Basic User's Guide

Table Of Contents
Problemen oplossen
167
B
Informatie over de
machine B
Het serienummer controleren B
U kunt het serienummer van de machine op
het aanraakscherm bekijken.
a Druk op .
b Druk op Alle instell..
c Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Machine-info weer te
geven.
d Druk op Machine-info.
e Druk op Serienummer.
f Het serienummer van de machine wordt
weergegeven op het aanraakscherm.
g Druk op .
De firmwareversie
controleren B
U kunt de firmwareversie van de machine op
het aanraakscherm bekijken.
a Druk op .
b Druk op Alle instell..
c Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Machine-info weer te
geven.
d Druk op Machine-info.
e Druk op Firmware-versie.
f De firmwareversie van de machine
wordt weergegeven op het
aanraakscherm.
g Druk op .
Reset-handelingen B
De volgende resetfuncties zijn beschikbaar:
1 Apparaat terugstellen
U kunt de machine gedeeltelijk resetten
naar de fabrieksinstellingen. De
instellingen die niet gereset worden
zijn: stations-ID, adresboek, rapporten,
transmissieslot, secure function lock en
de netwerkinstellingen.
2 Netwerk
U kunt de interne printerserver weer
instellen op de fabrieksinstellingen door
alleen de netwerkinformatie te resetten
(zoals het wachtwoord en het IP-adres).
3 Adresboek en fax
Deze handeling reset de volgende
instellingen:
Adresboek
(Adressen en Groepen)
Geprogrammeerde faxtaken in het
geheugen
(Uitgestelde fax, Groepsverzending)
Stations-ID
(Naam en nummer)
Voorblad
(Opmerkingen)
Opties voor afstandsbediening
(Toegangscode op afstand, Fax
Opslaan, Fax Doorzenden, PC-Fax
verzenden en PCFax ontvangen
(alleen voor Windows
®
))
Oproephistoriek
(inkomende en uitgaande oproepen)
Rapport
(Verzendrapport/Faxjournaal)
Wachtwoord voor transmissieslot
instellen