Button Manager V2 Gebruikershandleiding Versie B DUT
Copyright © 2015 Brother Industries, Ltd. Alle rechten voorbehouden. De informatie in dit document kan worden gewijzigd zonder voorafgaande kennisgeving. De in dit document beschreven software wordt geleverd onder een licentieovereenkomst. De software mag uitsluitend worden gebruikt en gekopieerd in overeenstemming met de bepalingen van die overeenkomst.
Inhoudsopgave 1 Productoverzicht 1 Button Manager V2 - functies ....................................................................................................................1 2 Installatie 2 Button Manager V2 installeren met de wizard ...........................................................................................2 3 Beginnen met scannen 4 Button Manager V2 starten....................................................................................................................
7 Geavanceerde functies 48 Nieuwe profielen maken ..........................................................................................................................48 De gescande afbeelding openen in een toepassing................................................................................50 De gescande tekst converteren en openen in een toepassing................................................................51 Afbeeldingen opslaan als doorzoekbare PDF-bestanden ............................
1 Productoverzicht 1 1 Button Manager V2 is een programma waarmee u gemakkelijk documenten kunt scannen en vervolgens de gescande afbeelding naar een bestemming of een toepassing kunt sturen. U kunt maximaal negen verschillende bestemmingen opgeven voor regelmatig uitgevoerde taken, en specificeren hoe u verschillende typen documenten wilt scannen en opslaan.
2 Installatie 2 Button Manager V2 installeren met de wizard 1 2 2 2 Plaats de dvd-rom in het dvd-romstation. Klik, wanneer het venster Instellen wordt weergegeven, op Extra toepassingen en selecteer Button Manager installeren. OPMERKING Ga naar Computer (Deze computer) als het venster van Brother niet automatisch wordt weergegeven. Dubbelklik op het dvd-rompictogram en vervolgens op Setup.exe. Klik op Toestaan of Ja als het venster Gebruikersaccountsbeheer wordt weergegeven.
Installatie 4 Klik op Voltooien als de InstallShield Wizard is voltooid.
3 Beginnen met scannen 3 Na de installatie van het scannerstuurprogramma en Button Manager V2, moet de computer opnieuw worden opgestart. Na de herstart wordt Button Manager V2 automatisch gestart als de scanner wordt aangesloten en ingeschakeld. In het systeemvak rechts onder op het Bureaublad wordt een pictogram voor een snelkoppeling weergegeven.
Beginnen met scannen 2 Het knoppenpaneel van Button Manager V2 wordt weergegeven. 1 2 3 3 3 1 Uw scannermodel en het ID-nummer van het apparaat staan op de titelbalk van het knoppenpaneel. 2 Functiepictogrammen (knoppen) Elke knop vertegenwoordigt een scanfunctie. 3 Blader met de knoppen met pijlpunten omhoog en omlaag in het knoppenpaneel. In het knoppenpaneel van Button Manager V2 worden steeds maar vijf knoppen weergegeven. Klik op de knoppen en om de cyclus met knoppen te doorlopen.
Beginnen met scannen 4 Klik met rechtermuisknop op een scanknop om het venster Knopeigenschappen te openen en knopinstellingen aan te passen, als u de scanconfiguratie van een knop wilt wijzigen. Zie Configuratie knoppenpaneel op pagina 10 voor meer informatie. 5 Klik op de scanknop die u wilt gebruiken om een scan te starten. De scanner scant het document en stuurt de gescande afbeelding naar de standaardbestemming.
Beginnen met scannen Button Manager V2 afsluiten 3 Als u Button Manager V2 een tijd niet gebruikt, kunt u het pictogram van Button Manager V2 uit het systeemvak verwijderen: 1 2 Klik met de rechtermuisknop op het pictogram 3 (Button Manager V2) in het systeemvak. 3 Klik op Sluiten. Als u Button Manager V2 opnieuw wilt starten, start u Button Manager V2 handmatig in het menu Start.
4 Standaardfuncties en voorgeprogrammeerde taken 4 Button Manager V2 heeft negen functieknoppen die zijn voorgeprogrammeerd voor de meest voorkomende taken, bijvoorbeeld het scannen naar een bestand, scannen naar e-mail en scannen naar een printer. In deze tabel worden de voorgeprogrammeerde knoppen van het knoppenpaneel beschreven. Zie Configuratie knoppenpaneel op pagina 10 als u instellingen of namen van deze knoppen wilt wijzigen.
Standaardfuncties en voorgeprogrammeerde taken OPMERKING • Configureer instellingen als netwerktoegang, gedeelde map, FTP en breng een verbinding met internet tot stand voordat u Button Manager V2 installeert, als u de standaardinstellingen van de scanner wilt gebruiken. • Zorg dat u toegang hebt tot een netwerkserver als u gescande afbeeldingen naar een netwerkserver zoals FTP wilt sturen. Mogelijk dient u eerst een aanmeldingsnaam en een wachtwoord op te geven. • Microsoft ® .NET Framework: Microsoft ® .
5 Configuratie knoppenpaneel 5 U kunt in Button Manager V2 de knoppen in het knoppenpaneel naar wens aanpassen; u kunt knopnamen wijzigen, de standaardinstellingen bijwerken en scaneigenschappen opgeven, bijvoorbeeld voor doeltoepassingen, de bestandsnaam van gescande afbeeldingen en waar die bestanden worden opgeslagen. De eigenschappen van scanknoppen wijzigen 1 2 Klik op het pictogram van 5 (Button Manager V2) in het systeemvak. Button Manager V2 wordt gestart.
Configuratie knoppenpaneel 3 Klik met de rechtermuisknop op de knop om het venster Knopeigenschappen van die knop te openen. 5 4 Klik op een tab om scaneigenschappen op dat tabblad te wijzigen: Tabblad Basis: geef op dit tabblad basisinstellingen op, voor beeldmodus, resolutie, papierformaat, bestandspad en bestandsnaam, en de bestemming voor de scan. Zie Basisinstellingen op pagina 12 voor meer informatie.
Configuratie knoppenpaneel Basisinstellingen 5 Klik op de tab Basis in het dialoogvenster Knopeigenschappen om knopconfiguratie-instellingen te wijzigen, bijvoorbeeld basisinstellingen voor het scannen, bestandsindeling en bestandspad, en de bestemming voor "Scannen naar". 5 Naam knop 5 In het veld Naam knop boven in het venster kunt u de knop een andere naam geven. Typ de naam in het veld; zodra u op OK klikt, wordt de gewijzigde naam weergegeven in het knoppenpaneel.
Configuratie knoppenpaneel Beeldmodus 5 Selecteer de beeldmodus voor de gescande afbeelding. Auto (Auto kleurdetectie) Selecteer Auto om automatisch kleuren te laten herkennen en te scannen in de beeldmodus Kleur. Als uw document kleuren bevat, zal de scanner het document automatisch als kleurendocument scannen. Als uw document geen kleuren bevat, zal de scanner het document automatisch in zwart-wit scannen. Gebruik deze optie voor documenten waarin afwisselend pagina’s in kleur en zwart-wit voorkomen.
Configuratie knoppenpaneel Scanparameters 5 Resolutie 5 Klik op de schuifregelaar voor Resolutie en versleep die om de ideale resolutie in te stellen. De fabrieksinstelling is 200 dpi. Beschikbare resoluties zijn 75, 100, 150, 200, 300, 400 en 600 dpi (dots per inch); de opties variëren afhankelijk van het scannermodel. Bij hogere resoluties is meer detail waarneembaar; het scannen gaat echter langzamer en resulteert in het algemeen in grotere bestanden.
Configuratie knoppenpaneel Bestandslocatie 5 Map 5 Klik op Bladeren om de map te selecteren waarin u de gescande afbeelding wilt opslaan. Bestandsnaam (functie voor automatisch namen geven) 5 De standaard Bestandsnaam voor gescande afbeeldingen wordt samengesteld uit een tekenreeks met een numeriek aanhangsel. De standaard tekenreeks is Image_ en het aanhangsel wordt automatisch gegenereerd als volgnummer. Uw eerste scan wordt bijvoorbeeld Image_00001 genoemd, de tweede Image_00002, enzovoort.
Configuratie knoppenpaneel Bestandsindeling 5 Klik op de vervolgkeuzelijst Bestandsindeling om een bestandsindeling te selecteren voor de gescande afbeelding. Kies TIFF Multi-page of PDF (Multi-pagina) als u een bestand met meerdere pagina’s wilt maken. Bestemming 5 Klik op de vervolgkeuzelijst Bestemming en selecteer het doel voor de gescande afbeelding.
Configuratie knoppenpaneel Eigenschappen Beeld aanpassen 5 Klik in het venster Knopeigenschappen op de tab Beeld aanpassen om de kleurkwaliteit van de gescande afbeelding aan te passen, zodat de gescande afbeelding zo dicht mogelijk in de buurt komt van het originele document. 5 Kleuraanpassing 5 Gamma 5 Klik op de schuifregelaar Gamma om de middentonen van de afbeelding aan te passen zonder de lichtste en donkerste delen ingrijpend te wijzigen.
Configuratie knoppenpaneel Helderheid en Contrast 5 Helderheid Een afbeelding lichter of donkerder maken. Hoe hoger de waarde, des te helderder de afbeelding. Sleep de schuifregelaar naar rechts of naar links om de helderheid te verhogen of te verlagen. De standaardinstelling is 0. Contrast Het bereik tussen de donkerste en de lichtste tinten van de afbeelding aanpassen. Hoe hoger het contrast, des te groter het verschil tussen donker en licht.
Configuratie knoppenpaneel Schaduw en Hoge lichten 5 Schaduw Schaduw is de donkerste kleur in de gescande afbeelding. Hoe hoger de waarde, des te donkerder wordt de huidige donkerste kleur. Sleep de schuifregelaar naar rechts of naar links om het donkerste niveau aan te passen. De standaardinstelling is 0. Hoge lichten Hoge lichten is de lichtste kleur in de gescande afbeelding. Hoe lager de waarde, des te lichter wordt de huidige lichtste kleur.
Configuratie knoppenpaneel Eigenschappen Kleurdrop-out 5 Kleurdrop-out wordt gebruikt bij documenten in kleur die voor OCR in grijstinten of zwart-wit moeten worden gescand. Verwijderen van de kleur heeft een beter OCR-proces tot gevolg. Klik in het venster Knopeigenschappen op de tab Kleurdrop-out om een kleurkanaal uit te filteren (rood, groen of blauw).
Configuratie knoppenpaneel U kunt de kleur die moet worden uitgefilterd op twee manieren selecteren. De RGB-waarden opgeven 5 U kunt de kleur die moet worden uitgefilterd opgeven door de RGB-waarden (rood, groen en blauw) op te geven. Klik op de knop Wissen om de kleurwaarden te resetten. De kleur selecteren 5 We raden aan de kleur te selecteren die moet worden verwijderd.
Configuratie knoppenpaneel Eigenschappen Beeldverwerking 5 Klik in het dialoogvenster Knopeigenschappen op de tab Beeldverwerking om de stand van de gescande afbeelding aan te passen.
Configuratie knoppenpaneel Beeld draaien/spiegelen 5 Klik op de vervolgkeuzelijst Beeld draaien/spiegelen en selecteer de rotatiehoek voor de gescande afbeelding. Kies Geen, Beeld autom. draaien of een van de volgende opties: Origineel 90° linksom 90° rechtsom 180° draaien Horizontaal spiegelen Verticaal spiegelen 5 Lege pagina verwijderen 5 Schakel het selectievakje Inschakelen in bij Lege pagina verwijderen om de lege pagina’s uit de gescande afbeelding te verwijderen.
Configuratie knoppenpaneel Eigenschappen Meer instellingen 5 Klik in het venster Knopeigenschappen op de tab Meer instellingen om nog meer functies in te stellen. 5 Multi-Feed detectie 5 Met Multi-Feed detectie kunt achterhalen of bij het invoeren door de ADF (automatische documentinvoer) meer dan één pagina ineens wordt ingevoerd.
Configuratie knoppenpaneel Scannen stoppen na multi-feed 5 Als u Scannen stoppen na multi-feed selecteert, stopt de scanner de invoer en wordt het bericht Meervoudige invoer gedetecteerd! weergegeven in het statusdialoogvenster. Verwijder de rest van het papier uit de ADF. Plaats de documenten opnieuw en start het scannen opnieuw. Als u Scannen stoppen na multi-feed niet selecteert, worden ook de resterende pagina’s van het document door de scanner ingevoerd.
Configuratie knoppenpaneel Scanknoppen gebruiken 5 Scans als afbeeldingsbestanden in een map opslaan 5 U kunt een document scannen en de gescande gegevens in JPEG-indeling opslaan in een doelmap. Een document scannen en opslaan als afbeeldingsbestand: 5 1 2 Plaats een document in de scanner. 3 Blader in het knoppenpaneel naar de knop 4 Klik op Scan to File. De gescande afbeelding wordt in de doelmap opgeslagen in JPEG-indeling. Klik op het pictogram (Button Manager V2) in het systeemvak.
Configuratie knoppenpaneel Scans als tekstgegevens in een map opslaan 5 U kunt een document scannen en de gescande tekst converteren naar leesbare tekst met de functie OCR. De gescande afbeelding converteren en opslaan als leesbare tekst in een map: 5 1 2 Plaats een document in de scanner. 3 Blader in het knoppenpaneel naar de knop 4 Klik op Scan to File (OCR). De gescande afbeelding wordt in de doelmap opgeslagen in TXT-indeling. Klik op het pictogram (Button Manager V2) in het systeemvak.
Configuratie knoppenpaneel De gescande afbeelding openen in een toepassing 5 U kunt een scanknop zo aanpassen dat bij het scannen automatisch een toepassing voor beeldbewerking (bijvoorbeeld Microsoft ® Paint) wordt gestart en de gescande afbeelding in die toepassing wordt geopend. De knop Scan To App configureren voor het openen van gescande afbeeldingen in een toepassing: 1 Klik op het pictogram 2 Blader in het knoppenpaneel naar de knop 3 Klik met de rechtermuisknop op Scan To App.
Configuratie knoppenpaneel 5 Het venster Configuraties wordt geopend. 5 6 Ga op een van de volgende manieren te werk om een toepassing te selecteren: Selecteer de toepassing in de Lijst met toepassingen. Het pad naar de toepassing wordt weergegeven in het veld Bestandspad. (Button Manager V2 zoekt naar toepassingen voor beeldbewerking op uw computer en geeft de resultaten automatisch weer in de Lijst met toepassingen.
Configuratie knoppenpaneel De gescande afbeelding als bijlage toevoegen aan een nieuwe e-mail 5 U kunt instellen dat na het scannen uw e-mailtoepassing wordt gestart en de gescande afbeelding wordt toegevoegd aan een nieuw e-mailbericht. De gescande afbeelding als bijlage toevoegen aan een nieuwe e-mail: 1 2 Plaats een document in de scanner. 3 Blader in het knoppenpaneel naar de knop 4 5 Klik op E-Mail. Klik op het pictogram 5 (Button Manager V2) in het systeemvak. (E-Mail).
Configuratie knoppenpaneel Scans naar een printer sturen 5 U kunt een document scannen en naar een opgegeven printer sturen, maar als u een duplexscanner gebruikt, kunt u ook twee gescande afbeeldingen afdrukken op één pagina. De knop Printer configureren voor het verzenden van gescande afbeeldingen naar de printer: 1 Klik op het pictogram 2 Blader in het knoppenpaneel naar de knop 3 4 Klik op de knop Printer. Het dialoogvenster Knopeigenschappen wordt geopend.
Configuratie knoppenpaneel 5 Het venster Printerconfiguraties wordt geopend. 5 6 Selecteer de printer waarmee u de gescande afbeeldingen wilt afdrukken. OPMERKING Het printerstuurprogramma wordt alleen weergegeven in het venster Configuraties als het op de computer is geïnstalleerd. Klik op Eigenschappen om printerinstellingen te wijzigen en klik op OK om de gewijzigde instellingen te bevestigen. 7 Klik op de tab Opties.
Configuratie knoppenpaneel 8 Schakel de selectievakjes in bij de functies die u wilt inschakelen: Bestanden verwijderen na afdrukken: Schakel dit selectievakje in als de gescande afbeeldingen na het afdrukken moeten worden verwijderd. OPMERKING Bestanden die na het afdrukken worden verwijderd, zijn niet langer beschikbaar op de computer. Auto kleurdetectie: Schakel dit selectievakje in om automatisch het afbeeldingstype te detecteren en in de juiste beeldmodus af te drukken.
Configuratie knoppenpaneel Scans versturen naar een gedeelde map 5 Als u gescande afbeeldingen wilt delen, kunt u die naar een gedeelde map sturen, zodat de geüploade afbeeldingen beschikbaar zijn voor alle gebruikers met toegang tot die gedeelde map. De gedeelde map configureren voor het uploaden van gescande afbeeldingen: 1 Klik op het pictogram 2 Blader in het knoppenpaneel naar de knop 3 Klik met de rechtermuisknop op Shared Folder.
Configuratie knoppenpaneel 5 Het venster Configuratie gedeelde map wordt geopend. 6 7 8 Typ uw gebruikersaccount In het veld Gebruiker. 5 Typ uw Wachtwoord. Typ het pad naar de gedeelde map. OPMERKING Neem contact op met uw systeembeheerder om te worden geautoriseerd voor het versturen van documenten naar een gedeelde map. Mogelijk dient u in het veld Gebruiker ook een domeinnaam op te geven. Als een domeinnaam wordt toegevoegd, dient de gebruikersnaam als volgt te worden opgegeven: domein\gebruikers
Configuratie knoppenpaneel Scans versturen naar een FTP-server 5 Als u gescande afbeeldingen wilt delen, kunt u die naar een gedeelde FTP-server sturen, zodat de geüploade afbeeldingen beschikbaar zijn voor alle gebruikers met toegang tot die FTP-server. Mogelijk dient u bij uw systeembeheerder te informeren naar de juiste URL of het juiste IP-adres van de FTP-server. Uw systeembeheerder kan u toegang verlenen tot de FTP-server en u een geldige gebruikersnaam en geldig wachtwoord toewijzen.
Configuratie knoppenpaneel 5 Het venster FTP-configuratie wordt geopend. 5 6 Typ in het veld Host het IP-adres of de URL in de volgende indeling: ftp://uwhostnaam/uwsite, waarbij ftp het te gebruiken protocol is uwhostnaam de naam is van de server uwsite de URL is van de website van de host 7 8 9 Typ het Poortnummer. Typ uw Gebr.naam. Typ uw Wachtwoord. OPMERKING • Neem contact op met uw systeembeheerder om te worden geautoriseerd voor het versturen van documenten naar de site.
Configuratie knoppenpaneel B Klik op de tab Proxy. 5 C Selecteer Proxy automatisch detecteren of Proxy opgeven als u gebruikmaakt van een proxyserver. Als u Proxy opgeven selecteert, dient u het IP-adres van de Proxy-host op te geven en het Poortnummer van de proxyserver. Typ uw Gebr.naam en Wachtwoord, als dat is vereist voor de host. Neem contact op met uw netwerkbeheerder voor meer informatie.
Configuratie knoppenpaneel Scans versturen naar een Microsoft ® SharePoint ® Server 5 SharePoint ® is een tool voor samenwerking en opslag van documenten. Met Button Manager V2 kunt u gescande documenten versturen naar een SharePoint ®-server. Als een gedigitaliseerd bestand eenmaal is geüpload naar SharePoint ®, kunt u het gescande document beheren met de functies van SharePoint ®. Mogelijk dient u bij uw systeembeheerder te informeren naar de juiste URL van de SharePoint ®-server.
Configuratie knoppenpaneel 5 Het venster Configuratie SharePoint wordt geopend. 5 6 Selecteer een aanmeldingsoptie. Selecteer Gebruik SharePoint-account als u bij de Sharepoint ®-server wilt aanmelden met een unieke gebruikersnaam en een uniek wachtwoord. Typ uw Gebruikersnaam en Wachtwoord. Selecteer Gebruik Windows-account als u bij de SharePoint ®-server wilt aanmelden met dezelfde gegevens die u gebruikt om u op uw pc aan te melden bij Windows ®.
Configuratie knoppenpaneel 9 Klik op de tab Proxy. 5 0 Selecteer Proxy autom. detecteren of Proxy specificeren als u gebruikmaakt van een proxyserver. Als u Proxy specificeren selecteert, dient u het IP-adres van de Proxyhost op te geven en het Poortnummer van de proxyserver. Als u Geef uw e-mailadres en wachtwoord op selecteert, typt u uw Gebruikersnaam en Wachtwoord als dat is vereist voor de host. Neem contact op met uw netwerkbeheerder voor meer informatie.
6 Het dialoogvenster Opties 6 In het dialoogvenster Opties van Button Manager V2 kunt u aanvullende scaninstellingen opgeven of meer gedetailleerde informatie weergeven, bijvoorbeeld voor het wijzigen van de taal voor de gebruikersinterface en de maateenheid. 1 2 Klik met de rechtermuisknop op het pictogram (Button Manager V2) in het systeemvak. Klik op Opties. 6 3 Het venster Opties wordt geopend.
Het dialoogvenster Opties Instellingen 6 Klik op Instellingen om de volgende instellingen te configureren: 6 Eenheid 6 Selecteer de gewenste maateenheid. U kunt kiezen uit: Centimeter, Inch, en Millimeter. Deze instelling wordt toegepast op de eenheid bij Papierformaat op het tabblad Basis. Taal 6 Selecteer de taal die u wilt gebruiken voor de gebruikersinterface. Als u op OK klikt, wordt de geselecteerde taal toegepast.
Het dialoogvenster Opties Overig 6 Klik op Overig in het venster Opties om de volgende instellingen te configureren: 6 Tijd voor verbergen knoppenpaneel 6 Schakel het selectievakje Inschakelen in en versleep de schuifregelaar om de tijd in te stellen waarna het knoppenpaneel automatisch wordt verborgen. U kunt kiezen uit 0-120 seconden. Klik op het pictogram Button Manager V2 in het systeemvak om het verborgen knoppenpaneel opnieuw weer te geven.
Het dialoogvenster Opties Statisch knoppenpaneel 6 Schakel het selectievakje Tonen in om een statisch knoppenpaneel weer te geven in de rechterbenedenhoek van het Bureaublad. Als het statische knoppenpaneel wordt weergegeven, kunt u op de knop Start (Starten) drukken op de scanner om te beginnen met scannen, zonder dat u eerst Button Manager V2 start.
Het dialoogvenster Opties Geavanceerd 6 Klik op Geavanceerd in het venster Opties om de volgende instellingen te configureren: 6 Standaard 6 Klik op Fabrieksinstellingen om de fabrieksinstellingen voor Button Manager V2 te herstellen. Knop registreren/deregistreren 6 Deze knop is alleen bedoeld voor softwareontwikkelaars. Klik op Deregistreren als u Button Manager V2 niet langer wilt gebruiken en een knoppenprogramma van een derde partij wilt gebruiken.
Het dialoogvenster Opties Knopprofiel im-/exporteren 6 Met deze optie kunt u knopprofielen importeren en exporteren, inclusief scaninstellingen en bestemmingen, van en naar Button Manager V2. Als u op de knop Exporteren klikt, kunt u huidige profielen exporteren naar een .bm-bestand. Als u op de knop Importeren klikt, kunt u eerder geëxporteerde .bm-bestanden importeren in Button Manager V2. Scannerinfo. 6 Klik op Scannerinfo.
7 Geavanceerde functies 7 Nieuwe profielen maken 7 Button Manager V2 heeft negen voorgeprogrammeerde profielen die u kunt gebruiken en aanpassen. U kunt ook nieuwe eigen profielen maken voor speciale doeleinden, bijvoorbeeld voor het scannen van een bepaald soort document of een speciale verwerking van gescande afbeeldingen. Nieuw profiel toevoegen: 1 2 Klik met de rechtermuisknop op het pictogram 7 (Button Manager V2) in het systeemvak. Klik op Profielbeheer.
Geavanceerde functies 6 Klik op Bewerken om de knopinstellingen te wijzigen. Pas de knopeigenschappen naar wens aan als het venster Knopeigenschappen wordt geopend. OPMERKING U kunt alle knoppen in dit venster naar wens bewerken door de knop te selecteren, op Bewerken te klikken en wijzigingen in te voeren in het venster Knopeigenschappen.
Geavanceerde functies De gescande afbeelding openen in een toepassing 7 U kunt een gescande afbeelding direct in een reeds geopende toepassing invoegen. Als u bijvoorbeeld tekst bewerkt in Microsoft ® Word en u wilt een gescande afbeelding invoegen, kunt u een scan maken die dan meteen wordt ingevoegd en weergegeven in het Microsoft ® Word-document. OPMERKING U kunt geen gescande afbeeldingen invoegen in tekstverwerkers als Kladblok.
Geavanceerde functies De gescande tekst converteren en openen in een toepassing 7 U kunt een afbeelding scannen en de tekst in de afbeelding met een OCR-bewerking direct converteren naar bewerkbare tekst en invoegen in een toepassing. Als u bijvoorbeeld tekst bewerkt in Microsoft ® Word en u wilt tekst van een gescande afbeelding invoegen, kunt u een scan maken waarna de geconverteerde tekst wordt ingevoegd en weergegeven in het Microsoft ® Word-document.
Geavanceerde functies Afbeeldingen opslaan als doorzoekbare PDF-bestanden 7 U kunt met Button Manager V2 uw gescande afbeeldingen opslaan als doorzoekbare PDF-bestanden (single- of multi-page). Afbeeldingen opslaan als doorzoekbare PDF-bestanden: 1 Klik in het knoppenpaneel met de rechtermuisknop op de knop die u wilt configureren als knop "doorzoekbare PDF opslaan". Het dialoogvenster Knopeigenschappen wordt geopend.
Geavanceerde functies Een bestand naar een knop in het knoppenpaneel "slepen" en met die functionaliteit opslaan 7 Button Manager V2 is uitgerust met een handige functie om een bestand naar een knop in het knoppenpaneel te slepen, zodat het bestand wordt opgeslagen in de voorgeprogrammeerde map van die knop. Deze functie werkt met alle scanknoppen van het knoppenpaneel, met uitzondering van de knoppen iScan en iScan (OCR).
8 Problemen oplossen 8 De volgende problemen kunnen zich voordoen als Button Manager V2 een bestand uploadt naar een bestandsserver in een netwerk, bijvoorbeeld een FTP-server: Foutbericht Beschrijving Oplossing Ongeldige host. De invoer in het veld Host heeft niet het juiste formaat. Controleer of de syntaxis correct is en of alle vereiste delen van het pad naar de netwerkserver zijn ingevoerd. Veld "Gebruikersnaam" mag niet leeg zijn. Het veld Gebruikersnaam is leeg. Voer de gebruikersnaam in.
Problemen oplossen Foutbericht Beschrijving Oplossing De proxy heeft het verzoek geweigerd. De proxy-server heeft het verzoek geweigerd. Informeer bij uw systeembeheerder naar de details van de proxyserver. Kan geen volledig Kan geen volledig verzoek verzenden Dit kan het gevolg zijn van een netwerkprobleem. verzoek verzenden naar naar de externe server. U kunt het later nogmaals proberen of contact de externe server. opnemen met uw systeembeheerder.