Operation Manual
3. Voer het faxnummer op een van de volgende manieren in:
• Via de kiestoetsen (voer het faxnummer handmatig in.)
Druk met behulp van de kiestoetsen op alle cijfers van het nummer.
• [Herkies] (Hiermee wordt het laatst gebelde nummer opnieuw gekozen.)
Druk op [Oproephist.] > [Herkies].
• [Uitgaand gesprek] (Hiermee selecteert u een nummer in het overzicht van uitgaande berichten.)
Druk op [Oproephist.] > [Uitgaand gesprek].
Selecteer het gewenste nummer en druk vervolgens op [Toepassen].
• [Overzicht beller-id] (Hiermee selecteert u een nummer in het belleroverzicht.)
Druk op [Oproephist.] > [Overzicht beller-id].
Selecteer het gewenste nummer en druk vervolgens op [Toepassen].
• [Adresboek] (Hiermee selecteert u een nummer in het adresboek.)
Druk op [Adresboek].
Ga op een van de volgende manieren te werk:
- Selecteer het gewenste nummer en druk vervolgens op [Toepassen].
- Druk op
, voer de eerste letter van de naam in en druk op [OK]. Druk op de gewenste naam. Als
de naam twee nummers heeft, drukt u op het gewenste nummer. Druk op [Toepassen].
Wanneer de LDAP-zoekfunctie beschikbaar is, wordt het resultaat op het touchscreen weergegeven met
.
4. Druk op [Documentgrootte].
Selecteer de gewenste documentgrootte.
5. Wijzig indien nodig de faxinstellingen.
Optie Beschrijving
Opties
Druk op om alleen de faxinstellingen voor de volgende fax te wijzigen.
Druk op OK wanneer u klaar bent.
Aanduidingen
huidige instellingen
Druk op de volgende pictogrammen om deze instellingen alleen voor de volgende fax
te wijzigen:
• Documentgrootte
•
Faxresolutie
288










