Mass Deployment Tool User's Guide
Table Of Contents
- Mass Deployment Tool Gebruikershandleiding
- Auteursrecht
 - Handelsmerk
 - Belangrijke opmerkingen
 - Inhoudsopgave
 - 1 Inleiding
 - 2 De belangrijkste functies van de Mass Deployment Tool (GUI)
 - 3 De overige functies van de Mass Deployment Tool (GUI)
 - 4 De opdrachtregelinterface (CLI)
 - 5 Instellingenbestanden maken
 - 6 De Setting File Editor
 - 7 Problemen oplossen
 - Appendix
 
 
24
1
 De optie "Device identifier" kan slechts op één apparaat worden uitgevoerd en de optie "--profile" kan op 
meerdere apparaten of op één apparaat worden uitgevoerd.
De resultaten worden als volgt weergegeven:
- Als het uitvoeren van de opdracht is geslaagd: "Result: Success"
- Als het uitvoeren van de opdracht is mislukt: "Error and error details"
Als een oplossing niet wordt ondersteund, wordt de activeringsstatus weergegeven als 
"LsSolutionNotSupported".
4.2.2 Apparaatidentificatie
Apparaatidentificatie wordt gebruikt om het apparaat op te geven waar u de opdrachten naar wilt verzenden.
listfilter "Device identifier" of "profile" 
is vereist.
 1
● Device identifier
● profile
Vereist:
● result
Optioneel:
● profilepassword
● csvdelim
Beschikbaar voor beide, 
indien nodig.
● networksettingpath
● communitynameset
● communitynameget
De geregistreerde filternamen weergeven voor het 
opgegeven apparaat.
Voorbeeld:
settingcmd.exe listfilter --ip IP_address --
networksettingpath (bestandsnaam instellingen 
netwerkcommunicatie) 
settingcmd.exe listfilter --profile 
your_profile_name.csv --networksettingpath 
(bestandsnaam instellingen netwerkcommunicatie)
Het resultaat voor elk apparaat opnemen in het 
resultatenbestand (CSV-indeling). Het resultatenbestand 
bevat alle items uit het inzetprofiel plus de volgende items:
- Result
- Detail
- Start time
- Finish time
Apparaatidentificatie Beschrijving
--ip address Het IP-adres van het doelapparaat (alleen voor apparaten die via een netwerk zijn 
verbonden).
--mac  address Het MAC-adres van het doelapparaat (alleen voor apparaten die via een netwerk zijn 
verbonden).
--node name De knooppuntnaam van het doelapparaat (alleen voor apparaten die via een netwerk 
zijn verbonden).
--usb Een apparaat dat via USB is verbonden (meerdere via USB verbonden apparaten 
worden niet ondersteund).
--model name Het modelnaam van het doelapparaat (alleen voor apparaten die via USB zijn verbonden).
--serial number Het serienummer van het doelapparaat (alleen voor apparaten die via een netwerk zijn 
verbonden).
Opdracht Optie Beschrijving










