Network User's Guide
Table Of Contents
- BELANGRIJKE INFORMATIE: REGULERINGEN
- “EG” Conformiteitsverklaring
- Inhoudsopgave
- Afdrukken op Unix®-systemen
- Afdrukken via TCP/IP
- Afdrukken vanaf Windows NT®4.0, Windows® 2000/XP, LAN Server en Warp Server
- Overzicht
- Windows NT®4.0 en Windows® 2000/XP (TCP/IP) configureren
- Afdrukken vanaf Windows® 2000/XP (printerdriver nog niet geïnstalleerd)
- Afdrukken vanaf Windows® 2000/XP (printerdriver is geïnstalleerd)
- Afdrukken vanaf Windows NT®4.0
- Afdrukken vanaf Windows NT®4.0: De software Brother Peer to Peer Print installeren
- Afdrukken vanaf Windows NT®4.0: Aan de printer koppelen
- Afdrukken vanaf Windows NT®4.0: Een tweede Brother LPR-poort toevoegen
- LAN Server, OS/2 Warp Server configureren
- Andere bronnen van informatie
- Afdrukken vanaf Windows NT®4.0, Windows® 2000/XP, LAN Server en Warp Server
- Peer to Peer Print
- Peer-to-peer afdrukken via NetBIOS
- Afdrukken via NetBIOS op Windows® 95/98/Me/2000/XP, Windows NT®4.0, LAN Server en OS/2 Warp Server
- Overzicht
- De afdrukserver configureren
- De werkgroep-/domeinnaam wijzigen met TELNET of BRCONFIG of een webbrowser
- NetBIOS Port Monitor voor Windows® 95/98/Me/2000/XP en Windows NT®4.0
- De Brother NetBIOS Port Monitor installeren
- Aan de printer koppelen
- Een tweede NetBIOS-poort toevoegen
- LAN Server/OS/2 Warp Server configureren
- Andere bronnen van informatie
- Afdrukken via NetBIOS op Windows® 95/98/Me/2000/XP, Windows NT®4.0, LAN Server en OS/2 Warp Server
- Afdrukken via internet configureren voor Windows®
- Afdrukken via internet installeren
- Overzicht
- Algemene informatie over Brother Internet Print
- Brother Internet Print: De afdrukserver van Brother configureren
- Brother Internet Print: De afdrukserver configureren met BRAdmin
- Brother Internet Print: De afdrukserver configureren met een webbrowser
- Brother Internet Print: De afdrukserver configureren met TELNET
- Brother Internet Print: De BIP-software installeren in Windows® 95/98/Me/2000/XP en Windows NT®4.0
- Een tweede Brother Internetpoort toevoegen
- Afdrukken via IPP onder Windows® 2000/XP
- Een andere URL specificeren
- Andere bronnen van informatie
- Afdrukken via internet installeren
- Afdrukken via Novell® NetWare®
- Afdrukken via Novell® NetWare® configureren
- Overzicht
- Algemene informatie
- Een NDPS-printer maken met NWADMIN voor NetWare® 5
- NDPS-manager
- NDPS-broker
- Een afdrukagent maken
- NetWare® 3- en NetWare® 4-systemen configureren
- De NetWare®-afdrukserver (Bindery wachtrijserver) maken met BRAdmin Professional
- De NetWare®-afdrukserver (NDS wachtrijserver) maken met BRAdmin Professional
- De NetWare®-afdrukserver (NDS wachtrijserver) maken met Novell® NWADMIN en BRAdmin Professional
- De NetWare-afdrukserver (NDS externe printer) maken met Novell® NWADMIN en BRAdmin Professional
- De afdrukserver van Brother configureren met PCONSOLE en BRCONFIG (modus Wachtrijserver in bindery-emulatie)
- De afdrukserver van Brother configureren met PCONSOLE en BRCONFIG (modus Wachtrijserver in NDS-modus)
- De afdrukserver van Brother configureren (De modus Externe printer) met PCONSOLE en BRCONFIG
- Andere bronnen van informatie
- Afdrukken via Novell® NetWare® configureren
- Afdrukken vanaf Macintosh®
- Afdrukken vanaf een Macintosh® met AppleTalk® en TCP/IP of de eenvoudige netwerkconfiguratie van Mac OS® X
- Overzicht
- Macintosh® configureren (Mac OS® X 10.1 t/m 10.3)
- De afdrukserver selecteren (AppleTalk®/EtherTalk®)
- De afdrukserver selecteren (TCP/IP)
- Afdrukken vanaf een Macintosh® met de eenvoudige netwerkconfiguratie van Mac OS® X
- De printerdriver selecteren
- De configuratie wijzigen
- Andere bronnen van informatie
- Afdrukken vanaf een Macintosh® met AppleTalk® en TCP/IP of de eenvoudige netwerkconfiguratie van Mac OS® X
- Beheer via een webbrowser
- TCP/IP configureren
- TCP/IP-informatie toewijzen
- Overzicht
- Een IP-adres toewijzen via het bedieningspaneel van de printer (alleen voor printers met LCD-scherm)
- Het IP-adres wijzigen met BRAdmin
- Het IP-adres instellen met BRAdmin en het IPX/SPX-protocol
- Het IP-adres instellen met BRAdmin en het TCP/IP-protocol
- DHCP gebruiken voor het configureren van het IP-adres
- APIPA gebruiken voor het configureren van het IP-adres
- ARP gebruiken voor het configureren van het IP-adres van de afdrukserver
- RARP gebruiken voor het configureren van het IP-adres
- BOOTP gebruiken voor het configureren van het IP-adres
- Het IP-adres configureren met BRCONFIG
- De instellingen van het IP-adres wijzigen met de TELNET-console
- Andere bronnen van informatie
- TCP/IP-informatie toewijzen
- Problemen oplossen
- Overzicht
- Problemen met draadloze instellingen
- Problemen met de voorbereidende netwerkinstellingen
- Onregelmatige werking
- Problemen met TCP/IP oplossen
- Problemen met UNIX® oplossen
- Problemen met Windows NT®4.0/LAN Server (TCP/IP) oplossen
- Problemen oplossen met Windows® 95/98/Me en peer-to-peer afdrukken (LPR)
- Problemen oplossen met Windows® 95/98/Me en peer-to-peer afdrukken (HP JetAdmin-compatibele methode)
- Problemen oplossen met Windows® 95/98/Me en Windows NT®4.0 en peer-to-peer afdrukken (NetBIOS)
- Problemen met afdrukken via internet (BIP) (TCP/IP) oplossen
- Problemen oplossen met Windows® 95/98/Me/2000/XP en IPP
- Problemen met Novell® NetWare® oplossen
- Problemen met AppleTalk® oplossen
- Problemen met afdrukken via de webbrowser oplossen (TCP/IP)
- Appendix A
- Appendix B
- Draadloos netwerk
- Inleiding
- Terminologie en concepten voor draadloos LAN
- De draadloze afdrukserver van Brother configureren
- De menu's op het bedieningspaneel gebruiken voor het configureren van de draadloze afdrukserver
- BRAdmin Professional gebruiken voor het configureren van de draadloze afdrukserver (bij gebruik van Windows®)
- Een webbrowser gebruiken voor het configureren van de draadloze afdrukserver (bij gebruik van Windows®)
- NC-7100w afdrukserver Specificaties
- Draadloos netwerk
- Index
APPENDIX B - 4
Versleutelingsmethoden
Versleuteling wordt gebruikt om de gegevens zelf te beveiligen. De
NC-7100w ondersteunt WEP- en TKIP-versleuteling.
■ Geen
Er wordt geen versleuteling gebruikt.
■ WEP
Met WEP (Wired Equivalent Privacy) worden de gegevens met
een veilige sleutel verzonden en ontvangen.
Netwerksleutel
Voor elke beveiligingsmethode bestaan diverse regels:
■ Open systeem/Gedeelde sleutel met WEP
Toets de WEP-sleutel in waarmee toegang tot het netwerk wordt
verkregen. Deze sleutel is een 64-bits of 128-bits waarde die moet
worden ingevoerd in een ASCII-formaat of een HEXADECIMAAL
formaat.
64 (40) bits ASCII: Gebruikt 5 letters.
Bijv. "Hallo" (er wordt onderscheid gemaakt
tussen hoofdletters en kleine letters).
64 (40) bits
Hexadecimaal: Gebruikt 10 cijfers van hexadecimale tekens
Bijv. "71f2234aba"
128 (104) bits ASCII:Gebruikt 13 letters.
Bijv. "Wirelesscomms" (er wordt onderscheid
gemaakt tussen hoofdletters en kleine
letters).
128 (104) bits Gebruikt 26 cijfers van hexadecimale tekens
Hexadecimaal: Bijv. "71f2234ab56cd709e5412aa3ba"
Kanalen
Draadloze Ethernetnetwerken gebruiken kanalen. Er kunnen
maximaal 13 kanalen worden gebruikt. In vele landen is echter
slechts een beperkt aantal kanalen beschikbaar.