dynamic Host Configuration Protocol (DHCP) is een van de geautomatiseerde mechanismen die worden gebruikt voor het toewijzen van een IP-
adres. Als u een DHCP-server in uw netwerk hebt (doorgaans een netwerk op basis van UNIX
®
Linux
®
, Windows Server
®
2003/2008,
Windows
®
2000/XP, Windows Vista
®
, Windows
®
7), zal de afdrukserver het IP-adres automatisch via de DHCP-server ontvangen en de naam
registreren bij een met RFC 1001 en 1002 compatibele dynamische naamservice.










