Network User's Guide

Table Of Contents
Bijlage B
34
B
ARP gebruiken om het IP-adres te configureren B
Als u de toepassing BRAdmin niet kunt gebruiken en uw netwerk geen DHCP-server gebruikt, kunt u ook de
ARP-opdracht gebruiken. De ARP-opdracht is beschikbaar op Windows-systemen waarop TCP/IP is
geïnstalleerd. Om ARP te gebruiken, voert u de volgende opdracht in de opdrachtprompt in:
arp -s ipadres ethernetadres
ping ipadres
Waarbij ethernetadres het MAC-adres/Ethernet-adres van de printserver is en ipadres het IP-adres is
van de printserver. Bijvoorbeeld:
Windows-systemen
Bij Windows-systemen moet er een streepje "-" tussen de getallen van het MAC-adres/Ethernet-adres
staan.
arp -s 192.168.1.2 00-80-77-31-01-07
ping 192.168.1.2
OPMERKING
U moet op hetzelfde Ethernet-segment zijn (dit houdt in dat er geen router mag zijn tussen de printserver
en het besturingssysteem) om de opdracht arp -s te gebruiken.
Als er een router is, kunt u BOOTP of een van de andere methodes die in dit hoofdstuk zijn besproken
gebruiken om het IP-adres in te voeren. Als de administrator het systeem zo heeft geconfigureerd dat
IP-adressen worden geleverd met behulp van BOOTP, DHCP of RARP, kan uw Brother printserver een
IP-adres ontvangen van een van deze toewijzingssystemen. In dat geval hoeft u de ARP-opdracht niet te
gebruiken. De ARP-opdracht werkt slechts één keer. Omwille van de veiligheid kunt u de ARP-opdracht
niet opnieuw gebruiken om het adres te wijzigen nadat u het IP-adres van een Brother printserver hebt
ingesteld met de ARP-opdracht. De printserver negeert alle pogingen om dit te doen. Als u het IP-adres
opnieuw wilt veranderen, maak dan gebruik van beheer via een webbrowser, of herstel de
fabrieksinstellingen van de printserver (waarna u de ARP-opdracht opnieuw kunt gebruiken).