Operation Manual

7 Bedrijfs- en storingsmeldingen
Logamax plus GB162-15/25/35/45 V3 – 6 720 807 881 (2013/03)
11
Geen displaycode, maar er is wel een storing aanwezig.
Het is mogelijk dat er geen displaycode wordt weergegeven, ondanks
dat de condensatieketel niet werkt zoals verwacht. Controleer a.u.b. het
volgende:
De CV-installatie wordt niet verwarmd.
In het menu “Normaal bedrijf” controleren, of een storingscode
wordt getoond en proberen, deze op te heffen.
Stand van de aanvoertemperatuurregelaar controleren.
Aan de hand van de gebruiksaanwijzing de instellingen van de ka-
merthermostaat controleren.
Warm water blijft koud.
In het menu “Normaal bedrijf” controleren, of een storingscode
wordt getoond en proberen, deze op te heffen.
In het menu “Instellingen” controleren, of de warmwaterfunctie is
ingeschakeld, [c/\/1|.
Stand van de warmwatertemperatuurregelaar controleren.
Aan de hand van de gebruiksaanwijzing de instellingen van de
kamerthermostaat controleren.
Is de storing niet verholpen? Neem contact op met uw installateur en
geef het keteltype en de storingscode door.
Geen displaycode, maar er is wel een storing aanwezig.
Het is mogelijk, dat er geen displaycode wordt weergegeven, ondanks
dat de condensatieketel niet werkt zoals verwacht.
Controleer a.u.b. het volgende:
Warmwater blijft koud.
In het menu “Normaal bedrijf” controleren, of een storingscode
wordt getoond en proberen, deze storing op te heffen.
In het menu “instellingen ”controleren, of de warmwaterfunctie is
ingeschakeld, [c/\/1|.
Stand van de warmwatertemperatuurregelaar controleren.
Aan de hand van de gebruiksaanwijzing de instellingen van de
kamerthermostaat controleren.
0
Y2 7 6 De temperatuursensoren
in de condensatieketel
meten een te hoge tempe-
ratuur.
Bedrijfsdruk controle-
ren. Indien nodig bijvul-
len.
Controleer, of voldoende
radiatoren zijn geopend.
Radiatoren en CV-instal-
latie ontluchten.
Condensatieketel op-
nieuw starten.
0
Y2 8 5 De temperatuursensoren
in de condensatieketel
meten een te hoge tempe-
ratuur.
Bedrijfsdruk controle-
ren. Indien nodig bijvul-
len.
Controleer, of voldoende
radiatoren zijn geopend.
Radiatoren en CV-instal-
latie ontluchten.
Condensatieketel op-
nieuw starten.
2 E2 0 7 De bedrijfsdruk is te laag. Bedrijfsdruk controle-
ren. Indien nodig bijvul-
len.
Condensatieketel op-
nieuw starten.
2
F2 6 0 De temperatuursensoren
in de condensatieketel
meten een afwijkende
temperatuur.
Controleer, of voldoende
radiatoren zijn geopend.
Radiatoren en CV-instal-
latie ontluchten.
Condensatieketel op-
nieuw starten.
2
F3 4 5 De temperatuursensoren
in de condensatieketel
meten een afwijkende
temperatuur.
Controleer, of voldoende
radiatoren zijn geopend.
Radiatoren en CV-instal-
latie ontluchten.
Condensatieketel op-
nieuw starten.
2 L2 6 6 De temperatuursensoren
in de condensatieketel
meten een afwijkende
temperatuur.
Bedrijfsdruk controle-
ren. Indien nodig bijvul-
len.
Controleer, of voldoende
radiatoren zijn geopend.
Radiatoren en CV-instal-
latie ontluchten.
Condensatieketel op-
nieuw starten.
2
P2 1 2 De temperatuursensoren
in de condensatieketel
meten een afwijkende
temperatuur.
Controleer, of voldoende
radiatoren zijn geopend.
Radiatoren en CV-instal-
latie ontluchten.
Condensatieketel op-
nieuw starten.
2 P3 4 1 De temperatuursensoren
in de condensatieketel
meten een afwijkende
temperatuur.
Controleer, of voldoende
radiatoren zijn geopend.
Radiatoren en CV-instal-
latie ontluchten.
Condensatieketel op-
nieuw starten.
Code Toelichting Maatregel
Tabel 9 Bedrijfs- en storingscodes
2 U2 1 3 De temperatuursensoren
in de condensatieketel
meten een afwijkende
temperatuur.
Controleer, of voldoende
radiatoren zijn geopend.
Radiatoren en CV-instal-
latie ontluchten.
Condensatieketel op-
nieuw starten.
4 C2 2 4 De temperatuursensoren
in de condensatieketel
meten een te hoge tempe-
ratuur.
Bedrijfsdruk controle-
ren. Indien nodig bijvul-
len.
Controleer, of voldoende
radiatoren zijn geopend.
Radiatoren en CV-instal-
latie ontluchten.
Condensatieketel op-
nieuw starten.
6
A2 2 7 De brander ontsteekt
niet.
Controleer of de gas-
kraan is geopend.
Condensatieketel op-
nieuw starten.
7
C2 3 1 Tijdens een storing is een
korte spanningsonder-
breking opgetreden.
Condensatieketel op-
nieuw starten.
H
0 7 De bedrijfsdruk is te laag. Bedrijfsdruk controle-
ren. Indien nodig bijvul-
len.
r
E De condensatieketel
wordt gereset.
Code Toelichting Maatregel
Tabel 9 Bedrijfs- en storingscodes