6303 7208 – 10/2004 NL Montage- en bedieningsvoorschrift Basiscontroller BC10 Zorgvuldig lezen vóór montage en bediening
Inhoudsopgave 1 Voor uw veiligheid . 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Over dit voorschrift . . . . . . . . . Voorgeschreven toepassing . . . Neem deze aanwijzingen in acht . Reiniging . . . . . . . . . . . . . . . Afval . . . . . . . . . . . . . . . . . . Montage en service . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 . . . . . . . . . .
Voor uw veiligheid 1 Voor uw veiligheid 1.1 Over dit voorschrift 1 LEVENSGEVAAR door elektrische stroom. Dit voorschrift bevat belangrijke informatie – over de veilige werking van uw verwarmingsinstallatie, z Schakel in geval van gevaar de verwarmingsnoodschakelaar buiten de stookruimte uit of schakel de verwarmingsinstallatie los van het stroomnet met behulp van de huiszekering.
2 2 Montage en service Montage en service AANWIJZING VOOR DE GEBRUIKER De montage- en servicewerkzaamheden mogen enkel door een vakman uitgevoerd worden. z Schakel de verwarmingsinstallatie stroomloos. z Enkel bij brandstof gas: sluit de gaskraan. 2.1 Bedieneenheid RC30 op de basiscontroller monteren De bedieningseenheid RC30 kan in een woonruimte (zie technische documentatie van de bedieningseenheid RC30) of op de basiscontroller BC10 gemonteerd worden.
Montage en service 2.2 2 Basiscontroller demonteren LEVENSGEVAAR WAARSCHUWING! door elektrische stroom bij een geopend toestel. z Vooraleer u het toestel opent: schakel de verwarmingsinstallatie met behulp van de verwarmingsnoodschakelaar stroomloos of koppel ze los via de zekering van het stroomnet. 4 3 z Beveilig de installatie, zodat ze niet per ongeluk kan ingeschakeld worden. z Neem de bedieningseenheid RC30 (afb. 3, pos. 2) weg en draai de beveiligingsschroef (afb. 3, pos.
3 Bediening van de basiscontroller 3 Bediening van de basiscontroller 3.1 Inleiding Dankzij de basiscontroller BC10 kan de basisbediening van de verwarmingsinstallatie gedaan worden.
Bediening van de basiscontroller 3.3 3 In- en uitschakelen 3.3.1 Verwarmingsinstallatie inschakelen z Plaats de bedrijfsschakelaar aan de basiscontroller in de positie "1" (AAN). Zodoende wordt heel de verwarmingsinstallatie ingeschakeld. De statusindicatie aan de basiscontroller licht op en geeft de actuele ketelwatertemperatuur aan in °C. 3.3.2 Verwarmingsinstallatie uitschakelen z Plaats de bedrijfsschakelaar aan de basiscontroller in de positie "0" (UIT). LEVENSGEVAAR door elektrische stroom.
3 3.5 Bediening van de basiscontroller Streefwaarde tapwater Met de draaiknop "streefwaarde tapwater" geeft u de gewenste temperatuur in voor het tapwater in de tapwaterboiler. 0 Eco1 Toestand Verklaring LED Uit Geen toevoer van tapwater (enkel verwarmingsbedrijf). Uit Energiesparende werking 2, tapwatertemperatuur 60 °C Het tapwater wordt pas opgewarmd Aan 3 tot 60 °C, als de temperatuur aanzienlijk gedaald is. Daardoor wordt het aantal branderstarts gereduceerd en wordt er energie gespaard.
Bediening van de basiscontroller 3 AANWIJZING VOOR DE GEBRUIKER Vloerketels: indien u de storing niet kan wissen, is de keteltemperatuur nog te hoog of moet er een reset doorgevoerd worden aan de digitale branderautomaat SAFe. Als de brander na het wissen van de storing weer in storing gaat, moet u contact opnemen met uw vakman. 3.7 LED "brander aan" De LED geeft de toestand van de brander aan. LED Toestand Verklaring Aan Brander in bedrijf Ketelwater wordt opgewarmd.
3 3.9 Bediening van de basiscontroller Werking met deellast starten Tijdens de rookgastest kan u de ketel met een gereduceerd ketelvermogen (ketelstreeftemperatuur) sturen, bv. voor de instelling van de gasklep. De reductie geldt enkel voor de duur van de rookgastest. Druk de toets "schoorsteenveger" in, tot het decimaalpunt in de statusindicatie oplicht (min. 2 seconden). Zodoende wordt de rookgastest ingeschakeld. Druk de toetsen "schoorsteenveger" en "statusindicatie" tegelijkertijd in gedurende ca.
Bediening van de basiscontroller 3 3.10 Manueel bedrijf kiezen In het manueel bedrijf kan de verwarmingsinstallatie onafhankelijk van een bedieningseenheid gestuurd worden. De verwarmingsketel wordt gestuurd met de streefwaarde die aan de rechter draaiknop als ketelwatertemperatuur werd ingesteld. Tijdens het manuele bedrijf knippert het decimaalpunt in de statusindicatie. Druk de toets "schoorsteenveger" in, tot het decimaalpunt in de statusindicatie knippert (min. 8 seconden).
3 Bediening van de basiscontroller 3.11 Statusindicatie Op het display van de basiscontroller BC10 wordt de toestand van de verwarmingsinstallatie aangegeven. In geval van een storing wordt in de statusindicatie meteen een fout of waarschuwing aangegeven. In geval van fouten moet u contact opnemen met uw vakman; u kan hem dan al meedelen om welke service- of foutcode het gaat. De waarschuwingen en fouten hangen af van het betreffende type verwarmingsketel.
Bediening van de basiscontroller 3 3.12 Parameters instellen Deze parameters mogen enkel door een vakman ingesteld worden. Bediening van de programmeermodus Druk de toetsen "schoorsteenveger" en "statusindicatie" tegelijkertijd in gedurende 5 seconden, om in de programmeermodus terecht te komen. + Druk de toets "statusindicatie" in, om naar de volgende parameter over te gaan. Druk de toets "reset" in, om de waarde van de parameter te verlagen (–).
3 Bediening van de basiscontroller 3.12.2 Nadraaitijd pomp F 5 Deze parameter bepaalt de nadraaitijd van de ketelpomp in minuten. De parameter kan herkend worden aan de letter "F". De instelling "F1d" betekent dat de ketelpomp permanent draait. Nadraaitijd pomp F Invoerbereik Fabrieksinstelling 1 − 60 min 24 h ("F1d") 5 min 3.12.3 Tapwater C0 Deze parameter bepaalt of het tapwater door deze ketel opgewarmd wordt. De parameter kan herkend worden aan de letter "C".
Bediening van de basiscontroller 3 3.13 Storingsdiagnose Op het display van de basiscontroller BC10 wordt de toestand van de verwarmingsinstallatie aangegeven. In geval van een storing wordt in de statusindicatie meteen een fout of waarschuwing aangegeven. In geval van fouten moet u contact opnemen met uw vakman; u kan hem dan al meedelen om welke service- of foutcode het gaat. De waarschuwingen en fouten hangen af van het betreffende type verwarmingsketel.
3 Bediening van de basiscontroller Symbool (voorbeelden) 1 H 8 Waarden Betekenis Bedrijfstoestand/verhelping H00... H99 Waarschuwing: onderhoud noodzakelijk Servicemelding (onderhoudsmelding) z Gelieve contact op te nemen met uw vakman en een onderhoud te laten uitvoeren. Betekenis van de codes, zie beschrijving van de betreffende verwarmingsketel. Bedrijfsmelding: actuele toestand van het EMS –H 60 P1.5 Getal 0 ... 100 Actuele ketelwatertemperatuur > P1.
Bediening van de basiscontroller 3 3.14 Onderhoudsinterval opnieuw instellen Met de bedieningseenheid (bv.RC30) kan bij verwarmingsketels met een digitale branderautomaat SAFe een onderhoudsinterval (in functie van de bedrijfsuren of van de datum) ingesteld worden. H 3 Als het onderhoudsinterval afgelopen is, verschijnt op het display "H 3" resp. "H 8" (zie "Servicemelding", pagina 12).
Notities Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 18 Montage- en bedieningsvoorschrift Basiscontroller BC10 • Uitgave 10/2004
Notities Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! Montage- en bedieningsvoorschrift Basiscontroller BC10 • Uitgave 10/2004 19
Installateur: België / Belgique Buderus Verwarming – Chauffage nv/sa Ambachtenlaan 42a, 3001 Heverlee Toekomstlaan 11, 2200 Herentals rue Louis Blériot 40-42, 6041 Gosselies Venecoweg 11, 9810 Deinze (Nazareth) http://www.buderus.be E-Mail: info@buderus.