Operation Manual

15
Labeltypemodi
Vlagmodus
Labels die zijn afgedrukt met deze labeltypemodus,
kunnen om een kabel of draad worden gewikkeld, waarbij
de beide uiteinden tegen elkaar worden geplakt zodat er
een vlaggetje ontstaat. Wanneer de labeltypemodus VLAG
is ingesteld, worden alle tekstblokken afgedrukt op de
beide uiteinden van de labels. De lengte van het
onbedrukte deel van het label is daarbij gelijk aan de
cirkelomtrek van de kabel of het draad. De tekst kan
bovendien zowel horizontaal als 90° graden geroteerd worden afgedrukt.
Nadat u VLAG hebt geselecteerd, geeft u de lengte en de diameter van de vlag op,
desgewenst een kaderstijl en bepaalt u of de tekst wel of niet moet worden geroteerd.
VLAG (vlagdiameter): 0,0 tot 100,0 mm
Standaard: 7,0 mm
VLAG (vlaglengte): 10,0 tot 200,0 mm
Standaard: 30,0 mm
KADER: UIT, , , ,
Standaard: UIT
ROTEREN: UIT, AAN
Standaard: UIT
Een tekstblok kan maximaal 7 tekstregels bevatten.
Voor labels die bedoeld zijn voor kabels en bedrading raden wij aan om flexibele
identificatielint te gebruiken. Als u flexibel identificatielint om een cilindrisch
voorwerp wilt wikkelen met een diameter van minder 3 mm, gebruikt u de
labeltypemodus VLAG. Daarbij moet de vlaglengte ten minste 5 mm zijn.
ROTEREN
ingesteld
op UIT
ROTEREN
ingesteld
op AAN
Vlag-
lengte
Vlag-
diameter
Vlag-
lengte
Vlag-
lengte
Vlag-
diameter
Vlag-
lengte
1
2
3
4