Basic User's Guide
Table Of Contents
- Basis gebruikershandleiding MFC-J6925DW
- Gebruikershandleidingen en waar ze te vinden zijn
- Inhoudsopgave
- 1 Algemene informatie
- Gebruik van de documentatie
- Brother Utilities openen (Windows® 8)
- De Geavanceerde gebruikershandleiding en Software en Netwerk gebruikershandleiding openen
- Handleidingen voor geavanceerde functies openen
- Brother-support openen (Windows®)
- Brother-support openen (Macintosh)
- Overzicht van het bedieningspaneel
- Instellingen voor snelkoppelingen
- Volume-instellingen
- Touchscreen-LCD
- 2 Papier laden
- Papier en andere afdrukmedia laden
- Papier laden in papierlade 1
- Papier laden in papierlade 2
- Papier in de sleuf voor handmatige invoer laden
- Onbedrukbaar gebied
- Papierinstellingen
- Acceptabel papier en andere afdrukmedia
- 3 Documenten laden
- 4 Een fax verzenden
- 5 Faxberichten ontvangen
- 6 PC-FAX gebruiken
- 7 Telefoontoestel en externe apparaten
- 8 Nummers kiezen en opslaan
- 9 Kopiëren
- 10 Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation
- 11 Afdrukken vanaf een computer
- 12 Scannen vanaf een computer
- 13 Afdrukken en scannen met NFC (Near Field Communication)
- A Routineonderhoud
- B Problemen oplossen
- C Tabellen met instellingen en functies
- D Specificaties
- Index
- brother DUT/BEL-DUT
Papier laden
41
2
i Druk op .
OPMERKING
U kunt de selectie van het papierformaat
en de papierlade tijdelijk wijzigen voor de
volgende kopie. (Zie Papierformaat
uu pagina 81 en Ladeselectie
uu pagina 82.)
Ladegebruik in de faxmodus 2
U kunt de standaardlade voor het afdrukken
van ontvangen faxen wijzigen.
Als u Autom. ladesel. selecteert, kan de
machine eerst papier uit lade 1 nemen, of uit
lade 2 in de volgende gevallen:
Lade 2 is ingesteld op een ander
papierformaat dat geschikter is voor de
binnenkomende faxen.
Beide laden bevatten hetzelfde
papierformaat en lade 1 is niet ingesteld
op het gebruik van normaal papier.
a Druk op .
b Druk op Alle instell.
c Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven.
d Druk op Standaardinst.
e Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om
Lade-instelling weer te geven.
f Druk op Lade-instelling.
g Druk op Ladegebruik: faxen.
h Druk op Lade 1, Lade 2 of Autom.
ladesel.
i Druk op .
Acceptabel papier en
andere afdrukmedia
2
De afdrukkwaliteit kan worden beïnvloed
door het soort papier dat u in de machine
gebruikt.
Om de beste afdrukkwaliteit voor de gekozen
instellingen te realiseren, moet u de
papiersoort altijd instellen op het type papier
dat in de lade is geplaatst.
U kunt normaal papier, inkjetpapier (gecoat
papier), glanzend papier, transparanten en
enveloppen gebruiken.
Wij raden u aan om verschillende soorten
papier te testen alvorens een grote
hoeveelheid aan te schaffen.
Gebruik Brother-papier voor de beste
resultaten.
Wanneer u afdrukt op inkjetpapier (gecoat
papier), transparanten of glanzend papier,
moeten op het tabblad Normaal van de
printerdriver of voor de instelling
Papiersoort in het menu van de machine
altijd de juiste afdrukmedia zijn
geselecteerd.
(Zie Papierformaat en -soort
uu pagina 40.)
Wanneer u afdrukt op fotopapier van
Brother, plaatst u een extra vel van
hetzelfde fotopapier in de papierlade. U
vindt dit extra vel in de verpakking van het
papier.
Als u transparanten of fotopapier gebruikt,
dient u elk vel onmiddellijk te verwijderen;
dit om te voorkomen dat de vellen aan
elkaar plakken of vastlopen.
Raak het afgedrukte oppervlak van het
papier vlak na het afdrukken niet aan; de
inkt kan nog nat zijn en op uw vingers
vlekken.