Installation Instructions

5 Montage
Logatherm WPL ... IK – 6 720 806 105 (2012/10)
23
Vermogenskabel en sensorkabel door de rubberen tulen [1] op de
achterkant van de warmtepomp schuiven.
Afb. 42 Rubberen tulen aan de achterkant van de warmtepomp
[1] Rubberen tulen
De kabels worden in de binnenruimte van de warmtepomp via een ka-
belkanaal tot aan de schakelkast geïnstalleerd.
Vermogenskabel en sensorkabel van het kabelkanaal [1] door de ope-
ningen in de schakelkast [1] installeren.
Afb. 43 Kabelkanaal en openingen in de schakelkast
[1] Kabelkanaal
[2] Openingen in de schakelkast
Elektrische aansluitingen conform het klemmenschema van de betref-
fende warmtepomp uitvoeren ( hoofdstuk 9.3, pagina 39).
Afb. 44 Elektrische aansluitingen
[1] Aansluitingen vermogenskabel en voeding besturing 230 V
[2] Aansluitingen warmtepompmanager-printkaart
Schakelkast weer sluiten.
Voorwand weer monteren.
5.6 Hydraulische aansluitingen isoleren
Isolatie van de hydraulische aansluitingen conform de plaatselijk gel-
dende normen en richtlijnen uitvoeren.
Trillingsontkoppeling isoleren.
Vaste leidingwerk van het cv-toestel isoleren.
5.7 Bedieningspaneel monteren
De bedieningseenheid van de warmtepompmanager wordt al voorge-
monteerd op het bedieningspaneel geleverd.
Bedieningspaneel onder aan de voorzijde in de geleiding laten vallen.
Afb. 45 Bedieningspaneel in de geleiding laten vallen
1
6 720 644 794-40.1T
6 720 644 794-41.1T
1
2
6 720 644 794-42.1T
1
2
6 720 644 794-43.1T