User manual

EEN LABEL BEWERKEN
38
Een geserialiseerd label invoeren
Selecteer "Tellen" en "verhoogd met" met de toets of en stel
de waarde in met de toets of .
Voorbeeld: Stel "Tellen" in op 4 en "verhoogd met" op 1 als u het
getal vier keer met de waarde 1 wilt verhogen.
Druk op de toets OK of de Entertoets om het scherm weer te
geven met de instellingen.
Voorbeeld:
Geavanceerd serialiseren
Gelijktijdig
Voer tekst in.
Voorbeeld: Maak met deze functie de labels 1A-A01, 1A-B02,
1A-C03, 1A-D04 van 1A-A01.
Druk op de toetsen Shift en Serialiseren en selecteer
"Gelijktijdig" met de toets of en druk op de toets OK of de
Entertoets.
Geef de eerste reeks tekens op die u wilt ophogen.
Plaats de cursor onder het eerste teken met behulp van de
toetsen , , en en druk twee keer op de toets OK of de
Entertoets.
Als u een reeks tekens wilt opgeven, plaatst u de cursor onder
het eerste teken van de reeks met behulp van de toetsen , ,
en en drukt u op de toets OK of de Entertoets. Plaats dan
de cursor onder het laatste teken van de reeks en druk op de
toets OK of de Entertoets.
Voorbeeld: Selecteer 1 van A01.
Herhaal stap 3 om de tweede reeks tekens op te geven die u wilt
ophogen.
Voorbeeld: Selecteer A van A01.
4
5
Als u op de toets Serialiseren drukt, kunt u het instellen herhalen. Nadat u de instellingen
opnieuw hebt opgegeven, wordt het bericht "Gegevens overschrijven na deze positie?"
weergegeven. Druk op de toets OK om de instellingen te overschrijven.
Bij meerdere pagina’s met labels kunt u bij het afdrukken kiezen uit Alles/Huidig/Bereik.
Raadpleeg de Gebruikershandleiding voor het afdrukken van labels.
1
2
3
U kunt het eerste teken niet selecteren omdat het grijs wordt
weergegeven.
4