Operation Manual

Table Of Contents
Netwerkscannen (Voor modellen met ingebouwde netwerkondersteuning)
196
13
Scannen naar Bestand
Wanneer u Scannen naar bestand selecteert, kunt u een document in zwart-wit of kleur scannen en dit direct
naar een aangewezen computer in uw netwerk verzenden. Het bestand wordt opgeslagen in de map en het
bestandsformaat dat u hebt geconfigureerd in ControlCenter.
a Plaats uw document.
b Druk op (SCAN).
c Druk op a of b om naar file (Scan nr bestand) te selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om de gewenste computer te selecteren waarheen u wilt zenden.
Druk op OK.
Wanneer u via het LCD-scherm wordt gevraagd om een pincode in te voeren, voert u via het
bedieningspaneel de 4 cijfers van de pincode voor de betreffende computer in.
Druk op OK.
Opmerking
Druk voor DCP-modellen op a, b, d of c om het eerste cijfer van de pincode in te voeren. Druk op OK om
de cursor te verplaatsen en gebruik vervolgens a, b, d of c om het tweede cijfer in te voeren. Herhaal dit
totdat u de volledige pincode van vier cijfers hebt ingevoerd.
e Druk op Mono Start of Kleur Start (Colour Start).
De machine begint met scannen.
Opmerking
Het type scan is afhankelijk van de instellingen op het tabblad Bedieningsknop Apparaat; de instellingen
worden niet gewijzigd door Mono Start of Kleur Start (Colour Start).
Als u wilt schakelen tussen scannen in kleur en in zwart-wit, kiest u kleur of zwart-wit bij de optie voor het
type scan op het tabblad Bedieningsknop Apparaat van het configuratievenster van ControlCenter.
(Zie SCANNEN op pagina 58 voor Windows
®
. Zie SCANNEN op pagina 157 voor Macintosh.)
Als u de bestandsnaam van gescande documenten wilt wijzigen, voert u de bestandsnaam in bij
Bestandsnaam op het tabblad Bedieningsknop Apparaat van het configuratievenster van
ControlCenter.