Operation Manual

24
Streepjescodeparameters instellen
1 Druk op g en vervolgens op c.
2 Druk op l of r totdat de gewenste parameter wordt weergegeven.
3 Druk op u of d totdat de gewenste instelling wordt weergegeven.
4 Herhaal stap 2 en 3 totdat alle parameters naar wens zijn ingesteld.
5 Druk op n.
Streepjescodegegevens invoeren
1 Druk op c.
2 Typ de nieuwe streepjescodegegevens of bewerk de oude gegevens.
3 Druk op n om de streepjescode toe te voegen aan de tekst.
De volgende controletekens kunnen alleen worden gebruikt voor streepjescodes op basis
van CODE39 of CODABAR.
Als u speciale tekens wilt toevoegen aan de streepjescodegegevens (alleen bij typen
CODE39
,
CODABAR
,
EAN128
of
CODE128
), plaatst u de cursor onder het teken
direct rechts van de positie waar u het speciale teken wilt toevoegen en drukt u
vervolgens op
s
. Druk op
u
of
d
totdat het gewenste controleteken wordt
weergegeven en druk vervolgens op
n
om het teken toe te voegen. (Zie de
onderstaande tabellen voor een lijst van de beschikbare speciale tekens.)
Als u de gegevens of de parameterinstellingen
BREEDTE
of
ONDER#
wilt wijzigen
van een streepjescode die al aan de tekst is toegevoegd, drukt u op
g
en vervolgens
op
c
.
CODE39 CODABAR
Symbool
Teken
Symbool
Teken
Symbool
Teken
Symbool
Teken
0
4/ 0
3/
1.5+ 1$4.
2(SPATIE)6 % 2 : 5 +
3$