Network User's Guide

Table Of Contents
Bijlage B
26
B
Termen en principes van draadloze netwerken B
Het netwerk specificeren B
SSID (Service Set Identifier) en kanalen B
U dient de SSID en een kanaal op te geven om het draadloze netwerk te specificeren waarmee u verbinding
wilt maken.
SSID
Elk draadloos netwerk heeft een unieke netwerknaam die wordt aangeduid met SSID of ESSID (Extended
Service Set Identifier). De SSID is een waarde van 32 bytes of minder die wordt toegewezen aan het
toegangspunt. De draadloze apparaten die u wilt koppelen aan het draadloze netwerk dienen overeen te
komen met het toegangspunt. Het toegangspunt en de draadloze apparaten versturen regelmatig
draadloze pakketten (aangeduid met de term "beacon" - signaal) met de SSID-gegevens. Als het
draadloze netwerkapparaat een signaalbericht ontvangt, kunt u daarmee draadloze netwerken
identificeren die zich dicht genoeg bij bevinden voor ontvangst van de radiogolven.
Kanalen
Draadloze netwerken maken gebruik van kanalen. Elk draadloos kanaal heeft een eigen frequentie. Er zijn
14 verschillende kanalen die kunnen worden gebruikt in een draadloos netwerk. In veel landen is het
aantal toegestane kanalen echter beperkt.
Beveiligingstermen B
Verificatie en encryptie B
De meeste draadloze netwerken maken gebruik van een of andere vorm van beveiliging. De
beveiligingsinstellingen bepalen de verificatie (de manier waarop het apparaat zich identificeert in het
netwerk) en de encryptie (de manier waarop de gegevens worden gecodeerd bij verzending in het netwerk).
Als u deze gegevens niet juist specificeert bij het configureren van de Brother draadloze printer, kan
de printer geen verbinding maken met het draadloze netwerk. Wees voorzichtig bij het configureren van
deze opties.