Operation Manual

Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Omschrijvingen
Ontvangstmenu
op afstand in- of uitschakelen. U kunt deze codes
personaliseren.
Auto reductie
- Verklein het formaat van inkomende faxen.
PC-Fax ontv.
- Hiermee stelt u de machine in om faxen naar uw
computer te verzenden.
U kunt de beveiligingsfunctie Back-up afdrukken
inschakelen.
Geheugenontv.
- Hiermee stelt u de machine in om faxberichten door te
sturen of om inkomende faxen in het geheugen (zodat
u deze kunt ophalen wanneer u zich niet bij uw
machine bevindt) of de cloudservice op te slaan.
Als u Fax doorzenden of Doorsturen naar Cloud
selecteert, kunt u de beveiligingsfunctie Back-up
afdrukken inschakelen.
Faxontvangststempel
- Hiermee drukt u boven aan ontvangen faxen de tijd en
datum van ontvangst af.
Kies rapport Verzendrapp.
(Verz.rapport)
- Selecteer de voorbereidende installatie voor het
verzendrapport.
Journaal tijd
(Journaalper.)
- Hiermee stelt u het interval in voor het automatisch
afdrukken van het faxjournaal.
Als u een andere optie dan Uit of Elke 50 faxen
selecteert, kunt u de tijd voor de optie instellen.
Als u Elke 7 dagen selecteert, kunt u de dag van de
week instellen.
Print document
- - Hiermee drukt u binnengekomen faxen af die in het
geheugen van de machine zijn opgeslagen.
Afst.bediening
- - Stel uw eigen code in voor afstandsbediening.
Rest. jobs
- - Hiermee kunt u controleren welke geplande taken in
het geheugen van de machine zijn opgeslagen en
geselecteerde taken annuleren.
Diversen Geheugenbeveiliging
(Geh.beveiliging)
(MFC-J890DW/
MFC-J895DW)
- Verbied de meeste functies behalve faxen ontvangen
in het geheugen.
Beller ID
- Hiermee kunt u de opgeslagen gegevens van de
laatste 30 bellers bekijken of afdrukken.
[Netwerk]
[Instell.] > [Alle instell.] > [Netwerk]
Niveau 1
Niveau 2 Niveau 3 Niveau
4
Omschrijvingen
LAN met kabel
(MFC-J890DW/
MFC-J895DW)
TCP/IP Opstartmethode
- Selecteert de opstartmethode die
het best aan uw eisen voldoet.
IP-adres
- Voer het IP-adres in.
Subnetmasker
- Voer het Subnetmasker in.
Gateway
- Voer het Gateway-adres in.
Knooppuntnaam
- Voer de knooppuntnaam in.
WINS-
configuratie
- Selecteer de WINS-
configuratiemodus.
591