Basis gebruikershandleiding MFC-J6925DW Versie 0 DUT/BEL-DUT
Als u de klantenservice wilt bellen Vul de volgende gegevens in voor toekomstige referentie: Modelnummer: MFC-J6925DW Serienummer: 1 Aankoopdatum: Plaats van aankoop: 1 Het serienummer staat op de achterkant van het apparaat. Bewaar deze Gebruikershandleiding samen met uw kassabon als aankoopbewijs in geval van diefstal of brand of voor service die onder de garantie valt. Registreer uw product online op http://www.brother.com/registration/ © 2015 Brother Industries, Ltd. Alle rechten voorbehouden.
Gebruikershandleidingen en waar ze te vinden zijn Welke handleiding? Wat staat erin? Waar is de handleiding? Handleiding product veiligheid Lees deze handleiding eerst. Lees de Veiligheidsinstructies voordat u de machine instelt. Raadpleeg deze handleiding voor handelsmerken en wettelijke beperkingen.
Inhoudsopgave (Basis gebruikershandleiding) 1 Algemene informatie 1 Gebruik van de documentatie................................................................................1 Symbolen en conventies die in de documentatie gebruikt worden..................1 Brother Utilities openen (Windows® 8) .................................................................1 De Geavanceerde gebruikershandleiding en Software en Netwerk gebruikershandleiding openen.........................................................
3 Documenten laden 47 Documenten laden...............................................................................................47 De ADF gebruiken ......................................................................................... 47 De glasplaat gebruiken.................................................................................. 48 Niet-scanbaar gebied .................................................................................... 49 4 Een fax verzenden 50 Faxen verzenden ...
7 Telefoontoestel en externe apparaten 66 Opties voor normale telefoongesprekken ............................................................66 Fax/Telefoon-modus......................................................................................66 Nummerweergave (Beller ID) ........................................................................66 Telefoondiensten .................................................................................................67 Het type telefoonlijn instellen........
11 Afdrukken vanaf een computer 90 Een document afdrukken..................................................................................... 90 12 Scannen vanaf een computer 91 Vóór het scannen ................................................................................................ 91 Een document als PDF-bestand scannen met ControlCenter4 (Windows®).......92 De scanmodusinstellingen voor scannen naar PDF wijzigen ..............................
D Specificaties 194 Algemeen...........................................................................................................194 Afdrukmedia.......................................................................................................196 Faxen.................................................................................................................198 Kopiëren ............................................................................................................
Inhoudsopgave (Geavanceerde gebruikershandleiding) In de Geavanceerde gebruikershandleiding worden de volgende functies en handelingen toegelicht. U kunt de Geavanceerde gebruikershandleiding doornemen op de cd-rom.
viii
1 Algemene informatie Gebruik van de documentatie 1 BELANGRIJK geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die, als deze niet wordt voorkomen, kan resulteren in schade aan eigendommen, storingen of een nietwerkend product. OPMERKING Opmerkingen leggen uit wat u in een bepaalde situatie moet doen of hoe de bewerking met andere functies werkt. Het pictogram Elektrisch gevaar attendeert u op het risico van elektrische schokken. 1 De volgende symbolen en conventies worden in de documentatie gebruikt.
Hoofdstuk 1 b Gebruikershandleidingen weergeven Selecteer uw machine. (Windows®) 1 1 (Windows® XP/Windows Vista®/Windows® 7/ Windows Server® 2003/Windows Server® 2008/Windows Server® 2008 R2) Om de documentatie te bekijken, klikt u op (start), Alle programma’s en selecteert u Brother, MFC-XXXX (waarbij XXXX voor de naam van uw model staat) in de programmalijst, en kiest u vervolgens Gebruikershandleidingen. c (Windows® 8/Windows Server® 2012) Selecteer de gewenste functie.
Algemene informatie c Instructies voor het scannen opzoeken Klik op uw taal als het talenscherm wordt weergegeven. U ziet het Hoofdmenu van de cd-rom. 1 1 Er zijn verscheidene manieren waarop u documenten kunt scannen. U kunt de instructies als volgt vinden: Software en Netwerk gebruikershandleiding Scannen ControlCenter d e Klik op Gebruikershandleidingen. U kunt de volledige procedurehandleidingen voor Nuance™ PaperPort™ 12SE weergeven via de Help-sectie in de toepassing PaperPort™ 12SE.
Hoofdstuk 1 Handleidingen voor geavanceerde functies openen Brother-support openen (Windows®) 1 U kunt deze handleidingen weergeven en downloaden via het Brother Solutions Center op: http://solutions.brother.com/. Alle benodigde hulpbronnen, zoals websupport (Brother Solutions Center), zijn beschikbaar op de cd-rom. Klik op Brother-support in het Hoofdmenu. Het volgende scherm wordt weergegeven: Klik op Handleidingen op de pagina van uw model om de documentatie te downloaden.
Algemene informatie Brother-support openen (Macintosh) 1 1 Alle benodigde hulpbronnen, zoals websupport (Brother Solutions Center), zijn beschikbaar op de cd-rom. Dubbelklik op het symbool Brother-support. Het volgende scherm wordt weergegeven: Klik op Presto! PageManager om Presto! PageManager te downloaden en installeren. Klik op Brother Web Connect om de pagina Brother Web Connect te openen.
Hoofdstuk 1 Overzicht van het bedieningspaneel 3,7-inch (93,4 mm) touchscreen-LCD en touchpanel 1 2 1 6 3,7-inch (93,4 mm) Touchscreen-LCD (Liquid Crystal Display) Dit is een touchscreen-LCD. U kunt de menu's en opties selecteren door erop te drukken wanneer deze op dit scherm worden weergegeven. U kunt de hoek van het touchscreen-LCD en touchpanel aanpassen door het omhoog te kantelen.
Algemene informatie 1 5 3 4 2 Het logo van NFC (Near Field Communication) Wanneer uw Android™-toestel de NFCstandaard ondersteunt, kunt u data vanaf uw toestel afdrukken of data naar uw toestel scannen door het even tegen het NFC-logo linksonder op het bedieningspaneel te houden. U moet Brother iPrint&Scan op uw Android™toestel downloaden en installeren om deze functie te kunnen gebruiken. Zie Afdrukken en scannen met NFC (Near Field Communication) uu pagina 99 voor meer informatie.
Hoofdstuk 1 4 Het WiFi-lampje brandt wanneer de netwerkinterface WLAN is. 5 Aan/uit Druk op Houd om de machine aan te zetten. ingedrukt om de machine uit te zetten. Op het touchscreen-LCD wordt enkele seconden Afsluiten weergegeven waarna de machine wordt uitgeschakeld. Wanneer u een extern telefoontoestel of antwoordapparaat op de machine hebt aangesloten, blijft dit te allen tijde beschikbaar.
Algemene informatie 3,7-inch (93,4 mm) Touchscreen-LCD 1 U kunt kiezen uit drie soorten schermen voor het Beginscherm. Wanneer het Beginscherm wordt weergegeven, kunt u naar links of rechts vegen, of op d of c drukken om het scherm Meer of een van de schermen met Snelkoppelingen weer te geven. Op de volgende schermen wordt de machinestatus weergegeven wanneer de machine niet wordt gebruikt.
Hoofdstuk 1 OPMERKING 3 'Vegen', ook wel 'swipen' genoemd, is een handeling waarbij de gebruiker zijn/haar vingertop over het touchscreen-LCD haalt om de volgende pagina of het volgende item weer te geven. Inkt Geeft de beschikbare hoeveelheid inkt weer en hebt u ook toegang tot het menu Inkt. Wanneer de inktcartridge bijna aan vervanging toe is of er iets aan mankeert, wordt het foutpictogram weergegeven op de inktkleur.
Algemene informatie 9 Snelkoppelingen 11 Nwe fax: Hiermee kunt u snelkoppelingen instellen. 1 11 U kunt bepaalde instellingen als een snelkoppeling opslaan, zodat u snel kunt faxen, kopiëren, scannen en webservices kunt oproepen. OPMERKING • Er zijn drie Snelkoppelingen-schermen. In elk Snelkoppelingen-scherm kunt u maximaal zes snelkoppelingen instellen. In totaal zijn er dus 18 snelkoppelingen beschikbaar.
Hoofdstuk 1 12 Waarschuwingspictogram 12 Scherm Instellingen Wanneer u op 1 drukt, wordt de machinestatus op het touchscreen-LCD weergegeven. Vanaf het volgende scherm kunt u alle instellingen van de machine oproepen en controleren. 1 2 3 4 Het waarschuwingspictogram wordt weergegeven als er een fout- of onderhoudsmelding is. Druk op Detail om de melding te bekijken en vervolgens 5 op om terug te keren naar de gereedstand.
Algemene informatie 3 Wi-Fi Druk hierop om een draadloze netwerkverbinding in te stellen. Een indicator met vier niveaus op het scherm geeft de huidige signaalsterkte van het draadloze netwerk aan indien u dat gebruikt. 4 Datum en tijd Datum en tijd weergeven. Druk hierop om het menu Datum en tijd te openen. 5 Faxvoorbeeld Faxvoorbeeld weergeven. Druk hierop om de instelling Faxvoorbeeld op te roepen.
Hoofdstuk 1 Standaardhandelingen 1 e Veeg met uw vinger omhoog of omlaag of druk op a of b om Ontvangstmenu weer te geven. f g Druk op Ontvangstmenu. Druk met uw vinger op het touchscreen-LCD om het te bedienen. Om alle schermmenu's of opties weer te geven en te openen, veegt u met uw vinger in horizontale of verticale richting of drukt u op d c of a b om erdoor te bladeren.
Algemene informatie Instellingen voor snelkoppelingen e 1 U kunt de fax-, kopieer-, scan- en webverbindingsinstellingen die u het meest gebruikt als snelkoppelingen instellen. U kunt deze instellingen dan op een later tijdstip vlot en eenvoudig oproepen en toepassen. U kunt maximaal 18 snelkoppelingen toevoegen.
Hoofdstuk 1 Faxsnelkoppelingen toevoegen U kunt de volgende instellingen in een faxsnelkoppeling opnemen: Adres Faxresolutie 2-zijdige fax Contrast Scanformaat glas (Scanformaat glasplaat) Rondsturen Voorbeeld Kleurinstelling Direct verzenden Internationaal a Zorg dat het Beginscherm of het scherm Meer wordt weergegeven en veeg met uw vinger naar links of rechts of druk op d of c om een snelkoppelingenscherm weer te geven. b Druk op waar u nog geen snelkoppeling hebt toegevoegd.
Algemene informatie Scansnelkoppelingen toevoegen a 1 U kunt de volgende instellingen in een scansnelkoppeling opnemen: naar media Hogesnelheidsmodus ADF (ADF Hoge snelheid modus) 2-zijdige scan Scantype b Druk op waar u nog geen snelkoppeling hebt toegevoegd. c d Druk op Scannen.
Hoofdstuk 1 f Ga op een van de volgende manieren te werk: j Veeg met uw vinger omhoog of omlaag of druk op a of b om de beschikbare opties voor de instelling weer te geven en druk op de nieuwe optie die u wilt instellen. Herhaal stap i en j tot u alle instellingen voor deze snelkoppeling hebt gekozen. Druk op OK wanneer u klaar bent met het wijzigen van de instellingen. k Controleer de gekozen instellingen: Druk op Handmatig als u een emailadres handmatig wilt invoeren.
Algemene informatie Websnelkoppelingen toevoegen In een websnelkoppeling kunt u de instellingen voor de volgende services opnemen: e 1 f Druk op uw account. Voer zo nodig de pincode voor uw account in via het toetsenbord op het touchscreen. Druk op OK. g Selecteer de gewenste functie.
Hoofdstuk 1 a b c d e Druk op de snelkoppeling die u wilt wijzigen. De instellingen voor de geselecteerde snelkoppeling worden weergegeven. Wijzig de instellingen voor de snelkoppeling die u in stap a hebt gekozen. (Zie bijvoorbeeld Snelkoppelingen voor kopiëren toevoegen uu pagina 15.) Druk op Opslaan als snelkoppeling wanneer u klaar bent met het wijzigen van instellingen. Druk ter bevestiging op OK.
Algemene informatie Volume-instellingen Belvolume 1 1 U kunt uit een aantal belvolume-niveaus kiezen. De machine behoudt uw nieuwe instelling totdat u deze wijzigt. Het belvolume instellen a Druk op b c Druk op Alle instell. d e . Veeg met uw vinger omhoog of omlaag of druk op a of b om Standaardinst. weer te geven.
Hoofdstuk 1 Luidsprekervolume U kunt uit een aantal luidsprekervolumeniveaus kiezen. a Druk op b c Druk op Alle instell. . Veeg met uw vinger omhoog of omlaag of druk op a of b om Standaardinst. weer te geven. d e Druk op Standaardinst. f g h Druk op Volume. i Druk op 22 Veeg met uw vinger omhoog of omlaag of druk op a of b om Volume weer te geven. Druk op Luidspreker. Druk op Laag, Half, Hoog of Uit. .
2 Papier laden Papier en andere afdrukmedia laden VOORZICHTIG 2 2 Papier laden in papierlade 1 2 Laad slechts één papierformaat en één papiersoort tegelijk in de papierlade. Draag de machine NOOIT door het scannerdeksel, de klep ter verwijdering van vastgelopen papier, de klep van de sleuf voor handmatige invoer of het bedieningspaneel vast te houden. Als u dit doet, bestaat het gevaar dat de machine uit uw handen glijdt.
Hoofdstuk 2 b Pas indien nodig de lengte van de lade aan: c Bij gebruik van A3-, Ledger-, Legal, of Folio-papier Druk op de ontgrendelingsknop voor de universele geleider (1) terwijl u de voorzijde van de papierlade naar buiten schuift. Druk de papiergeleiders voor de breedte (1) voorzichtig in en stel deze af op het papierformaat. Zorg dat het driehoekje (2) op de papiergeleider voor de breedte (1) naar de markering voor het gebruikte papierformaat wijst.
Papier laden e Druk de papiergeleider voor de lengte (1) voorzichtig in en stel deze af op het papierformaat. Zorg dat het driehoekje (2) op de papiergeleider voor de lengte (1) naar de markering voor het gebruikte papierformaat wijst. 3 g Voer een van de volgende handelingen uit om papier in de lade te plaatsen: Bij gebruik van A4- of Letterpapier 2 1 Sluit het deksel van de uitvoerlade. 2 Plaats het papier voorzichtig in de papierlade met de afdrukzijde omlaag.
Hoofdstuk 2 Bij gebruik van A3-, Ledger-, Legal, of Folio-papier 1 OPMERKING Zorg ervoor dat u het papier er niet te ver in duwt; het kan aan de achterkant van de lade omhoog gaan staan en problemen veroorzaken bij de invoer. Plaats het papier voorzichtig in de papierlade met de afdrukzijde omlaag en de bovenste rand eerst. Controleer of het papier vlak in de lade ligt.
Papier laden k Houd de papierlade vast, trek de papiersteun (1) naar buiten tot deze vastklikt en vouw de papiersteunklep (2) vervolgens uit. 2 OPMERKING Haal het papier uit lade 1 voordat de lade naar binnen duwt. Druk dan op de ontgrendelingsknop van de universele geleider (1) om de lade naar binnen te drukken. Stel de papiergeleider voor de lengte (2) in op het papier dat u gaat gebruiken. Plaats vervolgens het papier in de lade.
Hoofdstuk 2 Kleiner papier laden (Foto, Foto L, Foto 2L of enveloppen) b Ga op een van de volgende manieren te werk: Als u Foto L-papier (89 × 127 mm) in de papierlade plaatst, zet u de Foto L-stop (1) omhoog. 2 Staande afdrukstand (Papier van A5- of kleiner formaat) 1 Wanneer u Foto-papier (10 × 15 cm) of Foto 2L-papier (13 × 18 cm) in de papierlade plaatst, opent u het deksel van de uitvoerlade.
Papier laden c Druk de papiergeleiders voor de breedte voorzichtig in om deze af te stellen op het papierformaat. Informatie over enveloppen 2 Gebruik enveloppen met een gewicht tussen 80 en 95 g/m2. Voor sommige enveloppen moet u de marge in de toepassing instellen. Maak altijd eerst een proefafdruk voordat u meerdere enveloppen afdrukt. 2 BELANGRIJK d Plaats Foto-, Foto L-, of Foto 2L-papier in de papierlade met de afdrukzijde omlaag.
Hoofdstuk 2 Enveloppen laden a Druk de hoeken en zijkanten van de enveloppen zo plat mogelijk voordat u deze plaatst. BELANGRIJK Plaats de enveloppen een voor een in de papierlade als er meerdere tegelijk naar binnen worden getrokken. 2 c Plaats de enveloppen met de adreszijde naar beneden in de papierlade. Als de omslag zich aan de lange zijde van de enveloppen bevindt, plaatst u de enveloppen met de omslag aan de linkerkant in de lade, zoals aangegeven in de illustratie.
Papier laden Als u problemen hebt bij het afdrukken op enveloppen met de omslag aan de korte kant, kunt u het volgende proberen: a b Open de omslag van de envelop. Leg de envelop in de papierlade met de adreszijde naar beneden en de omslag in de positie zoals aangegeven in de illustratie. 2 Papier laden in papierlade 2 OPMERKING 2 U kunt in lade 2 alleen A4 of Letter (in liggende afdrukstand) en A3, Legal of Ledger (in staande afdrukstand) gebruiken.
Hoofdstuk 2 b Pas indien nodig de lengte van de lade aan: d Bij gebruik van A3-, Ledger-, of Legal-papier Druk op de ontgrendelingsknop voor de universele geleider (1) terwijl u de voorzijde van de papierlade naar buiten schuift. U kunt controleren of de lengte van de lade goed is ingesteld door het deksel van de papierlade te openen. Druk de papiergeleiders voor de breedte (1) voorzichtig in en stel deze af op het papierformaat.
Papier laden f g Plaats het papier voorzichtig in de papierlade met de afdrukzijde omlaag. Bij gebruik van A4- of Letterpapier Liggende afdrukstand Stel de papiergeleiders voor de breedte voorzichtig in zodat deze de zijkanten van de stapel papier raken. 2 2 Bij gebruik van A3-, Ledger-, of Legal-papier Staande afdrukstand 2 OPMERKING Zorg ervoor dat u het papier er niet te ver in duwt; het kan aan de achterkant van de lade omhoog gaan staan en problemen veroorzaken bij de invoer.
Hoofdstuk 2 i Sluit het deksel van de papierlade. Wanneer u papier van het formaat A4 of Letter gebruikt, trekt u de papiersteun (1) naar buiten tot deze vastklikt, en vouwt u dan de papiersteunklep (2) uit. 2 j Duw de papierlade langzaam terug in de machine. 1 l k Lade 1 verder naar buiten trekken dan lade 2 Trek lade 1 uit de machine. Druk op de ontgrendelingsknop voor de universele geleider (1) terwijl u de voorzijde van de papierlade naar buiten schuift.
Papier laden m Open het deksel van de uitvoerlade en zet de stop (1) voor A4 en Letter omhoog. OPMERKING Wanneer u weer A4- of Letter-papier wilt gebruiken, haalt u het A3-, Ledger- of Legal-papier uit de lade. Druk op de ontgrendelingsknop van de universele geleider (1) om de lade naar binnen te drukken. Stel de papiergeleiders voor de breedte (2) in op het A4- of Letter-papier. Zet de A4-/LTR-stop (3) omhoog. Plaats vervolgens het papier in de lade.
Hoofdstuk 2 Papier in de sleuf voor handmatige invoer laden b Verschuif de papiergeleiders van de sleuf voor handmatige invoer zodat het te gebruiken papier er precies doorheen past. 2 U kunt speciale afdrukmedia vel voor vel in de sleuf voor handmatige invoer plaatsen.
Papier laden c Plaats één vel in de sleuf voor handmatige invoer met de te bedrukken zijde naar boven. BELANGRIJK Bij gebruik van A3, Ledger, Legal, Folio, A5, A6, enveloppen, Foto, Foto L, Foto 2L of Indexkaart Staande afdrukstand 2 • Plaats NOOIT meer dan één vel tegelijk in de sleuf voor handmatige invoer. Als u dit wel doet, kan het papier vastlopen. Zelfs als u meerdere pagina's wilt afdrukken, moet u wachten tot u op het touchscreen wordt geïnstrueerd het volgende vel te plaatsen.
Hoofdstuk 2 OPMERKING OPMERKING • Duw de papiergeleiders NOOIT te strak tegen het papier. Hierdoor kan het papier omvouwen. • Controleer of er niet meer wordt afgedrukt voordat u de klep van de sleuf voor handmatige invoer sluit. • Plaats het papier in het midden van de sleuf voor handmatige invoer tussen de papiergeleiders. Als het papier niet goed in het midden zit, trek het papier er dan uit en plaats het opnieuw goed in het midden.
Papier laden Onbedrukbaar gebied 2 Hoe groot het afdrukgebied is, is afhankelijk van de instellingen binnen de door u gebruikte toepassing. De volgende afbeeldingen tonen de onbedrukbare gedeelten op losse vellen papier en enveloppen.
Hoofdstuk 2 Papierinstellingen Papierformaat en -soort Voor de beste afdrukkwaliteit stelt u de machine in op het type papier dat u gebruikt. U kunt de volgende papierformaten gebruiken voor het afdrukken van kopieën: A4, A5, A3, 10 × 15 cm, Letter, Legal en Ledger. Voor het afdrukken van faxen kunt u vijf formaten gebruiken: A4, A3, Ledger, Letter en Legal.
Papier laden i Druk op Acceptabel papier en andere afdrukmedia . OPMERKING U kunt de selectie van het papierformaat en de papierlade tijdelijk wijzigen voor de volgende kopie. (Zie Papierformaat uu pagina 81 en Ladeselectie uu pagina 82.) Ladegebruik in de faxmodus U kunt de standaardlade voor het afdrukken van ontvangen faxen wijzigen. Als u Autom. ladesel.
Hoofdstuk 2 Aanbevolen afdrukmedia Voor optimale afdrukkwaliteit kunt u het best het Brother-papier in de tabel gebruiken. Als er in uw land geen Brother-papier beschikbaar is, raden wij u aan verschillende soorten papier te testen voordat u grote hoeveelheden papier koopt. Wij adviseren om 3M Transparency Film te gebruiken wanneer u op transparanten afdrukt.
Papier laden De juiste afdrukmedia selecteren 2 Type en formaat papier voor elke functie Papiersoort Losse vellen Kaarten Enveloppen Transparanten Papierformaat 2 2 Gebruik Faxen Kopiëren Photo Printer Capture A3 297 × 420 mm Ja Ja Ja Ja A4 210 × 297 mm Ja Ja Ja Ja Ledger 279,4 × 431,8 mm Ja Ja Ja Ja Letter 215,9 × 279,4 mm Ja Ja Ja Ja Legal 215,9 × 355,6 mm Ja Ja – Ja Folio 215,9 × 330,2 mm – – – Ja Executive 184 × 267 mm – – – Ja A5 148 × 210 mm –
Hoofdstuk 2 Afdrukstand en capaciteit van de papierladen Papierlade 1 Papierformaat Papiersoorten Aantal vellen A4, Letter, Executive Normaal papier 250 1 Inkjetpapier 20 Glanzend papier, Foto 20 Indexkaart 30 A3, Ledger, Legal, Folio, A5, A6, Foto, Foto L, Foto 2L, Indexkaart, Enveloppen (C5, Com-10, DL, Monarch) Papierlade 2 2 A4, Letter Enveloppen, Transparanten 10 Normaal papier 250 1 Normaal papier, Inkjetpapier, Glanzend papier, Foto, Enveloppen en Tran
Papier laden Afdrukstand bij gebruik van Gebruikergedefinieerd als papierformaat in de printerdriver Papierlade 1 Door gebruiker gedefinieerd formaat Afdrukstand Als aan de volgende twee voorwaarden wordt voldaan: Liggend 2 2 Breedte: 148,0 mm - 215,9 mm Hoogte: 216,0 mm - 297,0 mm Als aan een van de volgende voorwaarden wordt voldaan: Staand Breedte: minder dan 148,0 mm Breedte: meer dan 215,9 mm Hoogte: minder dan 216,0 mm Hoogte: meer dan 297,0 mm Sleuf voor handmatige invoer Als
Hoofdstuk 2 Papiergewicht en -dikte Papiersoort Losse vellen 2 Gewicht Dikte Normaal papier 64 tot 120 g/m2 0,08 tot 0,15 mm (Lade 2) 64 tot 105 g/m2 0,08 tot 0,15 mm 64 tot 200 g/m2 0,08 tot 0,25 mm Normaal papier Inkjetpapier Glanzend papier 1 Max. 220 g/m2 Max. 0,25 mm Fotokaart 1 Max. 220 g/m2 Max. 0,25 mm Indexkaart Max. 120 g/m2 Max. 0,15 mm Enveloppen 80 tot 95 g/m2 Max.
3 Documenten laden Documenten laden a 3 U kunt via de ADF (automatische documentinvoer) of glasplaat een fax versturen, kopieën maken en scannen. 3 Vouw de ADF-documentsteun (1) en de steunklep voor het uitvoeren van documenten van de ADF (2) uit. 1 3 2 OPMERKING Via de ADF kunt u dubbelzijdige documenten van maximaal Legal-, of A3formaat faxen, kopiëren of scannen. De ADF gebruiken 3 De ADF heeft een capaciteit van maximaal 35 vellen en voert het papier vel voor vel in.
Hoofdstuk 3 d Plaats uw documenten met de bedrukte zijde omhoog en de korte kant eerst in de ADF totdat u voelt dat deze de invoerrollen raken. Op het touchscreen wordt ADF gereed weergegeven. Bij gebruik van de ADF hogesnelheidsmodus in de modi Kopiëren en Scannen Let erop dat het formaat van uw document A4 of Letter is. Plaats uw documenten met de bedrukte zijde omhoog en de lange kant eerst in de ADF totdat u voelt dat deze de invoerrollen raken. Op het touchscreen wordt ADF gereed weergegeven.
Documenten laden b Gebruik de documentgeleiders aan de linker- en bovenkant om het document in de linkerbovenhoek van de glasplaat te leggen, met de bedrukte zijde naar beneden. Niet-scanbaar gebied 3 De grootte van het scangebied is afhankelijk van de instellingen in de door u gebruikte toepassing. Hier ziet u welke gebieden niet kunnen worden gescand.
4 Een fax verzenden Faxen verzenden In de volgende stappen wordt beschreven hoe u een fax verzendt. a Plaats uw document op een van de volgende manieren: Plaats het document met de bedrukte zijde omhoog in de ADF. (Zie De ADF gebruiken uu pagina 47.) Leg uw document met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. (Zie De glasplaat gebruiken uu pagina 48.) OPMERKING • Gebruik de ADF als u kleurfaxen van meerdere pagina's wilt verzenden.
Een fax verzenden c U kunt de volgende faxinstellingen wijzigen. Druk op Opties. Veeg met uw vinger omhoog of omlaag of druk op a of b om door de faxinstellingen te bladeren. Druk op de gewenste instelling en kies de nieuwe optie. Druk op OK wanneer u klaar bent met het wijzigen van de opties.
Hoofdstuk 4 f Voer een van de volgende stappen uit als op het touchscreen Volgende Pagina? wordt weergegeven: Als u één pagina wilt verzenden, drukt u op Nee. e Druk op Scanformaat glas (Scanformaat glasplaat). f Veeg met uw vinger omhoog of omlaag of druk op a of b om A4, A3, Letter, Legal of Grootboek (Ledger) weer te geven en druk dan op de gewenste optie. g h i Druk op OK. De machine begint met het verzenden van het document.
Een fax verzenden c d e f g h i Druk op Opties. Veeg met uw vinger omhoog of omlaag of druk op a of b om Kleurinstelling weer te geven. Druk op Kleurinstelling. Druk op Kleur. Druk op OK. e f g h Druk op Voorbeeld. i Druk op Fax start (Fax Start). De machine begint het document te scannen en de uitgaande fax verschijnt op het touchscreen. Wanneer de fax wordt weergegeven, drukt u op het touchscreen om de volgende bewerkingen uit te voeren. Voer het faxnummer in. Druk op Fax start (Fax Start).
Hoofdstuk 4 Verzendrapport U kunt het verzendrapport gebruiken als bewijs dat u een fax hebt verzonden. Dit rapport bevat de volgende informatie: de naam of het faxnummer van de afzender, de tijd en de datum waarop het bericht is verzonden, de duur van de transmissie, het aantal verzonden pagina's en of de fax correct is verzonden. Voor het verzendrapport zijn verschillende instellingen mogelijk: Aan: Drukt een rapport af na elke verzonden fax. Aan+Beeld: Drukt een rapport af na elke verzonden fax.
5 Faxberichten ontvangen 5 Ontvangstmodi 5 U moet een ontvangstmodus kiezen die past bij de externe apparaten en telefoondiensten die op de lijn zijn aangesloten. De ontvangstmodus kiezen 5 Standaard ontvangt uw machine automatisch alle faxen die ernaartoe worden verzonden. Met behulp van het onderstaande schema kunt u de juiste modus kiezen. Raadpleeg Ontvangstmodi gebruiken uu pagina 57 voor meer informatie over ontvangstmodi.
Hoofdstuk 5 g Veeg met uw vinger omhoog of omlaag of druk op a of b om Ontvangstmodus weer te geven. h i Druk op Ontvangstmodus. j Druk op 56 Druk op Alleen Fax (Alleen fax), Fax/Telefoon, Ext. TEL/ANT of Handmatig. .
Faxberichten ontvangen Ontvangstmodi gebruiken Handmatig 5 In sommige ontvangstmodi wordt automatisch geantwoord (Alleen Fax (Alleen fax) en Fax/Telefoon). U kunt de belvertraging wijzigen voordat u deze modi gebruikt. (Zie Belvertraging uu pagina 58.) Alleen Fax 5 Als de modus Alleen Fax (Alleen fax) is ingeschakeld, wordt elk telefoontje automatisch als faxoproep beantwoord.
Hoofdstuk 5 Instellingen ontvangstmodus Belvertraging 5 5 De instelling Belvertraging bepaalt hoe vaak de machine in de modus Alleen Fax (Alleen fax) of Fax/Telefoon overgaat voordat de oproep wordt beantwoord. Als u een extern of tweede toestel op dezelfde lijn als de machine gebruikt, kiest u het maximum aantal belsignalen. (Zie Werken met externe of tweede toestellen uu pagina 72 en Fax Waarnemen uu pagina 59.) a Druk op b c Druk op Alle instell. d e Druk op Fax. f g h i j 58 .
Faxberichten ontvangen j Druk op . OPMERKING Zelfs als de beller tijdens het dubbele belsignaal ophangt, blijft de machine overgaan gedurende het aantal seconden dat u hebt geselecteerd. Fax Waarnemen Als Fax Waarnemen is ingesteld op Aan: 5 Druk op Alle instell. d e Druk op Fax. f g Druk op Ontvangstmenu. 5 De machine ontvangt een faxoproep automatisch, zelfs als u de oproep beantwoordt.
Hoofdstuk 5 Faxvoorbeeld (alleen faxen in zwart-wit) Binnengekomen faxen vooraf weergeven Faxvoorbeeld gebruiken 5 a 5 U kunt binnengekomen faxen op het touchscreen weergeven door op en vervolgens op • Het faxoverzicht bevat oude en nieuwe faxen. Naast de nieuwe fax wordt een blauwe markering weergegeven. (Ontvangen faxen) te drukken. Als de machine in de gereedstand staat, verschijnt een melding op het touchscreen wanneer er een nieuwe fax is binnengekomen.
Faxberichten ontvangen Druk op het touchscreen of touchpanel om de volgende bewerkingen uit te voeren. Omschrijving De fax vergroten. De fax verkleinen. of Verticaal bladeren. of Horizontaal bladeren. Een fax afdrukken a Druk op (Fax). b Druk op (Ontvangen faxen). c d Druk op de fax die u wilt bekijken. Als de fax uit één pagina bestaat, wordt deze afgedrukt. Ga naar stap f. De fax verwijderen. Druk ter bevestiging op Ja. e Naar de volgende pagina gaan. De fax afdrukken.
Hoofdstuk 5 Alle faxen in het overzicht afdrukken a Druk op (Fax). b Druk op (Ontvangen faxen). c d Druk op Afdr./verw. 5 Ga op een van de volgende manieren te werk: Als u alle nieuwe faxen wilt afdrukken, drukt u op Alles afdrukken (nieuwe faxen). Faxvoorbeeld uitschakelen a Druk op b c d e Druk op Faxvoorbeeld. Druk op . Alle faxen uit het overzicht verwijderen a Druk op (Fax). b Druk op (Ontvangen faxen). c d Druk op Afdr./verw.
6 PC-FAX gebruiken PC-FAX verzenden d 6 OPMERKING OPMERKING De software PC-FAX kan alleen faxdocumenten in zwart-wit verzenden. 6 Wanneer u het selectievakje Verboden nummers selecteert, wordt een dialoogvenster weergegeven waarin u wordt gevraagd om het faxnummer opnieuw in te voeren. Deze functie helpt voorkomen dat een fax naar de verkeerde bestemming wordt verzonden. Klik op de knop Adresboek en kies vervolgens een contactpersoon of groep in het adresboek.
Hoofdstuk 6 PC-FAX ontvangen (Windows®) Wanneer u PC-FAX ontvangen instelt, worden ontvangen faxen in het geheugen opgeslagen en vervolgens naar uw computer verzonden. U kunt vervolgens de computer gebruiken voor het weergeven en het opslaan van deze faxen. Zelfs wanneer u de computer hebt uitgeschakeld (bijvoorbeeld 's nachts of in het weekend), worden faxberichten ontvangen en in het geheugen van de machine opslagen.
PC-FAX gebruiken OPMERKING • PC-FAX Ontvangen wordt niet ondersteund door Macintosh. • Voordat u PC-FAX Ontvangen kunt instellen, moet u de software MFL-Pro Suite op uw computer installeren. Controleer of de computer is aangesloten en is ingeschakeld. (uu Software en Netwerk gebruikershandleiding.) • U kunt deze instelling gebruiken om faxberichten over te zetten naar de computer als u een foutbericht ontvangt en de faxberichten in het geheugen niet kunnen worden afgedrukt.
7 Telefoontoestel en externe apparaten Opties voor normale telefoongesprekken Fax/Telefoon-modus 7 OPMERKING Als u zich bij een tweede toestel bevindt, moet u de hoorn tijdens het overgaan van het dubbele belsignaal opnemen en tussen de snelle dubbele belsignalen op # 5 1 drukken. Als er niemand aan de lijn is of als iemand u een fax wil zenden, stuurt u de oproep terug naar de machine door op l 5 1 te drukken.
Telefoontoestel en externe apparaten Telefoondiensten i OPMERKING De machine ondersteunt de nummerweergavedienst die door sommige telefoonbedrijven wordt aangeboden. Wanneer u Aan kiest, kiest de machine alleen een kengetal vóór het faxnummer wanneer op R wordt gedrukt. Wanneer u Altijd kiest, kiest de machine altijd automatisch een kengetal voor het faxnummer.
Hoofdstuk 7 OPMERKING (voor Nederland) U kunt een druk op de knop R programmeren als onderdeel van een nummer dat in het adresboek is opgeslagen. Hiervoor drukt u tijdens het programmeren van het adresboek eerst op R (op het touchscreen verschijnt ‘!’), waarna u het telefoonnummer invoert. Wanneer u dit doet, hoeft u niet telkens op R te drukken voordat u een nummer kiest met een adresboek. (Zie Nummers opslaan uu pagina 77.
Telefoontoestel en externe apparaten Neem contact op met uw VoIP-provider voor informatie over het aansluiten van uw machine op het VoIP-systeem. Nadat u uw machine op het VoIP-systeem hebt aangesloten, controleert u of er een kiestoon is. Neem de hoorn van de externe telefoon van de haak en luister of u een kiestoon hoort. Neem contact op met uw VoIP-provider als er geen kiestoon is.
Hoofdstuk 7 (voor Nederland) 1 b Leid het telefoonsnoer voorzichtig door het kabelgootje uit de achterzijde van de machine. c Breng het scannerdeksel omhoog om de vergrendeling op te heffen. Duw de steun van het scannerdeksel voorzichtig omlaag en sluit het scannerdeksel met beide handen. d Stel uw externe antwoordapparaat in op één of twee belsignalen. (De instelling voor belvertraging van de machine is niet van toepassing.) e Neem het uitgaande bericht op uw externe antwoordapparaat op.
Telefoontoestel en externe apparaten Aansluiting op meerdere lijnen (PBX) 7 Wij raden u aan om contact op te nemen met het bedrijf dat uw PBX heeft geïnstalleerd om uw machine aan te sluiten. Wanneer u beschikt over een systeem met meerdere lijnen, raden wij u aan om de installateur te vragen om de machine op de laatste lijn van het systeem aan te sluiten. Zo wordt voorkomen dat de machine wordt geactiveerd wanneer het systeem telefoonoproepen ontvangt.
Hoofdstuk 7 Werken met externe of tweede toestellen 7 Wanneer u een faxoproep aanneemt van een tweede toestel of een extern toestel, kunt u de oproep naar de machine doorverbinden met behulp van de code voor activeren op afstand. Als u de code voor activeren op afstand, l 5 1, intoetst, begint de machine met het ontvangen van de fax. Code voor activeren op afstand Waarschijnlijk gaat het om het ontvangen van een handmatige fax.
Telefoontoestel en externe apparaten De codes voor afstandsbediening wijzigen i 7 Wanneer u de code voor activeren op afstand wilt wijzigen, drukt u op Afstandscode. Wanneer u activering op afstand wilt gebruiken, moet u de codes voor afstandsbediening inschakelen. De vooraf ingestelde code voor activeren op afstand is l 5 1. De vooraf ingestelde code voor deactiveren op afstand is # 5 1. U kunt deze codes desgewenst vervangen door uw eigen codes. a Druk op b c Druk op Alle instell.
8 Nummers kiezen en opslaan Nummers kiezen 8 Handmatig kiezen a b 8 Laad uw document. Ga op een van de volgende manieren te werk: Wanneer Faxvoorbeeld op Uit is ingesteld, drukt u op (Fax). Nummers kiezen vanuit het adresboek a Laad uw document. b Druk op (Fax). c Druk op (Adresboek).
Nummers kiezen en opslaan Faxnummer opnieuw kiezen Als u een fax automatisch wilt verzenden en de lijn bezet is, wordt het nummer maximaal drie keer opnieuw gekozen met tussenpozen van vijf minuten. De functie voor automatisch opnieuw kiezen werkt alleen als u vanaf de machine hebt gekozen. a b Laad uw document. Ga op een van de volgende manieren te werk: Wanneer Faxvoorbeeld op Uit is ingesteld, drukt u op (Fax).
Hoofdstuk 8 Overzicht nummerweergave (Overzicht beller-id) e 8 Voor de functie Overzicht beller-id is de nummerweergavedienst vereist die door veel telefoonbedrijven wordt aangeboden. (Zie Nummerweergave (Beller ID) uu pagina 66.) De nummers, of eventueel namen, van de laatste 30 fax- en telefoonoproepen die u hebt ontvangen, worden opgeslagen in het nummerweergaveoverzicht.
Nummers kiezen en opslaan Nummers opslaan h 8 U kunt uw machine instellen om op de volgende manieren snel te kiezen: via het adresboek en met groepen voor het rondsturen van faxberichten. Wanneer u een adresboeknummer kiest, wordt het nummer op het touchscreen weergegeven. OPMERKING • Vergeet niet het netnummer op te geven wanneer u een fax- of telefoonnummer invoert.
Hoofdstuk 8 Adresboeknamen of nummers wijzigen of verwijderen g Wanneer u de naam wilt wijzigen, drukt u op Naam. Voer de nieuwe naam in (maximaal 16 tekens) via het toetsenbord op het touchscreen. (Zie Tekst invoeren uu pagina 193 voor informatie over het invoeren van letters.) Druk op OK. 8 U kunt een reeds opgeslagen adresboeknaam of -nummer wijzigen of verwijderen. a Druk op (Fax). b Druk op (Adresboek). c d Druk op Bewerken.
9 Kopiëren Kopiëren 9 9 In de volgende stappen worden de standaardkopieerhandelingen beschreven. a Plaats uw document op een van de volgende manieren: De volgende voorinstellingen zijn beschikbaar. (Zie De ADF gebruiken uu pagina 47.) Hoogste kwal. Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Normaal 2-zijdig (1i2) (Zie De glasplaat gebruiken uu pagina 48.
Hoofdstuk 9 c d e Veeg met uw vinger naar links of rechts om Hoogste kwal., Normaal, 2-zijdig (1i2), 2-zijdig (2i2), ADF hoge snelh. (ADF HogeSnelh), A3, A4 i A3, 2op1(id), 2op1, Poster, Inktbesparing of Boek weer te geven en druk dan op de optie die u wilt instellen. Toets in hoeveel kopieën u wilt maken. Ga op een van de volgende manieren te werk: Als u meer instellingen wilt wijzigen, gaat u naar stap f. Als u geen instellingen meer wilt wijzigen, gaat u naar stap i. f g h Druk op Opties.
Kopiëren Papiersoort 9 Wanneer u op een speciale papiersoort kopieert, stelt u de machine in op die papiersoort voor een optimale afdrukkwaliteit. a Laad uw document. b Druk op c d e Toets in hoeveel kopieën u wilt maken. f g (Kopiëren). Druk op Opties. Veeg met uw vinger omhoog of omlaag of druk op a of b om Papiersoort weer te geven. Druk op Papiersoort. Veeg met uw vinger omhoog of omlaag of druk op a of b om Normaal pap.
Hoofdstuk 9 Ladeselectie 9 U kunt tijdelijk een andere lade selecteren voor de volgende kopie. Zie Ladegebruik in de kopieermodus uu pagina 40 om de standaardinstelling voor de lade te wijzigen. a Laad uw document. b Druk op c d e Toets in hoeveel kopieën u wilt maken. (Kopiëren).
10 Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USBflashstation PhotoCapture Center™-functies (FOTO-modus) 10 10 Ook wanneer uw machine niet is aangesloten op uw computer, kunt u foto's direct vanaf digitale cameramedia of een USBflashstation afdrukken. (Zie Foto's afdrukken uu pagina 86.) U kunt documenten scannen en deze rechtstreeks op een geheugenkaart of USBflashstation opslaan. (Zie Naar een geheugenkaart of een USB-flashstation scannen uu pagina 87.
Hoofdstuk 10 Aan de slag a b 10 Open de mediasleufklep. Steek de geheugenkaart of het USB-flashstation stevig in de juiste sleuf. 1 2 1 USB-flashstation BELANGRIJK De USB Direct Interface biedt alleen ondersteuning voor een USB-flashstation, een camera die compatibel is met PictBridge of een digitale camera die gebruikmaakt van USB-massaopslag. Andere USB-apparaten worden niet ondersteund.
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation BELANGRIJK • Steek NOOIT een Memory Stick Duo™ in de onderste sleuf. Hierdoor kan de machine beschadigd raken. • Plaats NOOIT meerdere mediakaarten tegelijk in de machine. Hierdoor kan de machine beschadigd raken.
Hoofdstuk 10 Foto's afdrukken Foto's weergeven k 10 Als u de afdrukinstellingen wilt wijzigen, drukt u op Afdrukinstell. (uu Geavanceerde gebruikershandleiding: PhotoCapture Center™afdrukinstellingen.) 10 U kunt foto's op het touchscreen bekijken voordat u deze afdrukt. Als uw foto's grote bestanden zijn, kan het langer duren voordat elke foto wordt weergegeven. a b Open de mediasleufklep. Plaats de geheugenkaart of het USBflashstation in de juiste sleuf. c d Druk op Foto.
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation PhotoCapture Center™afdrukinstellingen U kunt de afdrukinstellingen tijdelijk wijzigen voor de volgende afdruk. De machine keert na 1 minuut terug naar de standaardinstellingen. OPMERKING U kunt de afdrukinstellingen die u het vaakst gebruikt, opslaan door deze als standaardinstellingen te definiëren. (uu Geavanceerde gebruikershandleiding: Uw wijzigingen instellen als nieuwe standaardinstellingen.
Hoofdstuk 10 e f Druk op Opties. Ga op een van de volgende manieren te werk: Wanneer u een dubbelzijdig document in de ADF hebt geplaatst, veegt u met vinger omhoog of omlaag, of drukt u op a of b om 2-zijdige scan weer te geven. Druk op 2-zijdige scan. Ga naar stap g. Als u een enkelzijdig document wilt scannen, gaat u naar stap h. g Ga op een van de volgende manieren te werk: Als uw document aan de lange zijde wordt omgedraaid, drukt u op 2-zijdige scan: lange zijde.
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation Wanneer u het scanformaat wilt wijzigen, veegt u met uw vinger omhoog of omlaag of drukt u op a of b om Scanformaat weer te geven. OPMERKING Geen lege pagina’s is alleen beschikbaar bij gebruik van de ADF. Druk op Scanformaat en kies A4, A5, A3, 10x15cm, Visitekaartje (90x60mm), Letter, Legal of Grootboek (Ledger).
11 Afdrukken vanaf een computer Een document afdrukken 11 De machine kan gegevens van uw computer ontvangen en deze afdrukken. Om vanaf een computer te kunnen afdrukken, moet u de printerdriver installeren. (Voor meer informatie uu Software en Netwerk gebruikershandleiding.) a Installeer de Brother-printerdriver vanaf de cd-rom of de website van Brother. (uu Installatiehandleiding.) b Kies de opdracht Afdrukken in uw toepassing.
12 Scannen vanaf een computer Vóór het scannen 12 12 Om de machine als scanner te kunnen gebruiken, moet u een scannerdriver installeren. Wanneer de machine is aangesloten op een netwerk, configureert u deze met een TCP-/IP-adres. Installeer de scannerdrivers vanaf de cd-rom. (uu Installatiehandleiding: MFL-Pro Suite installeren.) Configureer de machine met een TCP-/IP-adres als netwerkscannen niet werkt. (uu Software en Netwerk gebruikershandleiding.
Hoofdstuk 12 Een document als PDF-bestand scannen met ControlCenter4 (Windows®) 12 (Voor meer informatie uu Software en Netwerk gebruikershandleiding.) OPMERKING • Welke schermen op uw pc worden weergegeven, is afhankelijk van uw model. • Dit gedeelte is gebaseerd op het gebruik van de Geavanceerde modus van ControlCenter4. ControlCenter4 is een hulpprogramma waarmee u de toepassingen die u het meest gebruikt, snel en eenvoudig kunt openen.
Scannen vanaf een computer d e Zorg dat de gewenste machine is geselecteerd in de vervolgkeuzelijst Model. Stel de scanconfiguratie in. Klik op Configuratie en selecteer achtereenvolgens Knopinstellingen, Scan en Bestand. Het configuratiedialoogvenster wordt weergegeven. U kunt de standaardinstellingen wijzigen. 1 2 3 4 5 12 1 Kies PDF (*.pdf) in de vervolgkeuzelijst Type Bestand. 2 U kunt opgeven welke bestandsnaam u voor het document wilt gebruiken.
Hoofdstuk 12 f g Klik op OK. h Druk op Scan. Het scanproces gaat van start. De map waarin de gescande gegevens worden opgeslagen, wordt automatisch geopend. 94 Klik op Bestand.
Scannen vanaf een computer De scanmodusinstellingen voor scannen naar PDF wijzigen 12 U kunt de instellingen van de modus Scannen voor uw machine wijzigen met behulp van ControlCenter4. (Windows®) a (Windows® XP, Windows Vista® en Windows® 7) Open ControlCenter4 door op (start)/Alle programma’s/Brother/MFC-XXXX (waarbij XXXX voor de naam van uw model staat)/ControlCenter4 te klikken. Het programma ControlCenter4 wordt geopend.
Hoofdstuk 12 e Kies het tabblad Bestand. U kunt de standaardinstellingen wijzigen. 1 2 3 4 5 1 Kies PDF (*.pdf) in de vervolgkeuzelijst Type Bestand. 2 U kunt opgeven welke bestandsnaam u voor het document wilt gebruiken. 3 U kunt het bestand opslaan in de standaardmap, of uw voorkeursmap opzoeken en kiezen door op de knop (Browse) te klikken. 4 U kunt een scanresolutie selecteren in de vervolgkeuzelijst Resolutie. 5 U kunt het documentformaat selecteren in de vervolgkeuzelijst Documentgrootte.
Scannen vanaf een computer e Druk op OK. Als de machine met een netwerk is verbonden, drukt u op de pc-naam. Ga op een van de volgende manieren te werk: Als u de standaardinstellingen wilt gebruiken gaat u naar stap j. Als u de standaardinstellingen wilt wijzigen gaat u naar stap f. f g Druk op Opties. Druk op Ingesteld op aanraakscherm. Druk op Aan.
Hoofdstuk 12 Scannen met ADF hogesnelheidsmodus 12 Wanneer u documenten die uit meerdere pagina's van het formaat A4 of Letter bestaan wilt scannen, kunt u sneller scannen door de documenten met de bedrukte kant omhoog en de lange rand eerst in de ADF te plaatsen. (Zie Documenten laden uu pagina 47.) a Plaats uw document met de bedrukte kant omhoog en de lange rand eerst in de ADF.
13 Afdrukken en scannen met NFC (Near Field Communication) Afdrukken met NFC (Near Field Communication) 13 Wanneer de NFC-functie door uw Android™toestel wordt ondersteund, kunt u gegevens (foto's, PDF-bestanden, tekstbestanden, webpagina's en e-mailberichten) vanaf het toestel afdrukken door het even tegen het NFC-logo linksonder op het bedieningspaneel te houden. U moet Brother iPrint&Scan op uw Android™-toestel downloaden en installeren om deze functie te kunnen gebruiken.
A Routineonderhoud De inktcartridges vervangen Uw machine is voorzien van een inktstippenteller. De inktstippenteller controleert het inktniveau in elk van de vier cartridges. Als de machine ontdekt dat een inktcartridge bijna leeg is, wordt een melding weergegeven. Op het touchscreen wordt aangegeven welke inktcartridge bijna leeg of aan vervanging toe is. Volg de aanwijzingen op het touchscreen om de inktcartridges in de juiste volgorde te vervangen.
Routineonderhoud b Druk op de ontgrendelingshendel (zie illustratie) om de op het touchscreen aangegeven cartridge te ontgrendelen. Verwijder de cartridge uit de machine. d Draai de groene hendel op de oranje verpakking (1) linksom tot het vacuüm wordt verbroken. Verwijder vervolgens de oranje verpakking (zie illustratie). 2 1 2 1 c Open de verpakking met de nieuwe inktcartridge voor de kleur die op het touchscreen wordt aangegeven en haal vervolgens de inktcartridge eruit.
e f Elke kleur heeft zijn eigen vaste positie. Plaats de inktcartridge in de richting van de pijl op het etiket. Duw voorzichtig tegen de achterkant van de inktcartridge met de aanduiding PUSH (duwen) tot de cartridgehendel omhoog komt. Sluit vervolgens het deksel van de inktcartridge. OPMERKING • Als u een inktcartridge hebt vervangen, bijvoorbeeld Zwart, wordt u via het touchscreen wellicht gevraagd om te bevestigen dat dit een nieuwe cartridge is (bijvoorbeeld Veranderde u Zwarte).
Routineonderhoud De machine reinigen en controleren De glasplaat reinigen d A A a Haal de stekker van de machine uit het stopcontact. b Til het documentdeksel (1) op. Reinig de glasplaat (2) en het witte plastic (3) met een zachte, pluisvrije doek die is bevochtigd met een niet-brandbare glasreiniger. Sluit het documentdeksel en open het ADF-deksel. Reinig de witte balk (1) en de glazen strook (2) met een zachte, pluisvrije doek die is bevochtigd met een nietbrandbare glasreiniger.
De printkop reinigen De printkop wordt indien nodig automatisch gereinigd, zodat de afdrukkwaliteit optimaal blijft. Als de afdrukkwaliteit te wensen overlaat, kunt u het reinigingsproces handmatig starten. Als er op de afgedrukte pagina's een horizontale streep of een leeg gedeelte door de tekst of afbeeldingen loopt, dient u de printkop te reinigen. U kunt kiezen of u alleen Zwart, drie kleuren tegelijk (Geel/Cyaan/Magenta) of alle vier kleuren tegelijk wilt reinigen.
Routineonderhoud De afdrukkwaliteit controleren Als er fletse of gestreepte kleuren en tekst zichtbaar zijn op uw afdrukken, kan het zijn dat enkele spuitmondjes van de printkop verstopt zijn. U kunt dit controleren door de testpagina Afdrukkwaliteit te printen en naar het patroon van de spuitmondjes te kijken. a Druk op . g Op het touchscreen wordt gevraagd of de afdrukkwaliteit voor zwart en vervolgens de drie kleuren in orde is. Druk op Ja of Nee.
OPMERKING Als een spuitmondje van een printkop verstopt is, ziet de afdruk er zo uit. b c Druk op Testafdruk. d Druk op OK. De testpagina Uitlijning wordt afgedrukt. e Veeg voor patroon A met uw vinger omhoog of omlaag of druk op a of b om het nummer van de testafdruk met de minste verticale strepen (1-9) weer te geven en druk erop. Druk op OK. Herhaal deze stap voor patroon B, C en D. In het voorbeeld is nummer 6 de beste keuze voor A, B, C en D. Druk op Instel kantlijn (Uitlijning).
Routineonderhoud De datum en tijd instellen A Op het touchscreen worden de datum en tijd weergegeven. Wanneer deze niet actueel zijn, voert u deze instructies uit om de datum en tijd opnieuw in te voeren. U kunt de datum en tijd toevoegen aan elke fax die u verstuurt door uw stations-ID in te stellen. a Druk op b c Druk op Alle instell. d e f g Druk op Stand.instel. h Voer op het touchscreen de twee cijfers voor de maand in en druk op OK.
B Problemen oplossen B Als u denkt dat er een probleem is met uw machine, controleert u eerst alle onderstaande punten en volgt u de tips voor het oplossen van problemen. U kunt de meeste problemen zelf oplossen. Indien u extra hulp nodig hebt, biedt het Brother Solutions Center u de meest recente veelgestelde vragen en tips voor het oplossen van problemen. Ga naar http://solutions.brother.com/. Uw probleem vaststellen Controleer eerst de volgende punten.
Problemen oplossen Kopieerproblemen: Problemen met kopiëren uu pagina 139 Scanproblemen: Problemen met scannen uu pagina 139 Problemen met PhotoCapture Center™ uu pagina 139 Software- en netwerkproblemen: Problemen met software uu pagina 140 Netwerkproblemen uu pagina 140 Problemen bij het invoeren van gegevens uu pagina 141 B 109
Onderhouds- en foutmeldingen B Zoals bij alle geavanceerde kantoorproducten kunnen er fouten optreden en moeten verbruiksartikelen soms worden vervangen. De machine bepaalt in dergelijke gevallen wat er aan de hand is of welk routineonderhoud moet worden uitgevoerd; hierbij wordt de relevante melding op de machine weergegeven. In de volgende tabel worden de meest voorkomende onderhoudsen foutmeldingen toegelicht. De meeste meldingen over fouten en algemene onderhoudswerkzaamheden kunt u zelf afhandelen.
Problemen oplossen Foutmelding Oorzaak Handelwijze Alleen afdrukken 1-zijdig zwart-wit Een of meer kleurencartridges zijn aan vervanging toe. Vervang inkt. U kunt nog ongeveer vier weken in zwart-wit afdrukken, afhankelijk van het aantal pagina's dat u afdrukt. Vervang de inktcartridges. (Zie De inktcartridges vervangen uu pagina 100.
Foutmelding Oorzaak Handelwijze Deksel is open. Het scannerdeksel zit niet goed dicht. Til het scannerdeksel op en sluit dit weer. Controleer of het telefoonsnoer en de USB-kabel (indien gebruikt) op de juiste manier in de kabelgoot liggen en achter uit de machine komen. Het deksel van de inktcartridge zit niet goed dicht. Sluit het deksel van de inktcartridge (het moet vastklikken). Het document is niet goed geplaatst of ingevoerd, of het document dat via de ADF is gescand, is te lang.
Problemen oplossen Foutmelding Oorzaak Handelwijze Geheugen vol Het geheugen van de machine is vol. Als een fax wordt verzonden of een kopieerbewerking wordt uitgevoerd: Druk op of Stoppen of Sluiten, wacht tot de andere bewerkingen zijn voltooid en probeer het vervolgens opnieuw. Druk op Nu verzenden om de tot dan toe gescande pagina's te verzenden. Druk op Deelafdruk om de tot dan toe gescande pagina's te kopiëren. Wis de gegevens in het geheugen.
Foutmelding Oorzaak Handelwijze Inktabsorbeerder vol Een van de inktopvangbakjes is vol. Voor optimale prestaties van uw Brother-machine moeten deze onderdelen regelmatig onderhouden en uiteindelijk vervangen worden. Omdat periodiek onderhoud voor deze onderdelen vereist is, valt vervanging van de onderdelen niet onder de garantie. Na hoeveel tijd deze artikelen aan vervanging toe zijn, is afhankelijk van het aantal keren dat het inktsysteem moet worden doorgespoten en gespoeld om het te reinigen.
Problemen oplossen Foutmelding Oorzaak Handelwijze Kan niet afdr. Een of meer inktcartridges zijn aan vervanging toe. De machine stopt alle printbewerkingen. Als er geheugenruimte beschikbaar is, worden zwart-witfaxen in het geheugen opgeslagen. Als de verzendende machine een kleurenfax wil verzenden, vraagt de machine tijdens het contact maken om de fax in zwart-wit te verzenden. Vervang de inktcartridges. (Zie De inktcartridges vervangen uu pagina 100.
Foutmelding Oorzaak Handelwijze Onbruikb. app. Op de USB Direct Interface is een defect apparaat aangesloten. Ontkoppel het apparaat van de USB Apparaat loskoppelen van frontconnector en machine uit- en weer aanzetten Onbruikb. app. Maak het USB-apparaat los. Direct Interface en druk op om de machine uit en dan weer in te schakelen. Er is een niet-ondersteund USBapparaat of USB-flashstation aangesloten op de USB Direct Interface. Ontkoppel het apparaat van de USB Direct Interface.
Problemen oplossen Foutmelding Oorzaak Handelwijze Onvoldoende faxgeheugen Het faxgeheugen is vol. Ga op een van de volgende manieren te werk: Wis de gegevens in het geheugen. Om extra geheugen vrij te maken, kunt u de functie voor ontvangen in het geheugen uitschakelen. (uu Geavanceerde gebruikershandleiding: Geheugenontvangst uitschakelen.) Druk de faxen in het geheugen af. (uu Geavanceerde gebruikershandleiding: Een fax uit het geheugen afdrukken.) Pap.
Foutmelding Oorzaak Handelwijze Papier nazien Het papier in de machine is op of het papier is niet juist in de papierlade geplaatst. Ga op een van de volgende manieren te werk: Lade nr 1 nazien Lade nr 2 nazien Plaats papier in de papierlade en druk vervolgens op OK op het touchscreen. Verwijder het papier, plaats het opnieuw en druk vervolgens op OK op het touchscreen. (Zie Papier en andere afdrukmedia laden uu pagina 23.) De papierlade is niet goed ingebracht.
Problemen oplossen Foutmelding Oorzaak Papier vast [achter] Het papier is vastgelopen in de machine. Handelwijze Verwijder het vastgelopen papier volgens de stappen in Printer of papier vastgelopen uu pagina 124. Controleer of de papiergeleiders op het juiste papierformaat zijn afgesteld. Trek de papierlade NIET uit wanneer u papier van het formaat A5 of kleiner gebruikt. Als papier vaker vastloopt, kan het zijn dat een stukje papier in de machine vastzit.
Foutmelding Oorzaak Handelwijze Reinigen onmog. XX De machine heeft een mechanisch probleem. Open het scannerdeksel en verwijder eventuele vreemde voorwerpen en papiersnippers uit het binnenste van de machine. Als het probleem hiermee niet is verholpen, haalt u de stekker van de machine uit het stopcontact en steekt u deze na enkele minuten weer in het stopcontact.
Problemen oplossen Foutanimatie B Met foutanimatie worden stapsgewijs instructies weergegeven wanneer het papier is vastgelopen. U kunt de stappen in uw eigen tempo lezen door op c te drukken om de volgende stap weer te geven en op d om naar de vorige stap terug te gaan. Faxberichten of Faxjournaal overzetten b Druk op om de fout tijdelijk te onderbreken. Druk op . c d Druk op Alle instell. e Druk op Service. Veeg met uw vinger omhoog of omlaag of druk op a of b om Service weer te geven.
c d Zorg ervoor dat u PC-Fax Ontvangen hebt ingeschakeld op de machine. (Zie PC-FAX ontvangen (Windows®) uu pagina 64.) Als het geheugen van de machine faxen bevat wanneer u PC-Fax Ontvangen instelt, wordt u gevraagd of u de faxen wilt overzetten naar uw pc.
Problemen oplossen Het document is in de ADF vastgelopen a Verwijder al het papier dat niet is vastgelopen uit de ADF. b c Til het documentdeksel op. B Kleine documenten verwijderen die in de ADF zijn vastgelopen a b Trek het vastgelopen document naar links eruit. B Til het documentdeksel op. Steek een stuk stevig papier, bijvoorbeeld een briefkaart, in de ADF om kleine stukjes papier los te duwen. 1 1 1 documentdeksel d Sluit het documentdeksel. e Druk op .
Printer of papier vastgelopen B c Trek het vastgelopen papier (1) eruit. Ga na waar het papier is vastgelopen en verwijder het aan de hand van deze stappen. a Haal de stekker van de machine uit het stopcontact. b Trek papierlade 1 (1) en vervolgens lade 2 (2) volledig uit de machine. 1 d Til de groene klep ter verwijdering van vastgelopen papier omhoog en verwijder het vastgelopen papier.
Problemen oplossen f Gebruik beide handen en de vingergrepen aan beide zijden van de machine om het scannerdeksel (1) in de geopende stand te zetten. h Beweeg de printkop (indien nodig) om achtergebleven papier uit dit gedeelte te verwijderen. Controleer of er geen vastgelopen papier is achtergebleven in de hoeken van de machine (1) en (2).
i Kijk goed of er nog stukken papier in de machine (1) zitten. j Open de klep ter verwijdering van vastgelopen papier aan de achterzijde van de machine. k Open de binnenklep (1). 1 1 Ga op een van de volgende manieren te werk: Als op het touchscreen Papier vast [voor] wordt weergegeven, gaat u naar stap n. Als op het touchscreen Pap. vast [vr, achter] wordt weergegeven, gaat u naar stap j.
Problemen oplossen l Kijk goed of er nog papier in de machine zit. Als dit het geval is, trekt u het langzaam uit de machine. m Sluit de binnenklep en de klep ter verwijdering van vastgelopen papier. Zorg dat de kleppen volledig gesloten zijn. n Druk de papierlade stevig terug in de machine. o Gebruik de vingergrepen aan beide zijden van de machine om het scannerdeksel voorzichtig te sluiten.
OPMERKING VOORZICHTIG Als de printkop zich in de rechterhoek Wees voorzichtig dat uw vingers niet bekneld raken wanneer u het scannerdeksel sluit. Gebruik altijd de vingergrepen aan beide zijden van het scannerdeksel om het te openen en te sluiten. bevindt (zie illustratie), houdt u ingedrukt totdat de printkop naar het midden wordt verplaatst. OPMERKING Let erop dat u de papiersteun naar buiten trekt tot u een klik hoort. p Sluit het netsnoer weer aan.
Problemen oplossen d e Open het deksel van de sleuf voor handmatige invoer. Plaats één vel dik A4- of Letter-papier (bijvoorbeeld glanzend papier) in liggende stand in de sleuf voor handmatige invoer. Duw het papier in de sleuf voor handmatige invoer. f Sluit het netsnoer weer aan. Het papier dat u in de sleuf voor handmatige invoer hebt geplaatst, wordt door de machine gevoerd en uitgeworpen.
Problemen oplossen B OPMERKING • Voor technische hulp moet u contact opnemen met de klantenservice van Brother. • Als u denkt dat er een probleem is met uw machine, raadpleegt u de volgende tabel en volgt u de tips voor het oplossen van problemen. U kunt de meeste problemen zelf oplossen. • Indien u extra hulp nodig hebt, biedt het Brother Solutions Center u de meest recente veelgestelde vragen en tips voor het oplossen van problemen. Ga naar http://solutions.brother.com/.
Problemen oplossen Afdrukproblemen (Vervolg) Probleem Suggesties Geen print. Het document wordt niet afgedrukt als de oude, niet-afgedrukte gegevens in de printerdriverspooler blijven staan. Open het printerpictogram en verwijder alle gegevens. U vindt het pictogram van uw printer als volgt: (vervolg) (Windows® XP en Windows Server ® 2003) Klik op start/Printers en faxapparaten. (Windows Vista® en Windows Server® 2008) Klik op /Configuratiescherm/Hardware en geluiden/Printers.
Problemen met de afdrukkwaliteit Probleem Suggesties Slechte afdrukkwaliteit. Controleer de afdrukkwaliteit. (Zie De afdrukkwaliteit controleren uu pagina 105.) Controleer of de instelling Mediatype in de printerdriver of de instelling Papiersoort in het menu van de machine overeenkomt met het soort papier dat u gebruikt. (Zie Papierformaat en -soort uu pagina 40.) (uu Software en Netwerk gebruikershandleiding.) Controleer de gebruiksdatum van uw inktcartridges.
Problemen oplossen Problemen met de afdrukkwaliteit (Vervolg) Probleem Suggesties De machine print blanco pagina's. Reinig de printkop. (Zie De printkop reinigen uu pagina 104.) Gebruik originele Innobella™-inkt van Brother. Om te zorgen dat de printkop en inktcartridges zo lang mogelijk meegaan en de afdrukkwaliteit op peil blijft, kunt u de machine het best zo min mogelijk loskoppelen van het stopcontact. Wacht na loskoppeling niet te lang voordat u de machine weer aansluit op het stopcontact.
Problemen met de afdrukkwaliteit (Vervolg) Probleem Suggesties De afdrukken zijn gekreukeld. (Windows®) Klik op het tabblad Geavanceerd van de printerdriver op Kleurinstellingen en schakel Bi-directioneel afdrukken uit. (Macintosh) Selecteer Afdrukinstellingen in de printerdriver, klik op Geavanceerd, kies Andere afdrukopties en schakel Bi-directioneel afdrukken uit. Gebruik originele Innobella™-inkt van Brother.
Problemen oplossen Problemen met de papierverwerking (Vervolg) Probleem Suggesties Het papier loopt vast bij dubbelzijdig kopiëren of afdrukken. Gebruik een van de instellingen ter voorkoming van papierstoringen, 2-zijdig 1 of 2-zijdig 2. Voor kopiëren (uu Geavanceerde gebruikershandleiding: 2-zijdig kopiëren.) Voor afdrukken (uu Software en Netwerk gebruikershandleiding.) Als papier vaak vastloopt tijdens dubbelzijdig kopiëren of dubbelzijdig afdrukken, zijn de papierinvoerrollen mogelijk vuil.
Faxen ontvangen Probleem Suggesties Kan geen fax ontvangen. Controleer alle aansluitingen. Controleer of het telefoonsnoer op het telefoonstopcontact en de LINE-ingang in de machine is aangesloten. Als u op DSL- of VoIP-diensten bent geabonneerd, vraagt u uw serviceprovider om verbindingsinstructies. Zie Storing op de telefoonlijn / bellen via internet (VoIP) uu pagina 142 voor informatie over het verlagen van de modemsnelheid en het uitschakelen van ECM (foutencorrectiemodus).
Problemen oplossen Faxen ontvangen (Vervolg) Probleem Suggesties Kan geen fax ontvangen. Als u op dezelfde lijn als de Brother-machine een antwoordapparaat (modus Ext. TEL/ANT) gebruikt, controleert u of het antwoordapparaat correct is ingesteld. (Zie Een extern antwoordapparaat aansluiten uu pagina 69.) (vervolg) 1 Sluit het externe antwoordapparaat aan zoals weergegeven in de illustratie op pagina 69. 2 Stel het antwoordapparaat in op beantwoording na één of twee belsignalen.
Faxen verzenden (Vervolg) Probleem Suggesties Op het verzendrapport staat RESULT:FOUT. Er is waarschijnlijk even ruis of statische elektriciteit op de lijn geweest. Verzend de fax opnieuw. Als u een PC-FAX-bericht verzendt en in het verzendrapport RESULT:FOUT staat, heeft uw machine wellicht onvoldoende vrij geheugen.
Problemen oplossen Problemen met kopiëren Probleem Suggesties Kan geen kopie maken. Neem contact op met uw beheerder om uw Beveiligd functieslot-instellingen te controleren. Op kopieën worden verticale zwarte lijnen of strepen afgedrukt. Verticale zwarte lijnen op kopieën worden doorgaans veroorzaakt door vuil of correctievloeistof op de glazen strook. Reinig de glazen strook, de glasplaat, en de witte balk en het witte plastic erboven. (Zie De glasplaat reinigen uu pagina 103.
Problemen met software Probleem Suggesties Software kan niet worden geïnstalleerd of er kan niet worden afgedrukt. (Windows®) Voer het programma MFL-Pro Suite repareren op de cd-rom uit. Dit programma repareert en herinstalleert de software. “Apparaat bezet” Controleer of er op het touchscreen van de machine geen foutmelding staat. Netwerkproblemen Probleem Suggesties Afdrukken via het netwerk is onmogelijk. Controleer of uw machine ingeschakeld en online is en in de gereedstand staat.
Problemen oplossen Netwerkproblemen (Vervolg) Probleem Suggesties De software van Brother kan niet worden geïnstalleerd. (Windows®) Sta netwerktoegang toe voor de volgende programma's als uw beveiligingssoftware een waarschuwing geeft tijdens de installatie van MFL-Pro Suite. (Macintosh) Als u een firewallfunctie van een antispyware- of antivirusprogramma gebruikt, schakelt u deze uit voordat u de Brother-software installeert. Kan geen verbinding maken met het draadloze netwerk.
Kiestoon waarnemen B Als u automatisch een fax verzendt, wacht uw machine standaard een bepaalde tijd alvorens het nummer te kiezen. Als u de kiestoon op Waarneming instelt, kiest uw machine het nummer zodra een kiestoon wordt waargenomen. Deze instelling spaart tijd als u een fax naar veel verschillende nummers verzendt. Als er na het wijzigen van de instelling problemen optreden wanneer u nummers kiest, moet u weer Geen detectie instellen. b c Druk op Alle instell.
Problemen oplossen Informatie over de machine Het serienummer controleren Resetfuncties B B Druk op b c Druk op Alle instell. d e f . 1 Apparaat terugstellen (Machine resetten) 2 Netwerk Hiermee kunt u de fabrieksinstellingen van de afdrukserver, zoals het wachtwoord en de IP-adresgegevens, herstellen. Veeg met uw vinger omhoog of omlaag of druk op a of b om Machine-info weer te geven.
OPMERKING Ontkoppel de interfacekabel voordat u Netwerk of Alle instell. selecteert. De machine resetten a Druk op b c Druk op Alle instell. d e Druk op Stand.instel. . Veeg met uw vinger omhoog of omlaag of druk op a of b om Stand.instel. weer te geven. Veeg met uw vinger omhoog of omlaag of druk op a of b om Reset weer te geven. f g Druk op Reset. h i Druk op Ja ter bevestiging. 144 Druk op de optie die u opnieuw wilt instellen.
C Tabellen met instellingen en functies De instellingentabellen gebruiken C C C Het touchscreen-LCD van uw machine is eenvoudig te configureren en te bedienen. U hoeft alleen op de gewenste instellingen en opties te drukken wanneer deze op het scherm worden weergegeven. Aan de hand van de stapsgewijze tabellen met instellingen en functies kunt u in een mum van tijd nagaan welke opties voor elke instelling en functie beschikbaar zijn. Hierdoor kunt u snel uw voorkeursinstellingen in de machine kiezen.
Instellingentabellen C De instellingentabellen bieden inzicht in de groepen instellingen die u in de programma's van de machine tegenkomt. De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven. (Instell.) Niveau1 (Datum en tijd) C Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina Datum — — Zie . Tijd — — Hiermee kunt u de datum en de tijd instellen die op het scherm en in de kopteksten van de verzonden faxen worden weergegeven.
Tabellen met instellingen en functies Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina Papiersoort — Normaal pap.* Hiermee kunt u de papiersoort voor papierlade 1 instellen. 40 Inkjetpapier (Lade 1) C Brother BP71 Glossy anders Transparanten Papierformaat — A4* A5 Hiermee kunt u het papierformaat voor papierlade 1 instellen. A3 10x15cm Letter Legal Grootboek (Ledger) Papierformaat — A4* A3 (Lade 2) Hiermee kunt u het papierformaat voor papierlade 2 instellen.
Alle instell. Niveau1 Niveau2 Standaardinst. Inkt C Niveau3 Opties Testafdruk Printkwaliteit Hiermee kunt u de afdrukkwaliteit of uitlijning Instel kantlijn controleren. (Uitlijning) Reinigen Zwarte inkt Kleur Omschrijvingen Pagina 105 106 Hiermee kunt u de printkop 104 reinigen. Alle inkt Lade-instelling Inktvolume — Hiermee kunt u controleren Zie hoeveel inkt beschikbaar is. Lade 1 Papiersoort (Opties) Hiermee kunt u de papiersoort voor papierlade 1 instellen. Normaal pap.
Tabellen met instellingen en functies Niveau1 Niveau2 Standaardinst. Stille modus Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina — Aan Hiermee vermindert u het lawaai bij het afdrukken. — Hiermee kunt u het belvolume aanpassen. Zie (Vervolg) Uit* Volume Belvolume Uit Laag C . Half* Hoog Toon Uit Laag* Half Hoog Luidspreker Uit Laag Hiermee kunt u het volume instellen van de geluidssignalen die te horen zijn wanneer u op het touchscreen of touchpanel drukt.
Niveau1 Niveau2 Standaardinst. Slaapstand Niveau3 Opties Omschrijvingen — 1Min Hiermee kunt u selecteren Zie na hoeveel tijd de machine bij inactiviteit in de slaapstand wordt gezet. (Vervolg) 2Min. 3Min. Pagina 5Min.* 10Min. 30Min. 60Min. Functieslot Instellingen snelkoppelingen Wachtw. inst. — Slot UitiAan — Snelkoppelingsnaam Naam snelkoppeling bewerken Verwijder — Hiermee kunt u de naam van de snelkoppeling wijzigen. — Hiermee kunt u de 20 snelkoppeling verwijderen.
Tabellen met instellingen en functies Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina Fax Ontvangstmenu Ontvangstmodus Alleen Fax (Alleen fax)* Hiermee kiest u de ontvangstmodus die het best aan uw behoeften voldoet. 55 Fax/Telefoon C Ext. TEL/ANT Handmatig Belvertraging (0 - 6) 2* (voor Nederland) (0 -10) 2* Hiermee kunt u instellen 58 hoe vaak het belsignaal moet overgaan voordat de machine reageert in de modus Alleen Fax (Alleen fax) of Fax/Telefoon.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina Fax Ontvangstmenu Aan* (Vervolg) Hiermee worden binnenkomende faxen verkleind tot het beschikbare papierformaat. Zie (Vervolg) Auto reductie (Autoreductie) Geheugenontv. Uit* Uit .
Tabellen met instellingen en functies Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Fax Kiesbeperking Cijfertoetsen # tweemaal invoeren U kunt instellen of het Zie verzenden van faxen moet worden beperkt, of dat gebruikers het nummer tweemaal moeten intoetsen om te voorkomen dat faxen naar een verkeerd adres worden gestuurd. (Vervolg) Aan Uit* Adresboek # tweemaal invoeren Aan Pagina . C Uit* Snelkopp. # tweemaal invoeren Aan Uit* LDAP-server # tweemaal invoeren Aan Uit* Rest.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Niveau4 Opties Omschrijvingen Pagina Netwerk LAN met kabel TCP/IP Opstartmethode (BOOT Method) Automatisch* Selecteer de opstartmethode die het best aan uw eisen voldoet. Zie Statisch RARP BOOTP DHCP IP Address [000-255]. [000-255]. Voer het IP-adres in. [000-255]. [000-255] Subnet Mask [000-255]. [000-255]. Voer het subnetmasker in. [000-255]. [000-255] Gateway [000-255]. [000-255]. Voer het adres van de gateway in. [000-255].
Tabellen met instellingen en functies Niveau1 Niveau2 Niveau3 Niveau4 Opties Omschrijvingen Pagina Netwerk LAN met kabel TCP/IP IPv6 Aan Schakelt het IPv6protocol in of uit. Als u het IPv6-protocol wilt gebruiken, gaat u naar http://solutions. brother.com/ voor meer informatie. Zie (Vervolg) (Vervolg) Uit* (Vervolg) Ethernet — Automatisch* 100B-FD . Selecteert de Ethernetverbindingsmodus.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Niveau4 Opties Omschrijvingen Pagina Netwerk WLAN TCP/IP Gateway [000-255]. Zie (Vervolg) (Vervolg) (Vervolg) Voer het adres van de gateway in. [000-255]. [000-255]. [000-255] Knooppuntnaam BRWXXXXXXXXXXXX Voer de knooppuntnaam in. WINS-configuratie Automatisch* Selecteert de WINSconfiguratiemodus. Statisch WINS-server (Primary) 000.000.000.000 (Secondary) 000.000.000.000 DNS-server (Primary) 000.000.000.000 (Secondary) 000.000.000.
Tabellen met instellingen en functies Niveau1 Niveau2 Niveau3 Niveau4 Opties Omschrijvingen Pagina Netwerk WLAN WPS/AOSS — — Zie . (Vervolg) (Vervolg) U kunt uw draadloze netwerkinstellingen eenvoudig configureren met één druk op de knop. WPS met pincode — — U kunt uw draadloze netwerkinstellingen eenvoudig configureren met WPS en een pincode. Status WLAN Status — U kunt de huidige status van het draadloze netwerk nagaan.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Niveau4 Opties Omschrijvingen Pagina Netwerk Wi-Fi Direct Apparaatinformatie Apparaatnaam — Hiermee kunt u de apparaatnaam van uw machine nagaan. Zie SSID — Hiermee kunt u de SSID van de groepseigenaar weergeven. Als de machine niet is verbonden, ziet u Niet verbonden op het touchscreen. IP Address — Hiermee kunt u het huidige IP-adres van uw machine nagaan. Status Groepseigenaar actief (**) Hiermee kunt u de huidige status van het Wi-Fi Direct™netwerk nagaan.
Tabellen met instellingen en functies Niveau1 Niveau2 Niveau3 Niveau4 Opties Omschrijvingen Pagina Netwerk E-mail/IFAX — — (Beschikbaar nadat u IFAX hebt gedownload) Voer het e-mailadres in. (maximaal 60 tekens) Zie (Vervolg) Mail Address Server instellen SMTP-server Naam (maximaal 30 tekens) Voer het SMTPserveradres in. . IP Address [000-255]. [000-255]. [000-255]. [000-255] SMTP-poort [00001-65535] Voer het SMTPpoortnummer in. Aut.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Niveau4 Opties Omschrijvingen Pagina Netwerk E-mail/IFAX U kunt een e-mail ontvangen of verzenden via een e-mailserver waarvoor beveiligde SSL-/TLScommunicatie vereist is. Zie (Beschikbaar nadat u IFAX hebt gedownload) POP3 SSL/TLS Geen* (Vervolg) Server instellen (Vervolg) SSL TLS (Vervolg) POP3-cert. contr. (POP3 Cert. contr.) Aan APOP Aan Uit* Uit* Setup Mail RX Autom.
Tabellen met instellingen en functies Niveau1 Niveau2 Niveau3 Niveau4 Opties Omschrijvingen Pagina Netwerk E-mail/IFAX Hier wordt het onderwerp weergegeven dat is bijgesloten bij de data van de internetfax. Zie . (Beschikbaar nadat u IFAX hebt gedownload) Sender Subject — (Vervolg) Setup Mail TX Size Limit Aan Beperkt de grootte van e-maildocumenten. (Vervolg) Uit* Notification Aan Uit* Netwerk I/F Aan Relayeerdomein (Relay-domein) — Registreert de domeinnaam.
Alle instell. (vervolg) C Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina Print lijsten Verzendrapport — — Zie Adresboek — — Hiermee drukt u deze lijsten en rapporten af. Fax Journaal (Faxjournaal) — — Gebruikersinst — — Netwerkconfiguratie — — WLAN-rapport — — Overzicht beller-id — — Serienummer — — Hiermee kunt u het serienummer van uw machine nagaan. 143 Firmware-versie Main-versie — Hiermee kunt u de firmwareversie van uw machine nagaan.
Tabellen met instellingen en functies Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Stand.instel. Reset Apparaat terugstellen (Machine resetten) Ja Hiermee kunt u alle 143 machine-instellingen die u hebt veranderd, zoals datum en tijd, type telefoonlijn en belvertraging, herstellen. Netwerk Ja (Vervolg) Nee Nee Adresboek en fax Ja Alle instell.
Functietabellen C Fax (wanneer Faxvoorbeeld is uitgeschakeld) Niveau1 Niveau2 Adresboek Niveau3 Opties Omschrijvingen — — Als LDAP uitgeschakeld is, 74 wordt in het lokale adresboek gezocht. Als LDAP ingeschakeld is, wordt in het lokale adresboek en op de LDAP-server gezocht. Detail — Hiermee wordt uitgebreide informatie over het geselecteerde adres weergegeven. (Zoeken) (Dit verschijnt alleen als LDAP ingeschakeld is.
Tabellen met instellingen en functies Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Opties Faxresolutie — Standaard* Hiermee stelt u de resolutie Zie voor uitgaande faxen in. Fijn Pagina . Superfijn Foto 2-zijdige fax — Uit* 2-zijdige scan: lange zijde Hiermee kunt u de scanmodus voor een dubbelzijdige fax kiezen. 2-zijdige scan: korte zijde Contrast — Autom. (Auto)* Hiermee kunt u de faxen die u verzendt lichter of Licht donkerder maken.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Ontvang Pollen — (Vervolg) Opties Omschrijvingen Stand. Hiermee stelt u uw apparaat Zie in om faxberichten van een ander faxapparaat op te vragen (pollen). Beveilig Tijdklok Pagina . Uit* Internationaal — Aan Uit* Nieuwe standaard — Ja Nee Fabrieksinstell. — Ja Nee Opslaan als snelkoppeling — — — Als u problemen hebt met het verzenden van faxen naar het buitenland, zet u deze optie op Aan. U kunt uw faxinstellingen opslaan.
Tabellen met instellingen en functies Kopiëren C C Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina Hoogste kwal. — — — U kunt de gewenste voorinstellingen kiezen. 79 Hogesnelheidsmodus ADF (ADF hoge snelheidsmodus) — Aan U kunt documenten van het formaat A4 of Letter sneller kopiëren door deze eerst met de lange zijde in de ADF te plaatsen. 82 Kwaliteit — Hiermee kiest u de kopieerresolutie voor de volgende kopie.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina Opties Papierformaat — A4* Selecteer het papierformaat dat overeenkomt met het papier in de lade. 81 Kies de lade die voor de kopieermodus wordt gebruikt. 82 (Vervolg) A5 A3 10x15cm Letter Legal Grootboek (Ledger) (Als Lade 2 is geselecteerd in Ladeselectie.) A4* A3 Letter Legal Grootboek (Ledger) Ladeselectie — Lade 1 Lade 2 Autom. ladesel.* uu Geavanceerde gebruikershandleiding.
Tabellen met instellingen en functies Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina Opties Vergroten/ verkleinen 100%* — — Zie Vergroten 198% 10x15cm i A4 Hiermee kunt u het vergrotingspercentage voor de volgende kopie kiezen. (Vervolg) 186% 10x15cm i Letter 141% A4iA3, A5iA4 Verkleinen 97% Letter i A4 93% A4 i Letter 83% Legal i A4 . C Hiermee kunt u het verkleiningspercentage voor de volgende kopie kiezen. 69% A3 i A4, A4 i A5 47% A4 i 10x15cm Dichtheid Aanp. aan pag.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina Opties Pagina layout (Pagina lay-out) Uit (1 op 1)* — U kunt N op 1, 2 op 1 (id), 1 op 2 of posterkopieën maken. Zie (Vervolg) 2 op 1 (staand) 2 op 1 (liggend) 2op1(id) 4 op 1 (staand) 4 op 1 (liggend) 1>2 Poster(2x1) Poster(2x2) Poster(3x3) Type lay-out (Wanneer u Ledger of A3 instelt, en dan 2 op 1 of Poster 2x2 kiest) (Wanneer u 2 op 1 hebt gekozen.
Tabellen met instellingen en functies Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina Opties 2-zijdige kopie Uit* — Zie 2-zijdigi2-zijdig — 1-zijdigi2-zijdig Omslaan lange zijde — U kunt de instellingen voor dubbelzijdig afdrukken kiezen. 2-zijdigi1-zijdig Omslaan lange zijde (2-zijdigi1-zijdig Omslaan lange zijde) — 1-zijdigi2-zijdig Omslaan korte zijde — 2-zijdigi1-zijdig Omslaan korte zijde — Geavanc. Normaal* (Vervolg) .
Scannen C Niveau1 Niveau2 Niveau3 Optie1 naar OCR PC-keuze Opties (Zie Opties Hiermee kunt u de Zie uu pagina 174 voor gedetailleerde instellingen meer informatie.) configureren. Opslaan als snelkoppeling — Opties (Zie Opties Hiermee kunt u de uu pagina 175 voor gedetailleerde instellingen meer informatie.) configureren. Opslaan als snelkoppeling — Opties (Zie Opties Hiermee kunt u de uu pagina 175 voor gedetailleerde instellingen meer informatie.) configureren.
Tabellen met instellingen en functies Niveau1 Niveau2 Niveau3 Optie1 naar FTP Profielnaam Opties (Zie Opties Hiermee kunt u de Zie uu pagina 179 voor gedetailleerde instellingen meer informatie.) configureren. Opslaan als snelkoppeling — Opties (Zie Opties Hiermee kunt u de uu pagina 179 voor gedetailleerde instellingen meer informatie.) configureren. Opslaan als snelkoppeling — Hiermee kunt u de huidige instellingen als snelkoppeling opslaan.
Opties C (voor naar OCR) Niveau1 Niveau2 Optie1 Omschrijvingen Pagina Opties 2-zijdige scan Uit* Hiermee kunt u de modus voor dubbelzijdig scannen kiezen. Zie 2-zijdige scan: lange zijde . 2-zijdige scan: korte zijde Ingesteld op aanraakscherm Uit (ingesteld met computer)* Aan Als u de machine-instellingen via het touchscreen wilt wijzigen, kiest u Aan. De onderstaande instellingen worden weergegeven als Aan is geselecteerd voor Ingesteld op aanraakscherm.
Tabellen met instellingen en functies Opties C (voor naar bestand, naar afbeelding of naar e-mail) C Niveau1 Niveau2 Optie1 Omschrijvingen Pagina Opties 2-zijdige scan Uit* Hiermee kunt u de modus voor dubbelzijdig scannen kiezen. Zie 2-zijdige scan: lange zijde . 2-zijdige scan: korte zijde Ingesteld op aanraakscherm Uit (ingesteld met computer)* Aan Als u de machine-instellingen via het touchscreen wilt wijzigen, kiest u Aan.
Niveau1 Niveau2 Optie1 Omschrijvingen Pagina Opties Geen lege pagina’s Aan Wanneer u Aan hebt geselecteerd, worden blanco pagina's overgeslagen. Zie Achtergrondkleur verwijderen Uit* (Vervolg) Uit* Laag . Hiermee kunt u instellen hoeveel achtergrondkleur moet worden verwijderd. Gemiddeld Hoog uu Software en Netwerk gebruikershandleiding. De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Tabellen met instellingen en functies Niveau1 Niveau2 Optie1 Omschrijvingen Pagina Opties Scanformaat A4* Hiermee kunt u het scanformaat voor uw document kiezen. 87 (Vervolg) A5 C A3 10x15cm Visitekaartje (90x60mm) Letter Legal Grootboek (Ledger) U kunt een lang document via de ADF scannen. Lang papier scannen Aan Bestandsnaam — U kunt de bestandsnaam wijzigen.
Opties C (voor nr e-mailserver) OPMERKING Dit is beschikbaar nadat u IFAX hebt gedownload. Niveau1 Niveau2 Optie1 Omschrijvingen Pagina Opties Hogesnelheidsmodus ADF (ADF hoge snelheidsmodus) Aan U kunt documenten van het formaat A4 of Letter sneller scannen door deze eerst met de lange zijde in de ADF te plaatsen. 98 2-zijdige scan Uit* Hiermee kunt u de modus voor dubbelzijdig scannen kiezen.
Tabellen met instellingen en functies Niveau1 Niveau2 Optie1 Omschrijvingen Pagina Opties Lang papier scannen Aan U kunt een lang document via de ADF scannen. Zie Nieuwe standaard Ja (Vervolg) Uit* Nee Fabrieksinstell. Ja Nee . C U kunt uw scaninstellingen als standaardinstellingen opslaan. Hiermee kunt u alle oorspronkelijke fabrieksinstellingen herstellen. uu Software en Netwerk gebruikershandleiding. De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Niveau1 Niveau2 Optie1 Omschrijvingen Pagina Opties Scanformaat A4* Hiermee kunt u het scanformaat voor uw document kiezen. Zie (Vervolg) A5 A3 10x15cm Visitekaartje (90x60mm) Letter Legal Grootboek (Ledger) Lang papier scannen Aan Bestandsnaam BRNXXXXXXXXXXXX* Uit* Estimate Report U kunt een lang document via de ADF scannen. Kies vooraf ingestelde bestandsnamen. Wanneer u Handmatig kiest, kunt u het bestand zelf een naam geven.
Tabellen met instellingen en functies Foto (scherm Meer) C C Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina Index afdrukken Index afdrukken Afdrukinstell. Zie Afdrukinstell. uu pagina 185 voor meer informatie. U kunt een pagina met miniaturen afdrukken. Zie Foto’s afdrukken op Afdrukinstell. indexnummer (Foto’s afdrukken volgens indexnummer) Zie Afdrukinstell. uu pagina 183 voor meer informatie. U kunt foto's afdrukken door de indexnummers te kiezen. Afdrukinstell.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Pasfotoafdruk (Pasfoto afdrukk) Pasfotoformaat (Pasfoto formaat) 25x36mm Afdrukinstell. U kunt pasfoto's afdrukken Zie voor uw cv, paspoort, (Zie Afdrukinstell. enzovoort. uu pagina 186 voor meer informatie.) 35x45mm 36x51mm 45x45mm Omschrijvingen 45x55mm 35x48mm 50x70mm (2x2,75") (50x70mm (2x2,75inch)) 2x2inch Diavoorstelling Elke foto tonen gedurende 3Sec.
Tabellen met instellingen en functies Afdrukinstell. C (voor Foto’s weerg., Foto’s afdrukken op indexnummer (Foto’s afdrukken volgens indexnummer), Foto’s verb. of Diavoorstelling) C Optie1 Optie2 Optie3 Optie4 Omschrijvingen Pagina Printkwaliteit Normaal — — Zie (Niet beschikbaar voor afdrukken in DPOF-formaat.) Foto* Hiermee kunt u de afdrukkwaliteit kiezen. Papiersoort Normaal pap. — — Hiermee kunt u de papiersoort kiezen. — — Hiermee kunt u het papierformaat kiezen.
Optie1 Optie2 Contrast (Niet beschikbaar als Verbeteren of Verbeteren en bijsnijden is gekozen.) Optie3 Optie4 Omschrijvingen Pagina — — Hiermee kunt u het contrast instellen. Zie -2 -1 0 +1 +2 Kleur verbeteren Aan Uit* Wit Balans (Witbalans) -2 (Niet beschikbaar als Verbeteren of Verbeteren en bijsnijden is gekozen.) Hiermee kunt u de tint van witte vlakken aanpassen. -1 0 +1 +2 Scherpte -2 Hiermee kunt u het detail van het beeld verbeteren.
Tabellen met instellingen en functies Optie1 Optie2 Optie3 Optie4 Omschrijvingen Pagina Fabrieksinstell. Ja — — Hiermee worden alle fabrieksinstellingen hersteld. Zie Nee . C uu Geavanceerde gebruikershandleiding. De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven. Afdrukinstell. C (voor Index afdrukken) Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina Papiersoort Normaal pap.* — — Hiermee kunt u de papiersoort kiezen.
Afdrukinstell. C (voor Pasfotoafdruk (Pasfoto afdrukk)) Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina Printkwaliteit Normaal — — Hiermee kunt u de afdrukkwaliteit kiezen. Zie — — Hiermee kunt u de papiersoort kiezen. — — Hiermee kunt u het papierformaat kiezen. — — Met deze instellingen kunt u uw foto's aanpassen. Foto* Papiersoort Normaal pap. Inkjetpapier .
Tabellen met instellingen en functies Snelkopp. kopie A3 (scherm Meer) C C Niveau1 Niveau2 Optie1 Optie2 Omschrijvingen Pagina A3 2 op 1 Opties Kwaliteit Normaal* Hiermee kiest u de kopieerresolutie voor de volgende kopie. Zie Fijn A3* A4 i A3 Papiersoort Normaal pap. Hiermee geeft u de beschikbare papiersoort weer. Papierformaat A3* Hiermee kunt u het papierformaat voor de papierlade instellen.
(Snelkoppelingen) C Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina Snelkoppeling toevoegen Kopiëren Normaal Het scherm met kopieeropties wordt weergegeven. U kunt de door u gewenste voorinstellingen kiezen. 15 Hoogste kwal. ADF hoge snelh. (ADF HogeSnelh) A3 2-zijdig (1i2) 2-zijdig (2i2) A4 i A3 2op1(id) 2op1 Poster Inktbesparing Boek De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Tabellen met instellingen en functies Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina Snelkoppeling toevoegen Fax Faxresolutie Standaard* Hiermee stelt u de resolutie voor uitgaande faxen in. 16 (Opties) Fijn (Vervolg) C Superfijn Foto 2-zijdige fax Uit* 2-zijdige scan: lange zijde Hiermee kunt u de scanmodus voor een dubbelzijdige fax kiezen. 2-zijdige scan: korte zijde Contrast Autom. (Auto)* Licht Hiermee kunt u de faxen die u verzendt lichter of donkerder maken.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina Snelkoppeling toevoegen Scannen naar bestand PC-keuze Hiermee kunt u een zwart-wit- of kleurendocument in uw computer scannen. 17 naar OCR PC-keuze U kunt een tekstdocument converteren naar een bewerkbaar tekstbestand. naar afbeelding PC-keuze U kunt een afbeelding in kleur naar uw grafische toepassing scannen.
Tabellen met instellingen en functies Niveau1 Niveau2 Snelkoppeling toevoegen Web SkyDrive ® Opties Omschrijvingen Pagina — Hiermee kunt u de Brother-machine met een internetservice verbinden. 19 Box — Google Drive™ — Evernote® — Dropbox — Facebook — Picasa Web Albums™ — Flickr® — Naam snelkoppeling bewerken — — Hiermee kunt u de naam van de snelkoppeling wijzigen. 20 Verwijder — — Hiermee kunt u de snelkoppeling verwijderen.
(Wi-Fi-instellingen) C OPMERKING Nadat u Wi-Fi® hebt geconfigureerd, kunt u de instellingen niet meer wijzigen vanuit het Beginscherm. Gebruik het scherm Instellingen wanneer u instellingen voor de Wi-Fi-verbinding wilt wijzigen. Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina Inst. Wizard — — U kunt de afdrukserver voor een draadloos netwerk handmatig instellen. Zie . Instellen met pc — — U kunt de Wi-Fiinstellingen via een pc wijzigen.
Tabellen met instellingen en functies Tekst invoeren C C Wanneer u tekst in de machine wilt invoeren, wordt het toetsenbord op het touchscreen weergegeven. Druk op om te schakelen tussen letters, cijfers en speciale tekens. OPMERKING Druk op om tussen kleine letters en hoofdletters te schakelen. Spaties invoegen C Druk op Spatie om een spatie in te voegen. U kunt ook op c drukken om de cursor te verplaatsen. OPMERKING De beschikbare tekens kunnen per land verschillen.
D Specificaties D Algemeen D OPMERKING Dit hoofdstuk bevat een overzicht van de specificaties van de machine. Ga voor meer specificaties naar http://www.brother.com/.
Specificaties Afmetingen 414 mm 310 mm D 553 mm 578 mm 433 mm 615 mm Gewicht Geluidsniveau 16,7 kg Geluidsdruk In bedrijf: LpAm = 50 dB(A) (maximaal) 1 Geluidsvermogen 2 3 (Nederland) LWAd = 6,33 B(A) (Zwart-wit) LWAd = 6,25 B(A) (Kleur) (België) LWAd = 6,14 B(A) (Zwart-wit) LWAd = 6,12 B(A) (Kleur) Gereed: LWAd = 3,01 B(A) (Zwart-wit/Kleur) In bedrijf: 10 tot 35 °C Beste afdrukkwaliteit: 20 tot 33 °C In bedrijf: 20 tot 80% (niet condenserend) Beste afdrukkwaliteit: 20 tot 80% (niet condenserend) M
Afdrukmedia Papierinvoer D Papierlade 1 D Papiersoort: Normaal papier, inkjetpapier (gecoat papier), glanzend papier 1 en transparanten 1 2 Papierformaat 3: (Liggend) A4, Letter, Executive (Staand) A3, Ledger, Legal, Folio, A5, A6, Enveloppen (C5, Com-10, DL, Monarch), Foto (10 × 15 cm), Foto L (89 × 127 mm), Foto 2L (13 × 18 cm) en Indexkaart (127 × 203 mm) Breedte: 89 mm - 297 mm Lengte: 127 mm - 431,8 mm Zie Papiergewicht en -dikte uu pagina 46 voor meer informatie.
Specificaties Papierinvoer (Vervolg) Sleuf voor handmatige invoer D Papiersoort: Normaal papier, inkjetpapier (gecoat papier), glanzend papier 1, transparanten 1 2 en enveloppen D Papierformaat 3: (Liggend) A4, Letter, Executive (Staand) A3, Ledger, Legal, Folio, A5, A6, Enveloppen (C5, Com-10, DL, Monarch), Foto (10 × 15 cm), Foto L (89 × 127 mm), Foto 2L (13 × 18 cm) en Indexkaart (127 × 203 mm) Breedte: 89 mm - 297 mm Lengte: 127 mm - 431,8 mm Zie Papiergewicht en -dikte uu pagina 46 voor meer
Faxen D Compatibiliteit ITU-T Supergroep 3 Modemsnelheid Automatic Fallback 33.
Specificaties Kopiëren D Kleur/Zwart-wit Ja/Ja Breedte kopie 291 mm 1 Meerdere kopieën Stapelt/sorteert max. 99 pagina’s Vergroten/verkleinen 25% tot 400% (in stappen van 1%) Resolutie Kan maximaal 1.200 × 2.400 dpi afdrukken Dubbelzijdig Ja D Papiersoort: Normaal papier Papierformaat: A4, Letter, Ledger, A3, Legal, A5 1 Wanneer u kopieert op papier van A3-formaat.
PhotoCapture Center™ D Compatibele media 1 Memory Stick Duo™ (16 MB - 128 MB) Memory Stick PRO Duo™ (256 MB - 32 GB) Memory Stick Micro™ (M2™) met adapter (256 MB - 32 GB) MultiMedia Card (32 MB - 2 GB) MultiMedia Card Plus (128 MB - 4 GB) MultiMedia Card Mobile met adapter (64 MB - 1 GB) SD-geheugenkaart (16 MB - 2 GB) miniSD met adapter (16 MB - 2 GB) microSD met adapter (16 MB - 2 GB) SDHC-geheugenkaart (4 GB - 32 GB) miniSDHC met adapter (4 GB - 32 GB) microSDHC met adapter (4 GB - 32 GB) SDXC-geheug
Specificaties PictBridge Compatibiliteit D Ondersteunt de PictBridge-norm CIPA DC-001 van de Camera & Imaging Products Association. Ga naar http://www.cipa.jp/pictbridge/ voor meer informatie.
Scanner D Kleur/Zwart-wit Ja/Ja TWAIN-compatibel Ja (Windows® XP 1/Windows Vista®/Windows® 7/Windows® 8) (Mac OS X v10.6.8, 10.7.x, 10.8.x) WIA-compatibel Ja (Windows® XP 1/Windows Vista®/Windows® 7/Windows® 8) ICA-compatibel Ja (Mac OS X v10.6.8, 10.7.x, 10.8.x) Kleurintensiteit 48-bits kleurverwerking (invoer) 24-bits kleurverwerking (uitvoer)/256 niveaus per kleur Grijstinten 16-bits kleurverwerking (invoer) 8-bits kleurverwerking (uitvoer)/256 niveaus Resolutie Max. 19.200 × 19.
Specificaties Printer D Resolutie Max. 1.200 × 6.000 dpi Afdrukbreedte 3 291 mm [297 mm (zonder rand) 1] Zonder rand 2 Dubbelzijdig D A4, Letter, Ledger, A3, A6, Foto 10 × 15 cm, Foto L 89 × 127 mm, Foto 2L 13 × 18 cm, Indexkaart (127 × 203 mm) Papiersoort: Normaal papier Papierformaat: A4, Letter, A3, Ledger, Legal, Folio, A5, Executive Afdruksnelheid 4 1 Wanneer de optie Zonder rand op Aan is ingesteld. 2 Zie Type en formaat papier voor elke functie uu pagina 43.
Interfaces D USB 1 2 Gebruik een USB 2.0-interfacekabel van maximaal 5 meter. LAN-kabel 3 Ethernet UTP-kabel van categorie 5 of hoger. Draadloos LAN IEEE 802.11b/g/n (Infrastructuur-/Ad-hocmodus) IEEE 802.11g/n (Wi-Fi Direct™) NFC Ja 1 Uw machine heeft een Hi-speed USB 2.0-interfacekabel. De machine kan ook worden aangesloten op een computer die beschikt over een USB 1.1-interface. 2 USB-poorten van andere merken worden niet ondersteund. 3 Zie Netwerk uu pagina 205.
Specificaties Netwerk D OPMERKING Voor meer informatie over de netwerkspecificaties uu Software en Netwerk gebruikershandleiding. D U kunt de machine op een netwerk aansluiten voor afdrukken en scannen via het netwerk, PC Fax verzenden, PC Fax ontvangen (alleen Windows®), Remote Setup en foto's ophalen van het PhotoCapture Center™ 1. De netwerkbeheersoftware Brother BRAdmin Light 2 wordt meegeleverd.
Vereisten voor de computer D ONDERSTEUNDE BESTURINGSSYSTEMEN EN SOFTWAREFUNCTIES Hardeschijfruimte voor installatie Pc-interface Computerplatform & besturingssysteemversie Windows®- Windows ® XP besturings- Home 1 4 systeem Windows ® XP Professional 1 4 Windows Vista® 1 4 Windows ® 7 1 4 USB 10/100 Wireless Base-TX 802.
Specificaties Verbruiksartikelen D Inkt De machine gebruikt afzonderlijke inktcartridges in zwart, geel, cyaan en magenta die geen onderdeel zijn van de printkopset. Gebruiksduur van inktcartridge De eerste keer dat u een set inktcartridges installeert, gebruikt de machine een hoeveelheid inkt om de inktleidingen te vullen voor afdrukken van hoge kwaliteit. Dit is een eenmalig proces. Met alle daaropvolgende inktcartridges kunt u het gespecificeerde aantal pagina’s afdrukken.
E Index A C Aangepaste telefoonfuncties op een enkele lijn ...............................................138 Aansluiten extern antwoordapparaat ............... 69, 70 extern toestel ........................................71 Aansluiting op meerdere lijnen (PBX) ......71 Aansluitingen Extern extern toestel .....................................71 ADF (automatische documentinvoer) ......47 Adresboek gebruiken ..............................................74 groepsnummers wijzigen .........................
Fax/Telefoon, modus Belvertraging .........................................58 code voor activeren op afstand .............72 code voor deactiveren op afstand .........72 oproepen aannemen op een tweede toestel .......................................72 Faxberichten of Faxjournaal overzetten ..............................................121 Faxcodes code voor activeren op afstand ...... 59, 72 code voor deactiveren op afstand .........72 gebruiken ..............................................72 wijzigen ....
N Netwerk afdrukken Zie de Software en Netwerk gebruikershandleiding. scannen Zie de Software en Netwerk gebruikershandleiding. NFC (Near Field Communication) ............99 afdrukken ..............................................99 scannen ................................................99 Niet-scanbaar gebied ...............................49 Nuance™ PaperPort™ 12SE Zie de Software en Netwerk gebruikershandleiding. Zie ook het menu Help in de toepassing PaperPort™ 12SE. Nummerweergave ....................
R U Reinigen printkop ...............................................104 scanner ...............................................103 Remote Setup Zie de Software en Netwerk gebruikershandleiding. Resolutie afdrukken ............................................203 faxen ...................................................198 kopiëren ..............................................199 scannen ..............................................202 Uitgaand gesprek fax versturen .....................................
Bezoek ons online http://www.brother.com/ Deze machine is uitsluitend goedgekeurd voor gebruik in het land van aankoop. Plaatselijke Brother-bedrijven of hun dealers verlenen alleen service voor machines die in hun eigen land zijn aangekocht. www.brotherearth.