Operation Manual
21
Basisfuncties
Een nieuwe tekstregel toevoegen
● Druk op n om de huidige tekstregel te beëindigen en een nieuwe regel te
beginnen. Aan het einde van de regel wordt “ ” weergegeven.
Een nieuw tekstblok toevoegen
● Druk op g en vervolgens op n om een nieuw tekstblok te maken zodat een
deel van de tekst kan bestaan uit een afwijkend aantal regels. Aan het einde van het
blok wordt “ ” weergegeven.
Voorbeeld: tekst die is ingevoerd zoals hieronder wordt weergegeven, wordt als
volgt afgedrukt:
Tekst invoegen
● Controleer of de Insert wordt weergegeven als u tekst wilt invoegen op de positie
van de cursor. Als dit niet het geval is, drukt u op
i
om de Insert-modus in te
schakelen.
● Als u de tekst op de positie van de cursor wilt vervangen in plaats van in te voegen,
drukt u op
i
om de Insert-modus uit te schakelen.
☞
Het aantal tekstregels dat kan worden afgedrukt, is afhankelijk van de breedte van het lint.
☞ Het regelnummer op het scherm geeft het regelnummer weer van het tekstblok.
☞ Eén label kan maximaal 50 tekstblokken bevatten.
☞
Het nummer van het blok waar de cursor zich bevindt, wordt onder in het scherm aangegeven.
☞ Alle tekstblokken hebben dezelfde opmaak.
☞
Wanneer u een grote hoeveelheid gegevens tegelijkertijd wilt afdrukken, is het mogelijk dat
sommige labels onbedrukt uit de machine komen. Wanneer u bijvoorbeeld 50 records
afdrukt, is het maximum aantal tekens dat tegelijkertijd kan worden afgedrukt ongeveer 200.
Lintbreedte
Maximum aantal regels dat
kan worden afgedrukt
6 mm 2
9 mm 2
12 mm 3
18 mm 5
24 mm 7
2:456
1:ABC_
R
R
R
---- -- 1 NORMAAL 2