Installation Instructions
31
Voor gebruikers van het draadloze netwerk
Draadloos netwerk
20
Handmatige configuratie
vanaf het
bedieningspaneel met
behulp van de
installatiewizard
(Windows
®
,
Macintosh en mobiele apparaten)
a Druk op .
Druk op Inst. Wizard.
Als Netwerkverb. omsch. naar
draadloos? (Netwerkinterface
omschakelen naar draadloos?) wordt
weergegeven, drukt u op Ja om de instelling te
accepteren.
Hierdoor wordt de draadloze installatiewizard
gestart.
Druk op Nee om de instelling te annuleren.
b
De machine zoekt naar beschikbare SSID's. Het
duurt enkele seconden voordat een lijst met
beschikbare SSID's wordt weergegeven.
Als een lijst met SSID's wordt weergegeven,
drukt u op
a
of
b
om de SSID die u in stap
19-b
op pagina 29 hebt opgeschreven te kiezen.
Druk op
OK
.
Als WPS wordt ondersteund door het draadloze
toegangspunt of de draadloze router van de
geselecteerde SSID, en de machine u vraagt
WPS te gebruiken, ga dan naar
c
.
Als de machine u vraagt een netwerksleutel in te
voeren, ga dan naar
d
.
Ga anders naar
e
.
c Druk op Ja om uw machine te verbinden via
WPS. (Als u Nee (handm.) kiest om door te
gaan met handmatig configureren, gaat
unaard voor het invoeren van een
netwerksleutel.)
Wanneer u op het Touchscreen wordt
geïnstrueerd om WPS te starten, drukt u op de
WPS-knop op uw draadloze
toegangspunt/router en drukt u vervolgens op
Volgende om verder te gaan.
Ga naar e.
d Voer de netwerksleutel in die u in stap 19-b op
pagina 29 van het Touchscreen hebt
overgenomen.
Druk op OK wanneer u alle tekens hebt
ingevoerd en druk vervolgens op Ja om de
instellingen toe te passen.
e Uw machine probeert nu een verbinding met
uw draadloze netwerk tot stand te brengen. Dit
kan enkele minuten duren.
Druk op OK.
De draadloze configuratie is nu voltooid.
Het Wi-Fi-lampje op het
bedieningspaneel begint te branden om
aan te geven dat de netwerkinterface van
de machine is ingesteld op WLAN.
OPMERKING
• Als de lijst leeg is, controleer dan of het
draadloze toegangspunt of de draadloze router
op het lichtnet is aangesloten en de SSID
uitzendt. Plaats de machine dichter bij het
draadloze toegangspunt of de draadloze router
en probeer het opnieuw vanaf a.
• Als uw toegangspunt is ingesteld om de SSID
niet te verzenden, moet u de SSID-naam
handmatig toevoegen. Zie de Software en
Netwerk gebruikershandleiding voor meer
informatie.
OPMERKING
Druk op om te schakelen tussen kleine
letters en hoofdletters. Druk op om te
schakelen tussen letters, cijfers en speciale
tekens. (Welke tekens beschikbaar zijn, is
afhankelijk van uw taal.) Druk op d of c om de
cursor naar links of rechts te verplaatsen.
(Zie Tekst invoeren op pagina 42 voor meer
informatie.)
OPMERKING
Als de verbinding niet tot stand is gekomen, zoekt
u de foutcode op het afgedrukte rapport en
raadpleegt u Problemen oplossen op pagina 34.