Operation Manual

68
De machine drukt dichte lijnen af op
de pagina.
Schakel Omgekeerde volgorde in op het tabblad Normaal van de printerdriver.
De afdrukken zijn gekreukeld.
(Windows
®
-gebruikers)
Op het tabblad Geavanceerd van de printerdriver klikt u op Kleurinstellingen en
heft u de selectie van Bi-directioneel afdrukken op.
(Macintosh-gebruikers)
In de printerdriver kiest u Afdrukinstellingen, klikt u op Geavanceerd, kiest u
Andere afdrukopties en heft u de selectie van Bi-directioneel afdrukken op.
Gebruik originele Innobella™-inkt van Brother.
Kan niet afdrukken met ‘Pagina
layout.
Controleer of de instellingen voor het papierformaat in de toepassing en in de
printerdriver hetzelfde zijn.
Afdruksnelheid is te laag. Wijzig de instelling van de printerdriver. In de hoogste resolutie is meer tijd nodig
om de gegevens te verwerken, te verzenden en te printen. Probeer de andere
kwaliteitsinstellingen op het tabblad Geavanceerd (Windows
®
) of
Afdrukinstellingen (Macintosh) van de printerdriver. Klik ook op
Kleurinstellingen en schakel Kleur verbetering uit.
Schakel de optie Zonder Marges uit. Afdrukken zonder rand duurt langer dan
normaal afdrukken.
uuSoftwarehandleiding: Afdrukken (Windows
®
)
uuSoftwarehandleiding: Afdrukken en faxen (Macintosh)
Kleurverbetering werkt niet correct. Als de beeldgegevens in uw toepassing niet in kleurendruk zijn (zoals 256
kleuren), werkt Kleurverbetering niet. Gebruik voor de functie Kleurverbetering
minstens 24-bits kleurgegevens.
Fotopapier wordt niet goed
ingevoerd.
Wanneer u afdrukt op fotopapier van Brother, plaatst u een extra vel van hetzelfde
fotopapier in de papierlade. U vindt dit extra vel in de verpakking van het papier.
Maak de invoerrollen voor het papier schoon.
(uuUitgebreide gebruikershandleiding: De doorvoerrollen voor papier reinigen)
De machine voert meerdere
pagina’s in.
Zorg dat het papier op de juiste wijze in de papierlade is geplaatst. (Zie Papier en
andere afdrukmedia laden uu pagina 11.)
Het papier is vastgelopen. Controleer of de papiergeleider voor de lengte is afgesteld op het juiste
papierformaat. (Zie Printer of papier vastgelopen uu pagina 63.)
Afgedrukte pagina’s worden niet
goed gestapeld.
Zorg dat de papiersteunklep wordt gebruikt.
(Zie Papier en andere afdrukmedia laden uu pagina 11.)
De machine print niet vanuit
Adobe
®
Illustrator
®
.
Verlaag de printresolutie.
uuSoftwarehandleiding: Afdrukken (Windows
®
)
uuSoftwarehandleiding: Afdrukken en faxen (Macintosh)
De inkt vlekt of loopt uit bij het
gebruik van glanzend fotopapier.
Controleer beide zijden van het papier. Leg het papier met het glanzende
(bedrukbare) oppervlak naar beneden. (Zie Papiersoort uu pagina 17.)
Zorg bij gebruik van glanzend papier dat de papiersoort correct is ingesteld.
Afdrukken (Vervolg)
Probleem Suggesties