Software User's Guide
Table Of Contents
- Softwarehandleiding
- Modellen
- Definities van opmerkingen
- Samenstelling en publicatie
- BELANGRIJKE OPMERKING
- Inhoudsopgave
- Windows®
- 1 Afdrukken
- De Brother-printerdriver gebruiken
- Functies
- Het juiste type papier kiezen
- Gelijktijdig afdrukken, scannen en faxen
- Gegevens uit het geheugen wissen
- Status Monitor
- Instellingen van de printerdriver
- De instellingen van de printerdriver weergeven
- Het tabblad Normaal
- Het tabblad Geavanceerd
- Het tabblad Afdrukprofielen
- Het tabblad Onderhoud
- Ondersteuning
- Foto's afdrukken met FaceFilter Studio van REALLUSION
- 2 Scannen
- Een document scannen met de TWAIN-driver
- Een document scannen met de WIA-driver
- Een document scannen met de WIA-driver (Windows® Fotogalerie en Windows® Faxen en scannen)
- Nuance™ PaperPort™ 12SE gebruiken
- BookScan Enhancer en Whiteboard Enhancer van REALLUSION gebruiken
- 3 ControlCenter4
- Overzicht
- ControlCenter4 in de Startmodus gebruiken
- Het tabblad Foto
- Het tabblad Scan
- Het tabblad PC‑FAX (Voor MFC‑modellen)
- Het tabblad Apparaatinstellingen
- Het tabblad Ondersteuning
- ControlCenter4 in de Geavanceerde modus gebruiken
- Het tabblad Scan
- Het tabblad PC-kopie
- Het tabblad Foto
- Het tabblad PC‑FAX (Voor MFC‑modellen)
- Het tabblad Apparaatinstellingen
- Het tabblad Ondersteuning
- Aangepast tabblad
- 4 Remote Setup (Voor MFC‑modellen)
- 5 Brother PC‑FAX-software (Voor MFC‑modellen)
- 6 PhotoCapture Center™
- 7 Firewallinstellingen (voor netwerkgebruikers)
- 1 Afdrukken
- Apple Macintosh
- 8 Afdrukken en faxen
- 9 Scannen
- 10 ControlCenter2
- 11 Remote Setup & PhotoCapture Center™
- De scanknop gebruiken
- 12 Scannen via de USB-kabel
- 13 Netwerkscannen
- Voordat u netwerkscannen gebruikt
- De scanknop gebruiken in een netwerk
- Met Webservices scannen op uw netwerk (Windows Vista® SP2 of recenter en Windows® 7)
- Index
- brother DUT
Brother PC-FAX-software (Voor MFC-modellen)
115
5
Nieuwe PC-FAX-berichten weergeven
Wanneer uw computer bezig is met het ontvangen van een PC-FAX, wordt het pictogram afwisselend als
en weergegeven. Zodra de fax ontvangen is, verandert het pictogram in . Het pictogram
verandert in zodra de ontvangen fax is weergegeven.
a Dubbelklik op om Nuance™ PaperPort™ 12SE uit te voeren.
b Open de map met ontvangen faxen.
c Dubbelklik op alle nieuwe faxberichten die u wilt openen en bekijken.
OPMERKING
De naam van een ongelezen computerbericht bestaat uit de datum en tijd van ontvangst tot u een eigen
bestandsnaam invoert. Bijvoorbeeld: ‘Fax 20-2-2012 16:40:21.tif’.