Barcode Print+ User's Guide

4
2
2.1.2 Hoogte barcode ("v")
Bepaalt de hoogte van de barcode in 1/60
e
van een inch.
ESC(s0p
30v,,,b,,,sh24600T123456789123
In dit voorbeeld geeft 30/60
e
aan dat de hoogte van de barcode 0,5 inch (12,7 mm) is.
2.1.3 Breedte barcode ("b")
Bepaalt de breedte van de strepen in de barcode.
ESC(s0p
30v,,,b,,,sh24600T123456789123
Deze instelling beïnvloedt de totale breedte van de barcode. Voor een kleinere barcode geeft u een lagere
waarde op.
Voor 1D-codes moeten vier waarden worden opgegeven in 1/600
e
van een inch:
1. Breedte eerste (dunne) streep
2. Breedte tweede streep
3. Breedte derde streep
4. Breedte vierde streep
De standaardwaarden (",,,") kunnen desgewenst ook worden gebruikt. De reeks "ESC(s0p30v,,,b…"
geeft hetzelfde resultaat als "ESC(s0p30v8,16,24,32b…".
Voorbeeld
Voor het afdrukken van UPC-A-barcodes moeten vier verschillende dikten worden opgegeven.
Het resultaat is afhankelijk van de opgegeven waarden:
Hogere waarden
Lagere waarden
OPMERKING
Niet alle barcodelezers kunnen kleine barcodes lezen.
2.1.4 Breedte barcoderuimte ("s")
Bepaalt de breedte van de ruimten tussen de strepen in een barcode.
ESC(s0p
30v,,,b,,,sh24600T123456789123
Voor 1D-codes moeten vier waarden worden opgegeven in 1/600
e
van een inch:
1. Breedte eerste (dunne) ruimte
2. Breedte tweede ruimte
3. Breedte derde ruimte
4. Breedte vierde ruimte