Operation Manual

Bedieningseenheid RC35 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden.
15
Grondbeginselen van de bediening
4
4.5 De kamertemperatuur voor bepaalde CV-groepen instellen
M.b.v. de toets kunt u de kamertemperatuur voor geselecteerde CV-groepen instellen,
indien de cv-installatie is voorzien van meerdere CV-groepen (pagina 25).
Alleen die CV-groepen worden weergegeven, die niet zijn voorzien van een afstandsbe-
diening RC20. De keuze vervalt indien slechts één CV-groep beschikbaar is. Alle RC35
CV-groepen hebben dezelfde ingestelde kamertemperaturen.
Indien de keuze vervalt of indien u RC35 CV-groep kiest, stelt u hiermee dezelfde tempe-
raturen in als op pagina 14 is beschreven.
1. Klep openen (met linker greepuitsparing).
2. De toets indrukken en weer loslaten.
3. CV-groep selecteren (pagina 25 27). De keuze van de CV-groep vervalt, indien
slechts één CV-groep is geïnstalleerd.
4. De kamertemperatuur wijzigen: De toets ingedrukt houden en gelijktijdig de
draaiknop draaien.
5. De draaiknop draaien, om over te schakelen naar de nachtkamertemperatuur.
6. De kamertemperatuur voor 's nachts wijzigen: De toets ingedrukt houden en gelijk-
tijdig de draaiknop draaien.
7. Meermaals op de toets drukken of de klep sluiten, zodat de standaard weergave
weer wordt weergegeven.
De gewijzigde kamertemperaturen zijn actief.
Voorzichtig: Beschadiging van de installatie
door vorst. Indien de kamertemperatuur onder 10 °C is ingesteld, kunnen ka-
mers zover afkoelen, dat bijv. buizen in buitenmuren bij vorst bevriezen.
z Hogere kamertemperaturen dan 10 °C instellen.
Indien als nachtmodus "Uitschakelmodus" is ingesteld, wordt de ketel 's
nachts uitgeschakeld. Er kan geen nachttemperatuur worden ingesteld. Het
display geeft een dienovereenkomstige melding weer.