Operation Manual
54
i U wordt gevraagd of u wilt beginnen met
reinigen.
Druk op1 (Ja).
De machine begint de printkop te
reinigen.
j Druk na het reinigen op Kleur Start.
De machine drukt de Testpagina
afdrukkwaliteit opnieuw af. Herhaal de
procedure vanaf stap f.
k Druk op Stop/Eindigen.
Als u deze procedure minimaal vijf keer
herhaalt en de afdrukkwaliteit is nog
steeds slecht, vervangt u de
inktcartridge voor de kleur die niet goed
wordt afgedrukt.
Controleer de afdrukkwaliteit als u de
inktcartridge hebt vervangen. Als het
probleem niet is verholpen, moet u het
reinigen van de printkop en de
afdrukprocedures minimaal vijf keer
herhalen voor de nieuwe inktcartridge.
Als er dan nog inkt ontbreekt, neemt u
contact op met uw Brother-leverancier.
BELANGRIJK
Raak de printkop NIET aan. Als u de
printkop aanraakt, kan deze blijvend
worden beschadigd en kan de garantie
erop vervallen.
Opmerking
De uitlijning controleren A
Het kan zijn dat u de uitlijning moet afstellen
als na het transport van de machine de
afgedrukte tekst vlekkerig is of de
afbeeldingen flets zijn.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Inkt te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Testafdruk te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Instel kantlijn
te selecteren.
Druk op OK.
e Druk op Mono Start of Kleur Start.
De testpagina Uitlijning wordt afgedrukt.
f
Druk voor het “A”-patroon op het nummer
van de proefafdruk dat het minste aantal
verticale strepen vertoont (1-9).
g
Druk voor het “B”-patroon op het nummer
van de proefafdruk dat het minste aantal
verticale strepen vertoont (1-9).
h
Druk voor het “C”-patroon op het nummer
van de proefafdruk dat het minste aantal
verticale strepen vertoont (1-9).
i
Druk voor het “D”-patroon op het nummer
van de proefafdruk dat het minste aantal
verticale strepen vertoont (1-9).
j Druk op Stop/Eindigen.
i
Als een
spuitmondje van
een printkop
verstopt is, ziet de
afdruk er zo uit.
Nadat het
spuitmondje van
de printkop
gereinigd is, zijn
de horizontale
strepen
verdwenen.










