BEKNOPTE GEBRUIKERSHANDLEIDING MFC-J430W Versie 0 DUT
Als u de klantenservice wilt bellen Vul de volgende gegevens in voor toekomstige referentie: Modelnummer: MFC-J430W Serienummer: 1 Aankoopdatum: Plaats van aankoop: 1 Het serienummer staat op de achterkant van het apparaat. Bewaar deze Gebruikershandleiding samen met uw kassabon als aankoopbewijs in geval van diefstal of brand of voor service die onder de garantie valt. Registreer uw product online op http://www.brother.com/registration/ © 2011 Brother Industries, Ltd.
Gebruikershandleidingen en waar ze te vinden zijn Welke handleiding? 1 Wat staat erin? Waar is de handleiding? Handleiding product veiligheid Lees deze handleiding eerst. Lees de Veiligheidsinstructies voordat u de machine instelt. Raadpleeg deze handleiding voor handelsmerken en wettelijke beperkingen.
Inhoudsopgave (BEKNOPTE GEBRUIKERSHANDLEIDING) 1 Algemene informatie 1 Gebruik van de documentatie................................................................................1 Symbolen en conventies die in de documentatie gebruikt worden..................1 Toegang krijgen tot de Uitgebreide gebruikershandleiding, de Softwarehandleiding, de Netwerkhandleiding en de Verklarende woordenlijst Netwerk ......................................................................2 Documentatie bekijken ...........
Faxberichten ontvangen 29 Ontvangstmodi..................................................................................................... 29 De ontvangstmodus kiezen .................................................................................29 Ontvangstmodi gebruiken.................................................................................... 30 Alleen Fax......................................................................................................30 Fax/Telefoon................
9 Afdrukken vanaf een computer 46 Een document afdrukken.....................................................................................46 10 Scannen vanaf een computer 47 Een document scannen .......................................................................................47 Scannen met de SCAN-toets...............................................................................47 Scannen met een scannerdriver..........................................................................
D Specificaties 90 Algemeen ............................................................................................................ 90 Afdrukmedia......................................................................................................... 92 Faxen................................................................................................................... 93 Kopiëren ..............................................................................................................
Inhoudsopgave (UITGEBREIDE GEBRUIKERSHANDLEIDING) In de Uitgebreide gebruikershandleiding worden de volgende functies en handelingen toegelicht. U kunt de Uitgebreide gebruikershandleiding doornemen op de cd-rom.
1 Algemene informatie Gebruik van de documentatie 1 1 Dank u voor de aanschaf van een Brothermachine! Het lezen van de documentatie helpt u bij het optimaal benutten van uw machine. Symbolen en conventies die in de documentatie gebruikt worden De volgende symbolen en conventies worden in de documentatie gebruikt. Vetgedrukt Vetgedrukte tekst verwijst naar specifieke knoppen op het bedieningspaneel van de machine of op het computerscherm.
Hoofdstuk 1 Toegang krijgen tot de Uitgebreide gebruikershandleiding, de Softwarehandleiding, de Netwerkhandleiding en de Verklarende woordenlijst Netwerk Opmerking Als het scherm niet automatisch verschijnt, gaat u naar Deze computer (Computer), dubbelklikt u op het pictogram van de cd-rom en vervolgens op start.exe.
Algemene informatie Documentatie bekijken (Macintosh) a Zet de Macintosh aan. Plaats de Brother-cd-rom in uw cd-romstation. Het volgende venster wordt weergegeven. b Dubbelklik op het symbool Documentatie. c d Dubbelklik op uw taalmap. e Selecteer de gewenste handleiding wanneer de lijst met gebruikershandleidingen wordt weergegeven. Dubbelklik op top.pdf. Kies uw land als het landenscherm wordt weergegeven.
Hoofdstuk 1 Instructies voor netwerkinstellingen opzoeken Uw machine kan worden aangesloten op een draadloos netwerk. Algemene configuratie-instructies uuInstallatiehandleiding Als uw draadloze toegangspunt of router ondersteuning biedt voor Wi-Fi Protected Setup of AOSS™ uuInstallatiehandleiding Netwerkinstellingen uuNetwerkhandleiding 1 Brother-support openen (Windows®) Alle benodigde hulpbronnen, zoals websupport (Brother Solutions Center), zijn beschikbaar op de cd-rom.
Algemene informatie Brother-support openen (Macintosh) 1 1 Alle benodigde hulpbronnen, zoals websupport (Brother Solutions Center), zijn beschikbaar op de cd-rom. Dubbelklik op het symbool Brother-support. Het volgende scherm wordt weergegeven: Klik op Presto! PageManager om Presto! PageManager te downloaden en installeren. Klik op Onlineregistratie om uw machine te registreren via de pagina voor Brotherproductregistratie (http://www.brother.com/registration/).
Hoofdstuk 1 Overzicht van het bedieningspaneel 8 7 1 1 Modustoetsen: 3 Starttoetsen: FAX Hiermee opent u de faxmodus. Hiermee start u het verzenden van faxen of maakt u kopieën in zwart-wit. Hiermee kunt u ook een scanbewerking uitvoeren (in kleur of zwart-wit, afhankelijk van de scaninstelling in de ControlCentersoftware). SCAN Hiermee opent u de scanmodus. KOPIE Hiermee opent u de kopieermodus.
Algemene informatie 1 6 6 Menutoetsen: Volumetoetsen d c Wanneer de machine niet in gebruik is, kunt u op deze toetsen drukken om het belvolume aan te passen. Snelkiezen -toets 7 4 2 3 LCD (Liquid Crystal Display) Op het LCD-scherm worden meldingen weergegeven die u helpen bij de configuratie en het gebruik van uw machine. 8 Hiermee zet u de machine aan en uit. Druk op Hiermee kunt u nummers in het geheugen opzoeken en kiezen en in het geheugen opslaan.
Hoofdstuk 1 Aanduidingen op het LCDscherm Op het LCD-scherm wordt de huidige status van de machine weergegeven wanneer deze niet wordt gebruikt. 1 Standaardhandelingen 1 1 In de volgende stappen wordt beschreven hoe u een instelling in de machine wijzigt. In dit voorbeeld wordt de ontvangstmodusinstelling gewijzigd van Alleen Fax in Fax/Telefoon. a b Druk op Menu. Druk op a of b om Stand.instel. te selecteren. Druk op OK.
Algemene informatie Volume-instellingen Belvolume 1 1 U kunt uit een aantal belvolume-niveaus kiezen, van Hoog tot Uit. Wanneer de machine niet in gebruik is, drukt u op d of c om het volumeniveau aan te passen. Op het LCD-scherm wordt de huidige instelling weergegeven, en met iedere druk op een van de knoppen gaat het volume één niveau omhoog of omlaag. De machine behoudt de nieuwe standaardinstelling totdat u deze wijzigt.
Hoofdstuk 1 LCD-scherm De helderheid van de achtergrondverlichting instellen Als u het LCD-scherm niet goed kunt lezen, kunt u de helderheidsinstelling wijzigen. a b Druk op Menu. c Druk op a of b om LCD instell. te selecteren. Druk op OK. d Druk op a of b om Schermverlicht te selecteren. Druk op OK. e Druk op a of b om Licht, Half of Donker te selecteren. Druk op OK. f Druk op Stop/Eindigen. 10 Druk op a of b om Standaardinst. te selecteren. Druk op OK.
2 Papier laden 2 b Papier en andere afdrukmedia laden Open het deksel van de uitvoerlade (1). 2 1 2 Laad slechts één papierformaat en één papiersoort tegelijk in de papierlade. a Trek de papierlade volledig uit de machine. c Opmerking Als de papiersteunklep (1) open is, klapt u deze in en schuift u vervolgens de papiersteun (2) naar binnen.
Hoofdstuk 2 d Blader de stapel papier goed door om te voorkomen dat papier vastloopt of scheef wordt ingevoerd. Opmerking Wanneer er slechts enkele vellen in de papierlade liggen, kan het gebeuren dat papier scheef wordt ingevoerd. Plaats minstens 10 vellen papier in de papierlade. f Pas de papiergeleiders voor de breedte (1) voorzichtig met beide handen aan het papierformaat aan. Zorg dat de papiergeleiders aan de zijkant de randen van het papier aanraken.
Papier laden h Duw de papierlade langzaam volledig in de machine. Enveloppen en briefkaarten laden 2 Informatie over enveloppen 2 Gebruik enveloppen met een gewicht tussen 80 en 95 g/m2. i Voor sommige enveloppen moet u de marge in de toepassing instellen. Maak altijd eerst een proefafdruk voordat u een groot aantal enveloppen afdrukt. Terwijl u de papierlade vasthoudt, trekt u de papiersteun (1) naar buiten tot u een klik hoort en vouwt u vervolgens de papiersteunklep (2) uit.
Hoofdstuk 2 Enveloppen en briefkaarten laden a Druk de hoeken en zijkanten van de enveloppen of briefkaarten zo plat mogelijk voordat u deze plaatst. BELANGRIJK Plaats de enveloppen of briefkaarten een voor een in de papierlade als er meerdere enveloppen of briefkaarten tegelijk naar binnen worden getrokken. 2 b Plaats de enveloppen of briefkaarten met de adreszijde naar beneden en de invoerkant (bovenkant van de envelop) eerst, zoals aangegeven in de illustratie.
Papier laden Als u problemen hebt bij het afdrukken op enveloppen met de omslag aan de korte kant, kunt u het volgende proberen: a b Open de omslag van de envelop. c Selecteer Ondersteboven afdrukken in het dialoogvenster van de printerdriver en wijzig het formaat en de marge in de toepassing.
Hoofdstuk 2 Afdrukgebied 2 Hoe groot het afdrukgebied is, is afhankelijk van de instellingen binnen de door u gebruikte toepassing. De onderstaande afbeeldingen tonen de onbedrukbare gedeelten op losse vellen papier en enveloppen. De machine kan afdrukken binnen de grijze gedeelten van losse vellen papier wanneer de afdrukfunctie Zonder rand beschikbaar en ingeschakeld is.
Papier laden Papierinstellingen Papiersoort Voor de beste afdrukkwaliteit stelt u de machine in op het type papier dat u gebruikt. a b Druk op Menu. Druk op a of b om Standaardinst. te selecteren. Druk op OK. c Druk op a of b om Papiersoort te selecteren. Druk op OK. d Druk op a of b om Normaal Papier, Inkjet papier, Brother BP71, Brother BP61, Glossy anders of Transparanten te selecteren. Druk op OK.
Hoofdstuk 2 Geschikt papier en andere afdrukmedia De afdrukkwaliteit kan worden beïnvloed door het soort papier dat u in de machine gebruikt. Om de beste afdrukkwaliteit voor de gekozen instellingen te realiseren, moet u de papiersoort altijd instellen op het type papier dat in de lade is geplaatst. U kunt normaal papier, inkjetpapier (gecoat papier), glanzend papier, transparanten en enveloppen gebruiken.
Papier laden Omgaan met en gebruik van afdrukmedia Papiercapaciteit van het deksel van de papieruitvoerlade 2 2 Bewaar papier in de originele verpakking en zorg dat deze gesloten blijft. Bewaar het papier plat en uit de buurt van vocht, direct zonlicht en warmte. Zorg dat u de glimmende (gecoate) zijde van het fotopapier niet aanraakt. Plaats fotopapier met de glimmende zijde naar beneden. Maximaal 50 vellen A4-papier van 80 g/m2.
Hoofdstuk 2 De juiste afdrukmedia selecteren 2 Type en formaat papier voor elke functie Papiersoort Losse vellen Papierformaat Transparanten 20 Gebruik Faxen Kopiëren Printer A4 210 × 297 mm Ja Ja Ja Letter 215,9 × 279,4 mm Ja Ja Ja Executive 184 × 267 mm – – Ja JIS B5 182 × 257 mm – – Gebruikergedefinieerd A5 148 × 210 mm – Ja Ja A6 105 × 148 mm – – Ja 10 × 15 cm – Ja Ja 13 × 18 cm – – Ja 127 × 203 mm – – Ja Briefkaart 1 100 × 148 mm – – Gebruikergede
Papier laden Gewicht, dikte en capaciteit van papier Papiersoort 2 Gewicht Dikte Aantal vellen Normaal papier 64 tot 120 g/m2 0,08 tot 0,15 mm 100 1 Inkjetpapier 64 tot 200 g/m2 0,08 tot 0,25 mm 20 Glanzend papier Max. 220 g/m2 Max. 0,25 mm 20 2 Fotokaart Max. 220 g/m2 Max. 0,25 mm 20 2 Indexkaart Max. 120 g/m2 Max. 0,15 mm 30 Briefkaart Max. 200 g/m2 Max. 0,25 mm 30 Enveloppen 75 tot 95 g/m2 Max.
3 Documenten laden Documenten laden a 3 3 Vouw de ADF-documentsteun (1) en de ADF-documentsteunklep (2) uit. U kunt via de ADF (automatische documentinvoer) en via de glasplaat een fax versturen, kopieën maken en scannen. De ADF gebruiken 2 1 3 De ADF heeft een capaciteit van maximaal 15 vellen 1 en voert het papier vel voor vel in. Gebruik papier met een gewicht van 90 g/m2 en waaier de stapel altijd los voordat u het papier in de ADF plaatst.
Documenten laden Documenten laden BELANGRIJK Opmerking Laat GEEN dikke documenten achter op de glasplaat. Als u dat doet, kan papier in de ADF vastlopen. d Als u de glasplaat wilt gebruiken, moet de ADF leeg zijn. Sluit de ADF-documentsteunklep na gebruik van de ADF en duw vervolgens op het linkerbovengedeelte van de ADFdocumentsteun om deze volledig te sluiten. De glasplaat gebruiken 3 a b Til het documentdeksel op. c Sluit het documentdeksel.
Hoofdstuk 3 Niet-scanbaar gebied 3 De grootte van het scangebied is afhankelijk van de instellingen in de door u gebruikte toepassing. Hieronder wordt aangegeven welke gebieden niet kunnen worden gescand. 3 4 1 2 Gebruik Faxen Documentgrootte Bovenkant (1) Links (3) A4 3 mm Letter Onderkant (2) Rechts (4) 3 mm 1 4 mm Legal Kopiëren Scannen 1 24 Alle papierformaten 3 mm Bij gebruik van de ADF bedraagt het niet-scanbare gebied 1 mm.
4 Een fax verzenden Faxen verzenden In de volgende stappen wordt beschreven hoe u een fax verzendt. a Wanneer u een fax wilt verzenden of de instellingen voor het verzenden of ontvangen van faxen wilt wijzigen, drukt u op de toets (FAX). 4 4 Opmerking • Gebruik de ADF als u kleurfaxen van meerdere pagina's wilt verzenden. • Als u een fax in zwart-wit vanuit de ADF verzendt terwijl het geheugen vol is, wordt deze direct verzonden.
Hoofdstuk 4 c U kunt de volgende faxinstellingen wijzigen. Druk op a of b om door de faxinstellingen te bladeren. Wanneer de gewenste instelling wordt weergegeven, drukt u op OK en kiest u een optie. e Faxen verzenden vanaf de ADF Faxen verzenden via de glasplaat Zie pagina 27 tot en met 28 voor meer informatie over het wijzigen van de volgende faxinstellingen. Als u op Mono Start hebt gedrukt, begint de machine met het scannen van de eerste pagina. Ga naar stap f.
Een fax verzenden Faxen onderbreken 4 Druk op Stop/Eindigen om het faxen te onderbreken. Het formaat van de glasplaat instellen om te faxen Wanneer documenten van het formaat Letter zijn, moet u het scanformaat op Letter instellen. Als u dit niet doet, ontbreken de zijkanten van de fax. a Druk op b Druk op a of b om Geavanc. instell. te selecteren. Druk op OK. c Druk op a of b om Scanformaat glas te selecteren. Druk op OK. d Druk op a of b om A4 of Letter te selecteren. Druk op OK. (FAX).
Hoofdstuk 4 a b Druk op Menu. Druk op a of b om Fax te selecteren. Druk op OK. c Druk op a of b om Kies rapport te selecteren. Druk op OK. d Druk op a of b om Verzendrapp. te selecteren. Druk op OK. e Druk op a of b om Aan, Aan+Beeld, Uit of Uit+Beeld te selecteren. Druk op OK. f Druk op Stop/Eindigen. Opmerking • Als u Aan+Beeld of Uit+Beeld kiest, wordt de afbeelding alleen op het verzendrapport weergegeven als de instelling voor direct verzenden uitgeschakeld is.
5 Faxberichten ontvangen 5 Ontvangstmodi 5 U moet een ontvangstmodus kiezen die past bij de externe apparaten en telefoondiensten die op de lijn zijn aangesloten. De ontvangstmodus kiezen 5 Standaard ontvangt uw machine automatisch alle faxen die ernaartoe worden verzonden. Met behulp van het onderstaande schema kunt u de juiste modus kiezen. Raadpleeg Ontvangstmodi gebruiken uu pagina 30 voor meer informatie over ontvangstmodi.
Hoofdstuk 5 Ontvangstmodi gebruiken 5 In de modus Ext. TEL/ANT beheert een extern antwoordapparaat uw inkomende oproepen. Inkomende oproepen worden als volgt afgehandeld: In sommige ontvangstmodi wordt automatisch geantwoord (Alleen Fax en Fax/Telefoon). U kunt de belvertraging wijzigen voordat u deze standen gebruikt. (Zie Belvertraging uu pagina 31.) Alleen Fax Faxen worden automatisch ontvangen.
Faxberichten ontvangen Instellingen ontvangstmodus Belvertraging De instelling Belvertraging bepaalt hoe vaak de machine in de modus Alleen Fax of Fax/Telefoon overgaat voordat de oproep wordt beantwoord. Als u een extern of tweede toestel op dezelfde lijn als de machine gebruikt, kiest u het maximum aantal belsignalen. (Zie Werken met externe of tweede toestellen uu pagina 37 en Fax Waarnemen uu pagina 32.) a b Druk op Menu. c Druk op a of b om Ontvangstmenu te selecteren. Druk op OK.
Hoofdstuk 5 Fax Waarnemen Als Fax Waarnemen is ingesteld op Aan: 5 5 De machine ontvangt een faxoproep automatisch, zelfs als u de oproep beantwoordt. Als op het LCD-scherm Ontvangst wordt weergegeven of wanneer u tjirpende geluiden via de hoorn hoort, legt u gewoon de hoorn op de haak. Uw machine doet de rest.
6 Telefoontoestel en externe apparaten Opties voor normale telefoongesprekken Fax/Telefoon-modus 6 6 Met de functie Beller ID kunt u gebruikmaken van de nummerweergavedienst die door veel lokale telefoonbedrijven wordt aangeboden. Neem contact op met uw telefoonbedrijf voor informatie. Als u deze dienst gebruikt, ziet u het telefoonnummer of indien beschikbaar de naam van de beller als de telefoon overgaat.
Hoofdstuk 6 Telefoondiensten PBX en doorverbinden 6 De machine ondersteunt de nummerweergavedienst die door sommige telefoonbedrijven wordt aangeboden. Functies als Voicemail, Wisselgesprekken, Wisselgesprekken/Nummerweergave, een antwoordapparaat, alarmsysteem of een andere speciale functie op dezelfde lijn kunnen problemen veroorzaken bij de werking van de machine.
Telefoontoestel en externe apparaten Een extern antwoordapparaat aansluiten BELANGRIJK 6 U kunt een extern antwoordapparaat aansluiten. Als u echter een extern antwoordapparaat aansluit op dezelfde telefoonlijn als de machine, worden alle gesprekken beantwoord door het antwoordapparaat terwijl de machine “luistert” of er faxtonen zijn. Als faxtonen worden waargenomen, neemt de machine de oproep over en wordt de fax ontvangen.
Hoofdstuk 6 Aansluiting op meerdere lijnen (PBX) 6 Wij raden u aan om contact op te nemen met het bedrijf dat uw PBX heeft geïnstalleerd om uw machine aan te sluiten. Als u beschikt over een systeem met meerdere lijnen, raden wij u aan om de installateur te vragen om de machine op de laatste lijn van het systeem aan te sluiten. Zo wordt voorkomen dat de machine wordt geactiveerd als het systeem telefoonoproepen ontvangt.
Telefoontoestel en externe apparaten Werken met externe of tweede toestellen 6 Als u een faxoproep aanneemt van een tweede toestel of een extern toestel, kunt u de oproep naar de machine doorverbinden met behulp van de code voor activeren op afstand. Als u de code voor activeren op afstand, l 5 1, intoetst, begint de machine met het ontvangen van de fax. Waarschijnlijk gaat het om het ontvangen van een handmatige fax.
Hoofdstuk 6 De codes voor afstandsbediening wijzigen Als u activering op afstand wilt gebruiken, moet u de codes voor afstandsbediening inschakelen. De vooraf ingestelde code voor activering op afstand is l 5 1. De voorgeprogrammeerde code voor deactiveren op afstand is # 5 1. U kunt deze codes desgewenst vervangen door uw eigen codes. a b Druk op Menu. Druk op a of b om Fax te selecteren. Druk op OK. c Druk op a of b om Ontvangstmenu te selecteren. Druk op OK. d Druk op a of b om Act.Op Afst.
7 Nummers kiezen en opslaan Nummers kiezen Handmatig kiezen Opmerking 7 7 Toets alle cijfers van het fax- of telefoonnummer in. 7 Als op het LCD-scherm Niet toegewezen wordt weergegeven wanneer u een snelkiesnummer invoert of zoekt dat niet op deze locatie is opgeslagen. d Druk op a of b om het gewenste nummer te kiezen. Druk op OK. e Druk op OK om Fax versturen te selecteren. Zoeken 7 a Druk op 7 U kunt zoeken naar namen die u in het snelkiesgeheugen hebt opgeslagen.
Hoofdstuk 7 Faxnummer opnieuw kiezen Herkies/Pauze werkt alleen als u het nummer via het bedieningspaneel hebt gekozen. Als u een fax automatisch wilt verzenden en de lijn bezet is, wordt het nummer automatisch maximaal drie keer met tussenpozen van vijf minuten opnieuw gekozen. a b Druk op Herkies/Pauze. c Druk op a of b om Fax versturen te selecteren. Druk op OK. d Druk op a of b om het nummer weer te geven dat u opnieuw wilt kiezen. Druk op OK. Druk op Mono Start of Kleur Start.
Nummers kiezen en opslaan Overzicht nummerweergave (Overz. beller-ID) c 7 Als u een fax wilt verzenden, drukt u op a of b om Fax versturen te selecteren. Voor de functie Overz. beller-ID is de nummerweergavedienst vereist die door veel telefoonbedrijven wordt aangeboden. (Zie Nummerweergave (Beller ID) uu pagina 33.) De nummers, of eventueel namen, van de laatste 30 fax- en telefoonoproepen die u hebt ontvangen, worden opgeslagen in het nummerweergaveoverzicht.
Hoofdstuk 7 Nummers opslaan 7 U kunt maximaal 40 verschillende 2-cijferige snelkiesnummers met een naam opslaan, één nummer per naam. Als u een nummer kiest, hoeft u slechts op een paar toetsen te U kunt uw machine instellen om op de volgende manieren snel te kiezen: met snelkiesnummers en groepen voor het groepsverzenden van faxberichten. Als u een snelkiesnummer kiest, wordt het nummer op het LCD-scherm weergegeven.
Nummers kiezen en opslaan De namen of nummers van snelkiesnummers wijzigen f Als u het fax- of telefoonnummer wilt wijzigen, drukt u op a of b om Fax/tel: te selecteren. Vervolgens drukt u op OK en voert u met behulp van de kiestoetsen het nieuwe fax- of telefoonnummer in (maximaal 20 cijfers). Druk op OK. 7 U kunt de naam of het nummer wijzigen van een snelkiesnummer dat al is opgeslagen. a Druk op b Druk op a of b om Snelkiezen inst. te selecteren. Druk op OK.
8 Kopiëren 8 b Kopiëren 8 Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in de ADF. In de volgende stappen worden de standaardkopieerhandelingen beschreven. a Plaats uw document op een van de volgende manieren: Controleer of de kopieermodus is ingeschakeld en druk op (Zie De ADF gebruiken uu pagina 22.) Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. (KOPIE). (Zie De glasplaat gebruiken uu pagina 23.
Kopiëren Kopieerinstellingen 8 Papieropties U kunt de volgende kopieerinstellingen wijzigen. Druk op KOPIE en vervolgens op a of b om door de kopieerinstellingen te bladeren. Wanneer de gewenste instelling is gemarkeerd, drukt u op OK. Papiersoort (Beknopte gebruikershandleiding) a b c d Voor meer informatie over het wijzigen van de volgende kopieerinstellingen uupagina 45. Papiersoort Papierformaat Kwaliteit In-/uitzoomen Stapel/Sorteer Dichtheid Nieuwe standaard Fabrieksinstell.
9 Afdrukken vanaf een computer Een document afdrukken De machine kan gegevens van uw computer ontvangen en deze afdrukken. Om vanaf een computer te kunnen afdrukken, moet u de printerdriver installeren. uuSoftwarehandleiding: Afdrukken (Windows®) uuSoftwarehandleiding: Afdrukken en faxen (Macintosh) a Installeer de Brother-printerdriver vanaf de cd-rom. (uuInstallatiehandleiding) b Selecteer de opdracht Afdrukken in uw toepassing.
10 Scannen vanaf een computer Een document scannen 10 Er zijn verscheidene manieren waarop u documenten kunt scannen. U kunt de toets SCAN op de machine of de scannerdrivers op uw computer gebruiken. a Om de machine als scanner te kunnen gebruiken, moet u de scannerdriver installeren. Als de machine is aangesloten op een netwerk, configureert u deze met een TCP-/IPadres.
Hoofdstuk 10 Scannen met een scannerdriver 10 Scannen met het ControlCenter uuSoftwarehandleiding: Een document scannen met de TWAIN-driver (Windows®) uuSoftwarehandleiding: ControlCenter4 (Windows®) uuSoftwarehandleiding: Een document scannen met de WIA-driver (Windows®) uuSoftwarehandleiding: ControlCenter2 (Macintosh) uuSoftwarehandleiding: Een document scannen met de TWAIN-driver (Macintosh) uuSoftwarehandleiding: Documenten scannen met de ICA-driver (Mac OS X 10.6.
A Routineonderhoud De inktcartridges vervangen Uw machine is voorzien van een inktstippenteller. De inktstippenteller controleert automatisch het inktniveau in elk van de vier cartridges. Als de machine ontdekt dat een inktcartridge bijna leeg is, wordt een melding op het LCD-scherm weergegeven. Op het LCD-scherm wordt aangegeven welke inktcartridge bijna leeg of aan vervanging toe is. Volg de aanwijzingen op het LCD-scherm om de inktcartridges in de juiste volgorde te vervangen.
b Druk op de ontgrendelingshendel (zie illustratie) om de op het LCD-scherm aangegeven cartridge te ontgrendelen. Verwijder de cartridge uit de machine. d Draai de groene hendel op de oranje verpakking (1) rechtsom tot deze klikt om de vacuümverpakking te openen. Verwijder de oranje verpakking vervolgens (zie illustratie). 1 1 c 50 Open de verpakking met de nieuwe inktcartridge voor de kleur die op het LCD-scherm wordt getoond, en haal vervolgens de inktcartridge eruit.
Routineonderhoud f Duw voorzichtig tegen de achterkant van de inktcartridge met de aanduiding “PUSH” (duwen) tot de cartridge op zijn plaats klikt. Sluit vervolgens het deksel van de inktcartridge. BELANGRIJK • Verwijder inktcartridges ALLEEN als deze aan vervanging toe zijn. Als u zich niet aan dit voorschrift houdt, kan de hoeveelheid inkt achteruitgaan en weet de machine niet hoeveel inkt er nog in de cartridge zit. • Raak de houders voor de cartridges NIET aan.
De machine reinigen en controleren De glasplaat reinigen Opmerking A A a Haal de stekker van de machine uit het stopcontact. b Til het documentdeksel (1) op. Reinig de glasplaat (2) en het witte plastic (3) met een zachte, pluisvrije doek die is bevochtigd met een niet-brandbare glasreiniger. Nadat u de glazen strook hebt gereinigd, voelt u met uw vingertoppen of er nog vuil op zit. Als u vuil voelt, reinigt u de glazen strook en met name het vuile gedeelte opnieuw.
Routineonderhoud De printkop reinigen De printkop wordt indien nodig automatisch gereinigd, zodat de afdrukkwaliteit optimaal blijft. Als de afdrukkwaliteit te wensen overlaat, kunt u het reinigingsproces handmatig starten. Als er op de afgedrukte pagina's een horizontale streep of een leeg gedeelte door tekst of grafisch werk loopt, dient u de printkop te reinigen. U kunt alleen Zwart, drie kleuren tegelijk (Geel/Cyaan/Magenta) of alle vier kleuren tegelijk reinigen.
i j k U wordt gevraagd of u wilt beginnen met reinigen. Druk op1 (Ja). De machine begint de printkop te reinigen. Druk na het reinigen op Kleur Start. De machine drukt de Testpagina afdrukkwaliteit opnieuw af. Herhaal de procedure vanaf stap f. Druk op Stop/Eindigen. Als u deze procedure minimaal vijf keer herhaalt en de afdrukkwaliteit is nog steeds slecht, vervangt u de inktcartridge voor de kleur die niet goed wordt afgedrukt. Controleer de afdrukkwaliteit als u de inktcartridge hebt vervangen.
B Problemen oplossen B Foutmeldingen B Zoals bij alle geavanceerde kantoorproducten kunnen er fouten optreden en dienen verbruiksartikelen te worden vervangen. In dergelijke gevallen kan de machine de fout zelf identificeren en wordt een foutmelding weergegeven. De onderstaande tabel geeft een overzicht van de meest voorkomende onderhouds- en foutmeldingen. De meeste meldingen over fouten en algemene onderhoudswerkzaamheden kunt u zelf afhandelen.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen Alleen BK afdr. Een of meer kleurencartridges zijn aan vervanging toe. Vervang de inktcartridges. (Zie De inktcartridges vervangen uu pagina 49.) Inkt vervangen U kunt nog ongeveer vier weken in zwart-wit afdrukken, afhankelijk van het aantal pagina's dat u afdrukt.
Problemen oplossen Foutmelding Oorzaak Wat te doen Formaat nazien De papierformaatinstelling komt niet overeen met het formaat van het papier in de lade. Of u hebt de papiergeleiders in de lade niet ingesteld op het gebruikte papierformaat. 1 Controleer of het geselecteerde papierformaat overeenkomt met het papierformaat in de lade. 2 Zorg ervoor dat u het papier in staande richting invoert door de papiergeleiders op het juiste papierformaat in te stellen.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen Inktabsorbeerder vol Een van de inktopvangbakjes is vol. Voor optimale prestaties van uw Brother-machine moeten deze onderdelen regelmatig onderhouden en uiteindelijk vervangen worden. Omdat periodiek onderhoud voor deze onderdelen vereist is, valt vervanging van de onderdelen niet onder de garantie. Na hoeveel tijd deze artikelen aan vervanging toe zijn, is afhankelijk van het aantal keren dat het inktsysteem moet worden doorgespoten en gespoeld om het te reinigen.
Problemen oplossen Foutmelding Oorzaak Wat te doen Kan niet detect. U hebt een nieuwe inktcartridge te snel geïnstalleerd en de machine heeft de cartridge niet gedetecteerd. Verwijder de nieuwe inktcartridge en installeer deze langzaam opnieuw tot u een klik hoort. Als u geen originele Brother-inkt gebruikt, wordt de inktcartridge mogelijk niet door de machine gedetecteerd. Vervang de cartridge door een originele Brother-inktcartridge.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen Papierstoring Het papier is vastgelopen in de machine. Verwijder het vastgelopen papier volgens de stappen in Printer of papier vastgelopen uu pagina 63. Controleer of de papiergeleider voor de lengte is afgesteld op het juiste papierformaat. Reinigen onmog.XX OpstartprobleemXX Print onmogelijkXX Scan onmogelijkXX De machine heeft een mechanisch probleem. —OF— Er bevindt zich in de machine een voorwerp dat er niet hoort, zoals een paperclip of afgescheurd papier.
Problemen oplossen Foutanimatie B f Ga op een van de volgende manieren te werk: Met foutanimatie worden stapsgewijs instructies weergegeven wanneer het papier is vastgelopen. U kunt de stappen in uw eigen tempo lezen door op c te drukken om de volgende stap weer te geven en op d om naar de vorige stap terug te gaan. Als op het LCD-scherm Geen dataopslag wordt weergegeven, zijn er geen faxen meer in het geheugen van de machine.
Document vastgelopen B Documenten kunnen in de ADF vastlopen als ze niet goed worden geplaatst of doorgevoerd, of als de documenten te lang zijn. Volg de onderstaande stappen om een vastgelopen document te verwijderen. Een document is aan de bovenzijde van de ADF vastgelopen a Verwijder al het papier uit de ADF dat niet is vastgelopen. b c Open het ADF-deksel. d e a Verwijder al het papier uit de ADF dat niet is vastgelopen. b c Til het documentdeksel op. d e Sluit het documentdeksel.
Problemen oplossen Printer of papier vastgelopen B c Trek de twee groene hendels in de machine uit om het vastgelopen papier vrij te geven. d Trek het vastgelopen papier (1) eruit. Verwijder het vastgelopen papier uit de plaats waar het in de machine is vastgelopen.
f Open de klep ter verwijdering van vastgelopen papier (1) aan de achterzijde van de machine. i 1 Zet het scannerdeksel (1) met beide handen in de geopende stand met behulp van de plastic lipjes aan weerszijden van de machine. 3 2 1 g h 64 Trek het vastgelopen papier uit de machine. Sluit de klep ter verwijdering van vastgelopen papier. Controleer of de klep goed gesloten is. Beweeg de printkop (indien nodig) om achtergebleven papier uit dit gedeelte te verwijderen.
Problemen oplossen BELANGRIJK k Duw de twee groene hendels in de oorspronkelijke stand terug. l Duw de papierlade stevig terug in de machine. m Terwijl u de papierlade vasthoudt, trekt u de papiersteun (1) naar buiten tot u een klik hoort en vouwt u de papiersteunklep (2) uit. • Als het papier onder de printkop is vastgelopen, moet u de stekker van de machine uit het stopcontact trekken en vervolgens de printkop bewegen om het papier te verwijderen.
Problemen oplossen B Als u denkt dat er een probleem is met uw machine, kunt u de onderstaande tabel bekijken en de tips voor het oplossen van problemen volgen. De meeste problemen kunt u zelf eenvoudig oplossen. Indien u extra hulp nodig hebt, biedt het Brother Solutions Center u de meest recente veelgestelde vragen en tips voor het oplossen van problemen. Ga naar http://solutions.brother.com/. Als u problemen met uw machine hebt Afdrukken Probleem Suggesties Geen print.
Problemen oplossen Afdrukken (Vervolg) Probleem Suggesties Slechte afdrukkwaliteit. Controleer de afdrukkwaliteit. (Zie De afdrukkwaliteit controleren uu pagina 53.) Controleer of de instelling Mediatype in de printerdriver of de instelling Papiersoort in het menu van de machine overeenkomt met het soort papier dat u gebruikt. Zie Papiersoort uu pagina 17. uuSoftwarehandleiding: Afdrukken (Windows®) uuSoftwarehandleiding: Afdrukken en faxen (Macintosh) Controleer de verloopdatum van uw inktcartridges.
Afdrukken (Vervolg) Probleem Suggesties De machine drukt dichte lijnen af op de pagina. Schakel Omgekeerde volgorde in op het tabblad Normaal van de printerdriver. De afdrukken zijn gekreukeld. (Windows®-gebruikers) Op het tabblad Geavanceerd van de printerdriver klikt u op Kleurinstellingen en heft u de selectie van Bi-directioneel afdrukken op.
Problemen oplossen Ontvangen faxen afdrukken Probleem Suggesties Gecomprimeerde afdruk en witte strepen over de pagina of de boven- of onderkant van zinnen worden niet afgedrukt. Er is waarschijnlijk sprake van een slechte verbinding met een atmosferische of andere storing op de telefoonlijn. Vraag aan de verzendende partij om de fax opnieuw te verzenden. Ontvangen faxen hebben zwarte verticale lijnen. De scanner van de afzender kan vuil zijn.
Faxen verzenden Probleem Suggesties Kan geen fax verzenden. Controleer alle aansluitingen. Controleer of het telefoonsnoer op het telefoonstopcontact en de lijningang van de machine is aangesloten. Vraag de andere partij om te controleren of de ontvangende machine papier bevat. Druk het verzendrapport af en controleer op foutmeldingen. (uuUitgebreide gebruikershandleiding: Rapporten) Op het verzendrapport staat “RESULT:FOUT”. Er is waarschijnlijk even ruis of statische elektriciteit op de lijn geweest.
Problemen oplossen Problemen met kopiëren Probleem Suggesties Slechte kopieerresultaten bij het gebruik van de ADF. Gebruik de glasplaat. (Zie De glasplaat gebruiken uu pagina 23.) Op kopieën worden verticale zwarte lijnen of strepen afgedrukt. Verticale zwarte lijnen of strepen op kopieën worden doorgaans veroorzaakt door vuil of correctievloeistof op de glazen strook. Reinig de glazen strook. (Zie De glasplaat reinigen uu pagina 52.) Paginavulling werkt niet goed.
Netwerkproblemen Probleem Suggesties Afdrukken via het netwerk is onmogelijk. Controleer of uw machine aanstaat en online en gebruiksklaar is. Druk de netwerkconfiguratielijst af (uuUitgebreide gebruikershandleiding: Rapporten) en controleer de huidige netwerkinstellingen in deze lijst. Als u een draadloze verbinding gebruikt of als er netwerkproblemen optreden uuNetwerkhandleiding: Problemen oplossen De functie netwerkscannen werkt niet.
Problemen oplossen Kiestoon waarnemen Als u automatisch een fax verzendt, wacht uw machine standaard een bepaalde tijd voordat deze het nummer kiest. Als u de kiestoon op Waarneming instelt, kiest uw machine het nummer zodra deze een kiestoon waarneemt. Deze instelling spaart tijd als u een fax naar veel verschillende nummers verzendt. Als er na het wijzigen van de instelling problemen optreden wanneer u nummers kiest, moet u weer Geen detectie instellen.
Informatie over de machine Het serienummer controleren 3 Alle instell. B B U kunt het serienummer van de machine nakijken op het scherm. a b c d U kunt alle instellingen terugzetten naar de fabrieksinstellingen. Brother raadt u met klem aan deze procedure uit te voeren voordat u de machine van de hand doet of aan een ander overdraagt. Druk op Menu. De machine resetten Druk op a of b om Machine-info te selecteren. Druk op OK. a b Druk op a of b om Serienummer te selecteren. Druk op OK.
C Menu en functies Programmeren op het scherm C C Uw machine is zodanig ontworpen dat deze eenvoudig via het LCD-scherm kan worden geprogrammeerd met behulp van de menutoetsen. Programmeren via het scherm is uiterst eenvoudig en helpt u alle functies van uw machine optimaal te benutten. Op het scherm worden stapsgewijze aanwijzingen weergegeven om u te helpen uw machine te programmeren. U hoeft alleen de aanwijzingen op te volgen die u door de menuselecties en de programmeeropties leiden.
Menutabel C De menutabel helpt u de menuselecties en -opties te begrijpen die u in de programma's van de machine tegenkomt. De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven. Menu ( ) C Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Inkt Testafdruk — Printkwaliteit Hiermee kunt u de afdrukkwaliteit of uitlijning Instel kantlijn controleren. Reinigen — Zwarte inkt Kleur Omschrijvingen Pagina 53 Hiermee kunt u de printkop 53 reinigen. Alle inkt Inktvolume Standaardinst.
Menu en functies Niveau1 Niveau2 Standaardinst. Volume Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina Belvolume Uit Hiermee kunt u het belvolume aanpassen. 9 (Vervolg) Laag Half* Hoog Waarsch.toon Uit Laag* Hiermee stelt u het volume 9 van de waarschuwingstoon in. Half Hoog Luidspreker Uit Laag Hiermee stelt u het volume 9 van de luidspreker in. Half* Hoog Aut. zomertijd — Aan* Uit LCD instell. Zie LCD-Contrast Hiermee kunt u het contrast van het LCDscherm instellen.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina Fax Ontvangstmenu Belvertraging 0 De belvertraging bepaalt hoe vaak de telefoon overgaat voordat de machine opneemt in de modus Alleen Fax of Fax/Telefoon. 31 1 2* 3 4 5 6 F/T Beltijd 20Sec. 30Sec.* 40Sec. Hiermee stelt u de duur 31 van het dubbele belsignaal in de Fax/Telefoon-modus in. 70Sec. Fax Waarnemen Aan* Uit Act.Op Afst. Aan* (l51, #51) Uit Auto reductie Aan* Uit Snelkiezen inst. Snelkiezen inst.
Menu en functies Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina Fax Kies rapport Verzendrapp. Aan Kies de begininstellingen voor het verzendrapport. 27 (Vervolg) Aan+Beeld Uit* Uit+Beeld Journaal tijd Uit Na 50 faxen* Elke 6 uur Elke 12 uur Elke 24 uur Elke 2 dagen Elke 7 dagen Hiermee stelt u de interval Zie in voor het automatisch afdrukken van het faxjournaal. Als u een andere optie dan Uit of Na 50 faxen hebt gekozen, kunt u de tijd voor de gekozen optie instellen.
Menu Netwerk C Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina Netwerk TCP/IP BOOT Method Automatisch* Selecteert de opstartmethode die het beste aan uw eisen voldoet. Zie Statisch RARP BOOTP DHCP IP Address [000-255]. Voer het IP-adres in. [000-255]. [000-255]. [000-255] Subnet Mask [000-255]. Voer het subnetmasker in. [000-255]. [000-255]. [000-255] Gateway [000-255]. [000-255]. Voer het adres van de gateway in. [000-255].
Menu en functies Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Netwerk WPS m/pincode — — U kunt uw draadloze Zie netwerkinstellingen gemakkelijk configureren met WPS en een pincode. Status WLAN Status — U kunt de huidige status van het draadloze netwerk nagaan. Signaal — U kunt de huidige signaalsterkte van het draadloze netwerk nagaan. SSID — U kunt de huidige SSID nagaan. Comm. Modus — U kunt de huidige communicatiemodus nagaan.
Menu ( ) (vervolg) C Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina Print lijsten Verzendrapport — — Zie Kieslijst — Alfabet. volgorde Hiermee drukt u deze lijsten en rapporten af. . Nummervolgorde Fax Journaal — — Gebruikersinst — — Netwerk Conf. — — WLAN-rapport — — Overz. beller-ID — — Machine-info Serienummer — — Hiermee kunt u het serienummer van uw machine bekijken. 74 Stand.instel.
Menu en functies Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Stand.instel. Reset Netwerk — Hiermee worden de 74 fabrieksinstellingen van de afdrukserver, zoals het wachtwoord en de IPadresgegevens, hersteld. (Vervolg) Snelkiez.&fax — Hiermee verwijdert u alle opgeslagen snelkiesnummers en faxen en herstelt u de fabriekinstellingen van de stations-ID, de snelkieslijst, het verzendrapport en het faxjournaal. Alle instell. — Hiermee worden alle fabrieksinstellingen van de machine hersteld.
FAX ( ) C Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Faxresolutie — — Standaard* Hiermee stelt u de resolutie Zie voor uitgaande faxen in. Fijn Pagina . Superfijn Foto Contrast — — Automatisch* Licht Donker Snelkiezen Zoeken — Hiermee kunt u de faxen die u verzendt lichter of donkerder maken. Alfabet. volgorde U kunt een nummer kiezen 39 Nummervolgorde door slechts op een paar toetsen (en Start) te drukken. Snelkiezen inst.
Menu en functies Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina Nieuwe standaard — — — U kunt uw faxinstellingen opslaan. Zie Fabrieksinstell. — — — U kunt alle fabrieksinstellingen herstellen. . Uitgebreide gebruikershandleiding De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven. SCAN ( ) C Niveau1 Optie1 Optie2 Optie3 Omschrijvingen naar file — — — Hiermee kunt u een zwart- Zie wit- of kleurendocument in uw computer scannen.
KOPIE ( ) C Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina Kwaliteit — — Snel Hiermee kiest u de kopieerresolutie voor de volgende kopie. Zie Selecteer de papiersoort die overeenkomt met het papier in de lade. 45 Selecteer het papierformaat dat overeenkomt met het papier in de lade. 45 — Zie Normaal* .
Menu en functies Niveau1 Niveau2 Stapel/Sorteer — Niveau3 Opties Omschrijvingen — Stapel* U kunt ervoor kiezen om Zie meerdere kopieën te laten stapelen of sorteren. Sorteren Pagina layout — — Uit(1op1)* 2op1(P) Pagina . U kunt N op 1, 2 op 1 ID of posterkopieën maken. 2op1(L) 2op1(id) 4op1(P) 4op1(L) Poster (2x1) Poster (2x2) Poster (3x3) Nieuwe standaard — — — U kunt uw kopieerinstellingen opslaan. Fabrieksinstell. — — — U kunt alle fabrieksinstellingen herstellen.
Herkies/Pauze ( ) C Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina Uitgaand gesprek Fax versturen — — U kunt een nummer kiezen uit het overzicht van uitgaande gesprekken en er vervolgens een fax naar verzenden, het nummer toevoegen als snelkiesnummer of het verwijderen. Zie — — U kunt een nummer kiezen uit het nummerweergaveoverzicht en er vervolgens een fax naar verzenden, het nummer toevoegen als snelkiesnummer of het verwijderen. Nw snelkiesnr Verwijder Overz.
Menu en functies Tekst invoeren C Bij het instellen van bepaalde menuopties, zoals het Stations-ID, moet u tekst in de machine invoeren. Op de meeste kiestoetsen staan drie of vier letters afgebeeld. Op de toetsen 0, # en l staan geen letters, omdat deze worden gebruikt voor speciale tekens. Druk het aangegeven aantal keer op de betreffende kiestoets om het gewenste teken beschikbaar te maken.
D Specificaties D Algemeen D Opmerking Dit hoofdstuk bevat een overzicht van de specificaties van de machine. Ga voor uitgebreidere specificaties naar http://www.brother.com/. Printertype Inkjet Printkop Zwart-wit: Piëzo met 210 spuitmondjes × 1 Kleur: Piëzo met 210 spuitmondjes × 3 Geheugencapaciteit 40 MB LCD (Liquid Crystal Display) 1,9 in.
Specificaties Afmetingen 180 mm 405 mm 378 mm 374 mm 519 mm Gewicht 9 kg Geluidsemissie In bedrijf: LPAm = 50 dB of minder 1 Geluidsemissie conform ISO9296 Kopiëren: LWAd = 6,24 B(A) 2 (Zwart-wit) Temperatuur Vochtigheid ADF (automatische documentinvoer) Documentgrootte LWAd = 5,82 B(A) (Kleur) Gereed: LWAd = 3,00 B(A) (Zwart-wit/Kleur) In bedrijf: 10 tot 35 °C Beste afdrukkwaliteit: 20 tot 33 °C In bedrijf: 20 tot 80% (niet condenserend) Beste afdrukkwaliteit: 20 tot 80% (niet cond
Afdrukmedia Papierinvoer D Papierlade Papiersoort: Normaal papier, inkjetpapier (gecoat papier), glanzend papier 1 en transparanten 1 2 Papierformaat 3: A4, Executive, Letter, A5, A6, Enveloppen (commercial nr.10, DL, C5, Monarch), Foto (10 × 15 cm), Foto 2L (13 × 18 cm) en Indexkaart (127 × 203 mm) Breedte: 98 mm - 215,9 mm Lengte: 148 mm - 297 mm Zie Gewicht, dikte en capaciteit van papier uu pagina 21 voor meer informatie.
Specificaties Faxen D Compatibiliteit ITU-T Groep 3 Modemsnelheid Automatische terugval 14.400 bps Scanbreedte ADF: 208 mm (A4) Glasplaat: 204 mm (A4) Afdrukbreedte 210 mm Grijstinten Niveaus: 64 (Z/W)/256 (Kleur) Resolutie Standaard 203 × 98 dpi (Zwart-wit) 203 × 196 dpi (Kleur) Fijn 203 × 196 dpi (Zwart-wit/Kleur) Superfijn 203 × 392 dpi (Zwart-wit) Foto 203 × 196 dpi (Zwart-wit) 1 Snelkiezen 40 stations Groepen Max.
Kopiëren D Kleur/Zwart-wit Ja/Ja Breedte kopie Max. 210 mm Meerdere kopieën Sets van max. 99 pagina’s Vergroten/verkleinen 25% tot 400% (in stappen van 1%) Resolutie Kan maximaal 1.200 × 1.
Specificaties Scanner D Kleur/Zwart-wit Ja/Ja TWAIN-compatibel Ja (Windows® XP 1/Windows Vista®/Windows® 7) Mac OS X 10.4.11, 10.5.x, 10.6.x 2 WIA-compatibel Ja (Windows® XP 1/Windows Vista®/Windows® 7) ICA-compatibel Ja (Mac OS X 10.6.x) Kleurintensiteit 36-bits kleurverwerking (invoer) 24-bits kleurverwerking (uitvoer) Resolutie Max. 19.200 × 19.200 dpi (geïnterpoleerd) 3 Max. 1.200 × 2.400 dpi (optisch) (glasplaat) Max. 1.
Printer D Resolutie Max. 1.200 × 6.000 dpi Afdrukbreedte 3 204 mm [210 mm (zonder rand) 1] Zonder rand 2 A4, Letter, A6, Foto 10 × 15 cm, Indexkaart 127 × 203 mm, Foto 2L 13 × 18 cm Afdruksnelheid 4 1 Wanneer de optie Zonder Marges op Aan is ingesteld. 2 Zie Type en formaat papier voor elke functie uu pagina 20. 3 Als u afdrukt op papier van A4-formaat. 4 Ga voor gedetailleerde specificaties naar http://www.brother.com/.
Specificaties Interfaces D USB 1 2 Gebruik een USB 2.0-interfacekabel van maximaal 2 m. Draadloos LAN-netwerk IEEE 802.11b/g/n (Infrastructuur-/Ad-hocmodus) 1 Uw machine heeft een Hi-speed USB 2.0-interfacekabel. De machine kan ook worden aangesloten op een computer die beschikt over een USB 1.1-interface. 2 USB-poorten van andere merken worden niet ondersteund.
Vereisten voor de computer D ONDERSTEUNDE BESTURINGSSYSTEMEN EN SOFTWAREFUNCTIES Hardeschijfruimte Ondersteunde Aanbevolen voor installatie PcMinimale MinimumComputerplatform & pc-softwarehoeveelheid interface processorsnelheid RAM besturingssysteemversie Toepasfuncties RAM Drivers singen Windows®- Windows® XP Home 1 4 Afdrukken, USB, Intel® Pentium® II 128 MB 256 MB 150 MB 1 GB 3 Wireless , PC-Fax besturingsof gelijkwaardig Windows® XP 802.
Specificaties Verbruiksartikelen D Inkt De machine gebruikt aparte inktcartridges in zwart, geel, cyaan en magenta die geen onderdeel zijn van de printkopset. Gebruiksduur van inktcartridge De eerste keer dat u een set inktcartridges installeert, gebruikt de machine een hoeveelheid inkt om de inktleidingen te vullen voor afdrukken van hoge kwaliteit. Dit is een eenmalig proces.
Netwerk (LAN) D Opmerking Voor meer informatie over de netwerkspecificaties uuNetwerkhandleiding LAN U kunt uw machine aansluiten op een netwerk voor afdrukken en scannen via het netwerk en PC-Fax verzenden 1. De netwerkbeheersoftware Brother BRAdmin Light 2 wordt meegeleverd. Beveiliging van het draadloze netwerk SSID (32 chr), WEP 64/128 bits, WPA-PSK (TKIP/AES), WPA2-PSK (AES) Configuratiehulpprogramma AOSS™ Ja WPS Ja 1 Zie het overzicht van computervereisten op pagina 98.
E Index A D Aangepaste telefoonfuncties op een enkele lijn .................................................70 Aansluiten extern antwoordapparaat ......................35 extern toestel ........................................36 Aansluiting op meerdere lijnen (PBX) ......36 Aansluitingen Extern extern toestel .....................................36 ADF (automatische documentinvoer) ......22 Afdrukken afdrukgebied .........................................16 papier vastgelopen ............................
Faxen vanaf pc Zie de Softwarehandleiding. Foutmeldingen op LCD-scherm ...............55 Alleen BK afdr. ......................................56 Communicatiefout .................................56 Deksel is open. .....................................56 Document nazien ..................................56 Formaat nazien .....................................57 Geen inktpatroon ..................................57 Geheugen vol ........................................57 Inkt bijna op .........................
O R Onderhoud, routine inktcartridges vervangen .......................49 Ontvangstmodus Alleen Fax .............................................29 Ext. TEL/ANT ........................................29 Fax/Telefoon .........................................29 Handmatig ............................................29 Overzicht van het bedieningspaneel ..........6 Reinigen printkop ................................................ 53 scanner ................................................
V Vastlopen document ..............................................62 papier ....................................................63 Verbruiksartikelen ....................................99 Volume instellen belsignaal ................................................9 luidspreker ..............................................9 waarschuwingstoon ................................9 W Web Services (scannen) ................... 47, 85 Windows® Zie de Softwarehandleiding.
Bezoek ons op World Wide Web http://www.brother.com/ Deze machine is uitsluitend goedgekeurd voor gebruik in het land van aankoop. Plaatselijke Brother-bedrijven of hun dealers verlenen alleen service voor machines die in hun eigen land zijn aangekocht.