Operation Manual

Bediening m.b.v. het Gebruikersmenu
Bedieningseenheid RC35 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden.
36
5
5.6.6 Kamertemperaturen instellen
Het menupunt Kamertemperaturen is alleen beschikbaar voor CV-groepen zonder
afstandsbediening (eerste geval). In de beide andere gevallen wordt het menupunt
Kamertemperaturen niet weergegeven.
Afhankelijk van de installatie:
CV-groepen zonder afstandsbediening (pagina 52, instelling "Geen"): Er zijn verschil-
lende kamertemperaturen in vergelijking met de RC35-CV-groepen mogelijk. Instelling
van de kamertemperatuur als hieronder beschreven.
RC35-CV-groepen. De kamertemperaturen zijn voor alle aan de RC35 toegewezen
CV-groepen gelijk. Voor de RC35-CV-groepen moet u de kamertemperatuur met
behulp van de toets en niet in het gebruikersmenu instellen (pagina 15).
CV-groepen met afstandsbediening, bijv. RC20/RC20RF: De kamertemperaturen stelt
u niet met behulp van de bedieningseenheid, maar met behulp van de afstandsbedie-
ning in.
Kamertemperaturen met behulp van gebruikersmenu \ schakelprogramma instellen
Hier kunt u de kamertemperatuur voor de, reeds eerder in het schakelprogramma, gese-
lecteerde CV-groep instellen.
1. Gebruikersmenu openen.
2. Schakelprogramma selecteren.
3. CV-groep selecteren (pagina 25 27).
4. Kamertemperaturen selecteren.
5. Gewenste kameremperatuur instellen.
6. De draaiknop draaien om tussen de temperaturen voor dag- en nachtmodus om te
schakelen.
Indien als nachtverlaging "Uitschakeling" is ingesteld, wordt de ketel 's nachts
uitgeschakeld. Er kan geen nachttemperatuur worden ingesteld. Het display
geeft een dienovereenkomstige melding weer.
Voorzichtig: beschadiging van de installatie
door vorst. Indien de kamertemperatuur onder 10 °C is ingesteld, kunnen ka-
mers zover afkoelen, dat bijv. buizen in buitenmuren bij vorst bevriezen.
z Hogere kamertemperaturen dan 10 °C instellen.