Online User's Guide
Table Of Contents
- Online Gebruikershandleiding DCP-L5500DN/DCP-L6600DW/MFC-L5700DN/MFC-L5750DW/MFC-L6800DW/MFC-L6900DW
- Inhoudsopgave
- Voordat u uw Brother-apparaat gebruikt
- Inleiding op uw machine van Brother
- Papierverwerking
- Afdrukken
- Afdrukken vanaf uw computer (Windows)
- Druk een document af (Windows)
- Druk meer dan één pagina af op één vel papier (N-in-1) (Windows)
- Druk af als poster (Windows)
- Druk op beide zijden van het papier (Windows)
- Druk af als folder (Windows)
- Afdruk beveiligen (Windows)
- Een macro gebruiken op uw computer (Windows)
- Een vooraf ingesteld afdrukprofiel gebruiken (Windows)
- Wijzig de standaard printerinstellingen (Windows)
- Een document afdrukken met de BR-Script3 printerdriver (taalemulatie van PostScript® 3™) (Windows)
- De status van de machine bewaken vanaf uw computer (Windows)
- Afdrukinstellingen (Windows)
- Afdrukken vanaf uw computer (Macintosh)
- Een document afdrukken (Mac)
- Druk af op beide zijden van het papier (Mac)
- Druk meer dan één pagina af op één vel papier (N-in-1) (Mac)
- Afdruk beveiligen (Macintosh)
- Een document afdrukken met de BR-Script3 printerdriver (taalemulatie van PostScript® 3™) (Mac)
- Controleer de status van de machine vanaf uw computer (Macintosh)
- Afdrukopties (Macintosh)
- Kopieën van één pagina op verschillende papiertypes afdrukken
- Een afdruktaak annuleren
- Een testafdruk maken
- Afdrukken vanaf uw computer (Windows)
- Scannen
- Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-machine
- Foto's en afbeeldingen scannen
- Gescande gegevens als een PDF-bestand in een map opslaan
- Gescande gegevens op een USB-flashgeheugen opslaan
- Scannen naar een bewerkbare tekst (OCR)
- Scannen naar e-mailbijlage
- Gescande gegevens naar een e-mailserver verzenden
- Scan naar FTP
- Scannen naar SSH FTP (SFTP)
- Scan naar netwerk (Windows)
- Scannen naar SharePoint
- Web Services voor scannen op uw netwerk (Windows Vista SP2 of later, Windows 7 en Windows 8)
- Wijzig de Instellingen van Scan-knop via ControlCenter4 (Windows)
- Wijzig de Instellingen van Scan-knop met ControlCenter2 (Macintosh)
- Configureer het certificaat voor Signed PDF
- Scannen vanaf uw computer uitschakelen
- Scan vanaf uw computer (Windows)
- Scan met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows)
- Scan met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows)
- Selecteer het documenttype met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows)
- De scangrootte wijzigen met behulp van de home-modus van ControlCenter4 (Windows)
- Snijd een gescand beeld bij met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows)
- Druk gescande gegevens af met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows)
- Scannen naar een toepassing met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows)
- Sla gescande gegevens als PDF-bestand op naar een map met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows)
- Scan automatisch beide zijden van een document met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows)
- Scaninstellingen voor de Home-modus van ControlCenter4 (Windows)
- Scan met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows)
- Scan met de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows)
- Scan foto's en grafische afbeeldingen met de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows)
- Gescande gegevens opslaan in een map als een PDF-bestand met de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows)
- Scan automatisch beide zijden van een document met de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows)
- Beide zijden van een ID-kaart scannen met de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows)
- Scannen naar een e-mailbijlage met de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows)
- Scan naar een bewerkbaar tekstbestand (OCR) met de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows)
- Scaninstellingen voor de geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows)
- Scannen met Nuance™ PaperPort™ 14SE of een andere Windows-toepassing
- Scan met Windows Photo Gallery of Windows Faxen en scannen
- Scan met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows)
- Scan vanaf uw computer (Mac)
- Scan met ControlCenter2 (Mac)
- Scan met ControlCenter2 (Mac)
- Sla gescande gegevens als PDF-bestand op naar een map met ControlCenter2 (Macintosh)
- Scan automatisch beide zijden van een document met ControlCenter2 (Mac)
- Beide zijden van een ID-kaart scannen met ControlCenter2 (Macintosh)
- Scan naar een e-mailbijlage met ControlCenter2 (Mac)
- Scan naar een bewerkbaar tekstbestand (OCR) met ControlCenter2 (Mac)
- Scannen met behulp van TWAIN-compatibele toepassingen (Mac)
- Scan met ControlCenter2 (Mac)
- Scaninstellingen configureren met Beheer via een webbrowser
- Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-machine
- Kopiëren
- Faxen
- Een fax verzenden
- Een fax verzenden
- Een dubbelzijdige fax vanuit de ADF verzenden
- Een fax handmatig verzenden
- Een fax verzenden aan het einde van een gesprek
- Dezelfde fax naar meer dan een bestemmeling verzenden (groepsverzenden)
- Een fax in realtime verzenden
- Een fax verzenden op een specifiek tijdstip (uitgestelde fax)
- Een voorblad aan uw fax toevoegen
- Een fax die wordt verzonden annuleren
- Een wachtende fax controleren en annuleren
- Faxopties
- Faxen ontvangen
- Instellingen ontvangstmodus
- Overzicht van ontvangstmodi
- Kies de juiste ontvangstmodus
- Stel het aantal keren in dat het apparaat overgaat voordat deze antwoordt (Belvertraging)
- De F/T-beltijd (snel dubbel belsignaal) instellen
- Stel Fax waarnemen in
- De paginagrootte van een te grote inkomende fax verkleinen
- Het tweezijdig afdrukken voor ontvangen faxen instellen
- De faxontvangststempel instellen
- Een fax ontvangen aan het einde van een telefoongesprek
- Opties voor geheugenontvangst (faxen op afstand)
- Inkomende faxen doorzenden naar een andere machine
- Inkomende faxen in het machinegeheugen opslaan
- Opties voor ontvangst in geheugen wijzigen
- Geheugenontvangst uitschakelen
- Een fax in het geheugen van het apparaat afdrukken
- Gebruik PC-Fax Ontvangen om ontvangen faxen over te brengen naar uw computer (alleen Windows)
- Opties voor faxen op afstand
- Instellingen ontvangstmodus
- Voicehandelingen en faxnummers
- Telefoondiensten en externe apparaten
- Faxrapporten
- PC-FAX
- Een fax verzenden
- Gegevens rechtstreeks afdrukken vanaf een USB-flashstation
- Netwerk
- Aan de slag
- Netwerkbeheersoftware en -hulpprogramma's
- Andere methoden om uw machine van Brother voor een draadloos netwerk te configureren
- Voor u de machine van Brother configureert voor een draadloos netwerk
- De machine configureren voor een draadloos netwerk
- Uw machine voor een draadloos netwerk configureren met de drukknopmethode van Wi-Fi Protected Setup™ (WPS)
- Uw machine voor een draadloze netwerk configureren met de pinmethode van Wi-Fi Protected Setup™ (WPS)
- Uw apparaat configureren voor een draadloos netwerk in Ad-Hocmodus (voor IEEE 802.11b/g/n)
- Uw machine configureren voor een draadloos netwerk met behulp van de installatiewizard van het bedieningspaneel van de machine
- Uw machine configureren voor een draadloos netwerk wanneer de SSID niet wordt uitgezonden
- De machine voor een draadloos Enterprise-netwerk configureren
- Wi-Fi Direct® gebruiken
- Afdrukken of scannen vanaf uw mobiele apparaat met Wi-Fi Direct
- Uw Wi-Fi Direct-netwerk configureren
- Overzicht van de configuratie van een Wi-Fi Direct-netwerk
- Uw Wi-Fi Direct-netwerk configureren met behulp van de drukknopmethode
- Uw Wi-Fi Direct-netwerk configureren met de drukknopmethode van Wi-Fi Protected Setup™ (WPS)
- Uw Wi-Fi Direct-netwerk configureren met behulp van de PIN-methode
- Uw Wi-Fi Direct-netwerk configureren met behulp van de PIN-methode van Wi-Fi Protected Setup™ (WPS)
- Uw Wi-Fi Direct-netwerk handmatig configureren
- Geavanceerde netwerkfuncties
- Het netwerkconfiguratierapport afdrukken
- Uw mailserverinstellingen configureren met Beheer via een webbrowser
- De Brother-machine voor e-mail of internetfax (I-fax) configureren
- Internetfaxopties
- De functie Fax naar server verzenden gebruiken
- Het WLAN-rapport afdrukken
- Een LDAP-zoekopdracht configureren en uitvoeren
- De tijd synchroniseren met de SNTP-server met behulp van Beheer via een webbrowser
- Technische informatie voor gevorderde gebruikers
- Beveiliging
- De machine-instellingen vergrendelen
- Functies voor netwerkbeveiliging
- Voor u netwerkbeveiligingsfuncties gebruikt
- Secure Function Lock 3.0
- Voor u Secure Function Lock 3.0 gebruikt
- Secure Function Lock 3.0 configureren met Beheer via een webbrowser
- Scannen met Secure Function Lock 3.0
- De openbare modus configureren voor Secure Function Lock 3.0
- Extra functies van Secure Function Lock 3.0
- Een nieuwe identiteitskaart registreren via het bedieningspaneel van de machine
- Active Directory-verificatie gebruiken
- LDAP-verificatie gebruiken
- Uw netwerk veilig beheren met SSL/TLS
- Inleiding tot SSL/TLS
- Certificaten en Beheer via een webbrowser
- Ondersteunde functies voor beveiligingscertificaten
- Een certificaat aanmaken en installeren
- Meerdere certificaten beheren
- Uw netwerkmachine veilig beheren met Beheer via een webbrowser
- Uw netwerkmachine veilig beheren met BRAdmin Professional 3 (Windows)
- Documenten veilig afdrukken met SSL/TLS
- Uw netwerkmachine veilig beheren met IPsec
- E-mailberichten veilig verzenden of ontvangen
- IEEE 802.1x-verificatie gebruiken voor een bedraad of draadloos netwerk
- Afdruklogboek op netwerk opslaan
- Mobiel/Web Connect
- ControlCenter
- ControlCenter4 (Windows)
- Wijzig de bedieningsmodus in ControlCenter4 (Windows)
- Scan met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows)
- Scan met de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows)
- Stel het Brother-apparaat in met ControlCenter4 (Windows)
- Maak een aangepast tabblad aan met de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows)
- ControlCenter2 (Mac)
- ControlCenter4 (Windows)
- Problemen oplossen
- Fout- en onderhoudsberichten
- Vastgelopen documenten
- Vastgelopen papier
- Afdrukproblemen
- De afdrukkwaliteit verbeteren
- Telefoon- en faxproblemen
- Netwerkproblemen
- Foutmeldingen
- Het hulpprogramma voor het herstellen van de netwerkverbinding gebruiken (Windows)
- Waar kan ik netwerkinstellingen van het Brother-apparaat vinden?
- Het lukt niet om de configuratie van het draadloze netwerk te voltooien.
- Mijn Brother-machine kan niet afdrukken, scannen of PC-FAX Ontvangen via het netwerk.
- Ik wil controleren of mijn netwerkapparaten naar behoren werken.
- Overige problemen
- De gegevens van het apparaat controleren
- Uw apparaat resetten
- Routineonderhoud
- Machine-instellingen
- De instellingen van het apparaat vanaf het bedieningspaneel wijzigen
- In het geval van stroomstoring (opslag in geheugen)
- Algemene instellingen
- Het volume van de machine wijzigen
- Automatisch wijzigen voor zomer-/wintertijd
- De aftelling naar Slaapstand instellen
- Over Stand diepe slaap
- Automatische stroom uit-stand instellen
- De datum en tijd instellen
- De tijdzone instellen
- De helderheid van de LCD-achtergrond aanpassen
- Wijzigen hoe lang het achtergrondlicht van de LCD aan blijft
- Uw stations-ID instellen
- De kies modus toon of puls instellen
- Tonerverbruik verminderen
- Voorkomen dat u een verkeerd nummer kiest (kiesbeperking)
- Lawaai bij het afdrukken verminderen
- De taal op de LCD wijzigen
- Uw favoriete instellingen opslaan als een snelkoppeling
- Rapporten afdrukken
- Instellingen- en functietabellen
- De instellingen van het apparaat wijzigen vanaf een computer
- De instellingen van het apparaat vanaf het bedieningspaneel wijzigen
- Appendix
- Verklarende woordenlijst
- A
- B
- C
- CA
- CA-certificaat
- Certificaat
- CIFS
- Code voor activeren op afstand (alleen Fax/Tel-modus)
- Code voor deactiveren op afstand (alleen Fax/Tel-modus)
- Coderingsmethode
- Communicatiefout (of Comm. Fout)
- Compatibiliteitsgroep
- Contrast
- Cryptosysteem voor gedeelde sleutels
- Cryptosysteem voor openbare sleutels
- CSR
- Custom Raw Port
- D
- E
- F
- G
- H
- I
- J
- K
- L
- M
- N
- O
- P
- R
- S
- T
- U
- V
- W
- Z
SSID
Elk draadloos netwerk heeft een eigen, unieke netwerknaam; in technische termen wordt dit SSID (Service Set
Identifier) genoemd. De SSID is een waarde van 32 bytes of minder en wordt toegewezen aan de
toegangspoort. De draadloze netwerkapparaten die u aan het draadloze netwerk wilt toewijzen, moeten
compatibel zijn met de toegangspoort. De toegangspoort en de draadloze netwerkapparaten verzenden
regelmatig draadloze pakketjes (ook wel beacons genoemd), die de SSID-gegevens bevatten. Wanneer uw
draadloze netwerkapparaat een beacon ontvangt, kunt u bepalen van welk draadloze netwerk uw apparaat
radiogolven kan ontvangen.
SSL/TLS
SSL (Secure Socket Layer) of TLS (Transport Layer Security) is een effectieve methode om gegevens die via
een LAN of WAN worden verzonden, te beschermen. SSL/TLS werkt door gegevens, zoals een afdruktaak, te
versleutelen zodat de gegevens niet door onbevoegden kunnen worden gelezen.
SSL/TLS kan zowel op bedrade als draadloze netwerken worden geconfigureerd en werkt met andere vormen
van beveiliging, waaronder WPA-sleutels en firewalls.
Standaardresolutie
203 × 98 dpi (zwart-wit). 203 × 196 dpi (kleur). Dit wordt gebruikt voor tekst van normale grootte en de snelste
transmissie.
Stations-ID
De opgeslagen informatie die boven aan gefaxte pagina's wordt weergegeven. Deze inforegel bevat de naam
van de afzender en het faxnummer.
Status Monitor
Status Monitor is een configureerbaar hulpprogramma waarmee de status van een of meer apparaten kan
worden gecontroleerd, zodat er direct een melding verschijnt wanneer zich problemen voordoen, bijvoorbeeld als
het papier op is of vastzit.
Subnetmasker
Met een subnetmasker kunt u bepalen welk deel van een IP-adres als het netwerkadres wordt gebruikt, en welk
deel als het hostadres wordt gebruikt.
In het volgende voorbeeld is het laatste segment van het IP-adres het hostadres en vormen de eerste drie
segmenten het netwerkadres.
Voorbeeld: computer 1 kan communiceren met computer 2
• Computer 1
IP-adres: 192.168.1.2
Subnetmasker: 255.255.255.0
• Computer 2
IP-adres: 192.168.1.3
Subnetmasker: 255.255.255.0
0 geeft aan dat er geen communicatielimiet geldt voor dit gedeelte van het adres.
Home > Verklarende woordenlijst
714










