Software User's Guide
Table Of Contents
- SOFTWAREHANDLEIDING
- Modellen
- Definities van opmerkingen
- Samenstelling en publicatie
- BELANGRIJKE OPMERKING
- Inhoudsopgave
- Windows®
- 1 Afdrukken
- De Brother-printerdriver gebruiken
- Functies
- Het juiste type papier kiezen
- Gelijktijdig afdrukken, scannen en faxen
- Gegevens uit het geheugen wissen
- Status Monitor
- Instellingen van de printerdriver
- De instellingen van de printerdriver weergeven
- Het tabblad Normaal
- Het tabblad Geavanceerd
- Het tabblad Afdrukprofielen
- Ondersteuning
- Trial Photo Print (niet beschikbaar voor MFC‑J430W/J432W/J5910DW)
- Foto's afdrukken met FaceFilter Studio van REALLUSION
- Homepage Print 2 van Corpus gebruiken (niet beschikbaar voor MFC‑J5910DW)
- 2 Scannen
- Een document scannen met de TWAIN-driver
- Een document scannen met de WIA-driver
- Een document scannen met de WIA-driver (Windows® Photo Gallery en Windows® Fax & Scan)
- ScanSoft™ PaperPort™12SE met OCR van NUANCE™ gebruiken (niet beschikbaar voor DCP‑J525W)
- Items bekijken
- Uw items in mappen rangschikken
- Snelkoppelingen naar andere toepassingen
- Met ScanSoft™ PaperPort™12SE met OCR kunt u beeldtekst converteren naar tekst die u kunt bewerken
- Items uit andere toepassingen importeren
- Items in andere formaten exporteren
- ScanSoft™ PaperPort™12SE met OCR verwijderen
- BookScan Enhancer en Whiteboard Enhancer van REALLUSION gebruiken
- 3 ControlCenter4
- Overzicht
- ControlCenter4 in de Startmodus gebruiken
- Het tabblad Foto
- Het tabblad Scannen
- Het tabblad PC‑FAX (voor MFC-modellen)
- Het tabblad Apparaatinstellingen
- Het tabblad Ondersteuning
- ControlCenter4 in de Geavanceerde modus gebruiken
- Het tabblad Scannen
- Het tabblad PC‑kopie
- Het tabblad Foto
- Afbeeldingen afdrukken/bewerken
- PCC folder openen (PCC: PhotoCapture Center™) (voor MFC‑J625DW/J825DW/J5910DW/DCP‑J725DW/J925DW)
- Bestanden van PCC folder kopiëren (voor MFC‑J625DW/J825DW/J5910DW/DCP‑J725DW/J925DW)
- Bestanden naar een toepassing kopiëren (voor MFC‑J625DW/J825DW/J5910DW/DCP‑J725DW/J925DW)
- Het tabblad PC‑FAX (voor MFC-modellen)
- Het tabblad Apparaatinstellingen
- Het tabblad Ondersteuning
- Aangepast tabblad
- 4 Remote Setup (voor MFC‑J625DW/J825DW/J5910DW)
- 5 Brother PC‑FAX-software (alleen MFC-modellen)
- 6 PhotoCapture Center™ (voor MFC‑J625DW/J825DW/J5910DW/DCP‑J725DW/J925DW)
- 7 Firewall-instellingen (voor netwerkgebruikers)
- 1 Afdrukken
- Apple Macintosh
- 8 Afdrukken en faxen
- 9 Scannen
- 10 ControlCenter2
- 11 Remote Setup & PhotoCapture Center™
- De scantoets gebruiken
- 12 Scannen via de USB-kabel
- 13 Netwerkscannen
- Voordat u netwerkscannen gebruikt
- De scantoets gebruiken in een netwerk
- Scannen naar e‑mail (PC)
- Scannen naar e‑mail (e‑mailserver) (voor MFC‑J5910DW)
- Scannen naar Afbeelding
- Scannen naar OCR (niet beschikbaar voor DCP‑J525W)
- Scannen naar Bestand
- Scannen naar FTP (voor MFC‑J5910DW)
- Scannen naar FTP met FTP-serverprofielen (voor MFC‑J5910DW)
- Scannen naar Netwerk (voor MFC‑J5910DW)
- Scannen naar Netwerk met profielen voor Scannen naar Netwerk (voor MFC‑J5910DW)
- Met Webservices scannen op uw netwerk (Windows Vista® SP2 of recenter en Windows® 7)
- Afdrukken op een schijf
- Index
- brother DUT
Netwerkscannen
209
13
Specificeer uw machine per naam
1 Voer de naam van het knooppunt van de machine in bij Naam van knooppunt of klik op
Bladeren en selecteer de machine die u wilt gebruiken.
2 Klik op OK.
d Klik op het tabblad Scan naar Knop en voer de naam van uw computer in het veld Display naam in.
Het LCD-scherm van de machine geeft de naam weer die u invoert. De standaardinstelling is de naam
van uw computer. U kunt elke gewenste naam invoeren.
e Als u het ontvangen van ongewenste documenten wilt vermijden, voert u een pincode van 4 cijfers in in
het veld Pin code en Voer de Pin code opnieuw in. Om gegevens te verzenden naar een computer
die is beveiligd met een pincode, wordt u via het LCD-scherm gevraagd de pincode in te voeren voordat
het document kan worden gescand en naar de computer wordt verzonden. (Zie De scantoets gebruiken
in een netwerk uu pagina 211.)
Netwerkscannen configureren voor Macintosh
Als u het apparaat wilt gebruiken om in een netwerk te scannen, moet u de netwerkmachine selecteren in de
toepassing Device Selector in Macintosh HD/Bibliotheek/Printers/Brother/Utilities/DeviceSelector of via
de keuzelijst Model op het hoofdscherm van ControlCenter2. Als u de MFL-Pro Suite-software al geïnstalleerd
hebt volgens de stappen van de netwerkinstallatie in de Installatiehandleiding, zou deze selectie al gemaakt
moeten zijn.
Om de machine te gebruiken als netwerkscanner moet deze geconfigureerd zijn met een TCP-/IP-adres.
U kunt de adresinstellingen via het bedieningspaneel configureren of wijzigen. uuNetwerkhandleiding:
Configuratie van het bedieningspaneel