Operation Manual

Het aflaten van lucht:
Mocht de bandendruk te hoog zijn, druk dan op de aflaatknop (E) en laat langzaam lucht ontwijken. Verlaag de
bandendruk tot op de gewenste waarde.
Technische gegevens
Max. werkdruk: 8 bar
Drukdisplay: 0 - 12 bar (0 - 174 psi)
Lengte van de vulslang: ca. 40 cm
Blaaspistool
Gebruik volgens de voorschriften
Het blaaspistool dient om voorwerpen en moeilijk toegankelijke plekken schoon te maken en door te blazen.
Inbedrijfstelling
Schroef de uitblaaspijp (F) op de opening waar de lucht uittreedt.
Sluit het blaaspistool aan de drukslang van de compressor.
De maximaal toegestane werkdruk van 8 bar mag niet worden overschreden.
Schakel de compressor in.
Zet druk op de trekker (D) om de luchttoevoer te starten. Hoe verder de trekker wordt ingedrukt, des te
sterker wordt de luchtstraal.
Laat de trekker los om de toevoer van lucht te stoppen.
Haal de apparatuur na afsluiting van de werkzaamheden van de compressor af.
Schoonmaken en onderhoud
LET OP!
Vóór alle schoonmaak- en onderhoudswerkzaamheden moet de stekker uit het stopcontact worden
gehaald.
Wacht tot de compressor volledig is afgekoeld! Gevaar voor verbrandingen!
Vóór alle schoonmaak- en onderhoudswerkzaamheden moet ervoor worden gezorgd dat het
apparaat drukloos is.
Houd de kast van de compressor vrij van stof en vuil. Reinig het apparaat regelmatig met een vochtige doek.
Gebruik geen schoonmaak- of oplossingsmiddelen, omdat die de kunststof delen van het apparaat kunnen
aantasten. Let erop dat er geen water in het apparaat kan binnendringen.
Opslag
Haal de netstekker uit het stopcontact, ontlucht het apparaat en alle aangesloten persluchtwerktuigen.
De compressor moet rechtop staand in een droge en voor onbevoegden ontoegankelijke ruimte worden
bewaard.