User manual

23
AAN DE SLAG GAAN
Algemene beschrijving
NEDERLANDS
17. Letter
• Gebruik deze toetsen om letters of
cijfers te typen.
• In combinatie met de toets
Hoofdletters of Shift kunt u met deze
toetsen ook hoofdletters en symbolen
invoeren.
18. BS (backspace)
Hiermee wordt het teken links van de
cursor verwijderd.
19. Shift
Gebruik deze toets in combinatie met de
letter- en cijfertoetsen om hoofdletters of
de symbolen die op de cijfertoetsen
staan te typen.
20. Hoofdletters
Hiermee schakelt u de hoofdlettermodus
in en uit.
21. Entertoets
• Hiermee gaat u naar een nieuwe regel
tijdens het invoeren van tekst.
• Voert alleen voor het
labeltoepassingstype "ALGEMEEN"
een nieuw blok in, indien gebruikt in
combinatie met de toets Shift.
22. Accent
Hiermee kunt u een teken met een
accent selecteren en invoeren.
23. Spatie
• Hiermee voert u een spatie in.
• Zet een instelling terug naar de
standaardwaarde.
24. Bestand
Hiermee kunt u vaak gebruikte labels in
het bestandsgeheugen afdrukken,
openen, opslaan of verwijderen.
25. Symbool
Gebruik deze toets om een symbool uit
de beschikbare lijst met symbolen te
selecteren en in te voeren.
26. Barcode
Opent het "Inst. strpjescode"-scherm.
27. Serialiseren
• Drukt geserialiseerde labels af.
• Serialiseert een tweetal cijfers en drukt
die tegelijkertijd af op een label indien
gebruikt in combinatie met de toets
Shift.
28. Database
Gebruikt het geselecteerde bereik met
records in de gedownloade database om
een label te maken.
29. WiFi
Start WLAN-communicatie/Directe
draadloze communicatie.