Network Glossary

Table Of Contents
Appendix A
17
A
ARP gebruiken voor het configureren van het IP-adres A
Als u BRAdmin niet kunt gebruiken en het netwerk geen DHCP-server gebruikt, kunt u ook de opdracht ARP
gebruiken. De ARP-opdracht is beschikbaar op Windows
®
-systemen waarop TCP/IP is geïnstalleerd en op
UNIX-systemen. Als u ARP wilt gebruiken, voert u de onderstaande opdracht in:
arp -s ipadres ethernetadres
ping ipadres
Waarbij ethernetadres staat voor het MAC-adres (Ethernet-adres) en ipadres voor het IP-adres van de
afdrukserver. Bijvoorbeeld:
Windows
®
-systemen
Op Windows
®
-systemen moet u het koppelteken "-" tussen ieder teken van het MAC-adres (Ethernet-
adres) plaatsen.
arp -s 192.168.1.2 00-80-77-31-01-07
ping 192.168.1.2
UNIX/Linux
®
-systemen
Op UNIX- en Linux
®
-systemen moet u doorgaans een dubbele punt (“:”) plaatsen tussen ieder teken van
het MAC-adres (Ethernet-adres).
arp -s 192.168.1.2 00:80:77:31:01:07
ping 192.168.1.2
Opmerking
Om de opdracht arp -s te kunnen gebruiken, dient u zich op hetzelfde Ethernet-segment te bevinden (met
andere woorden, er mag zich geen router bevinden tussen de afdrukserver en het besturingssysteem).
Wanneer er een router tussen zit, kunt u BOOTP of andere methoden uit dit hoofdstuk gebruiken om het
IP-adres in te voeren. Als uw beheerder heeft geconfigureerd dat het systeem IP-adressen verstrekt met
gebruikmaking van BOOTP, DHCP of RARP, kan de afdrukserver van Brother een IP-adres van een van
deze systemen ontvangen. In dat geval hoeft u de opdracht ARP niet te gebruiken. De opdracht ARP werkt
slechts één keer. Nadat u de opdracht ARP hebt gebruikt om het IP-adres van de Brother-afdrukserver te
configureren, kunt u de opdracht ARP om veiligheidsredenen niet meer gebruiken om dat adres te
wijzigen. De afdrukserver zal alle pogingen tot wijziging van het IP-adres negeren. Als u het IP-adres weer
wilt wijzigen, dient u Beheer via een webbrowser of moet u de standaardinstellingen van de afdrukserver
herstellen (waarna u de opdracht ARP weer kunt gebruiken).