Operation Manual

Bediening m.b.v. het Gebruikersmenu
Bedieningseenheid RC35 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden.
38
5
5.9 Omschakeldrempel zomer-/winterbedrijf instellen
Voorwaarde: Er is een buitentemperatuurvoeler aanwezig. De cv-installatie wordt weers-
afhankelijk geregeld (met of zonder invloed van de kamertemperatuur, pagina 45). Bij
kamertemperatuur gestuurde regelingen wordt het menupunt Zo-/wi-drempel niet
weergegeven.
De cv-installatie schakelt onder een instelbare buitentemperatuur automatisch over op de
wintermodus (ketel aan).
Controleer of de automatische instelling actief is.
1. Gebruikersmenu openen.
2. Zo-/wi-drempel selecteren.
3. Indien uw cv-installatie is voorzien van meerdere CV-groepen (pagina 25): De
gewenste CV-groep selecteren en bevestigen.
4. Om in de overgangstijden in voor- en najaar energie te besparen: De omschakeldrem-
pel verlagen (fabrieksinstelling: 17 °C).
5. Om tijdens de overgangstijden een groter warmtecomfort te realiseren: De omschakel-
drempel verhogen.
5.10 Zomer-/wintertijdomschakeling instellen
De bedieningseenheid schakelt automatisch om op zomer- c.q. wintertijd. Met behulp van
Zomer-/wintertijd kan de automatische omschakeling worden uitgeschakeld.
Het tijdstip waarop de automatische omschakeling wordt uitgevoerd, is gerelateerd aan
de wettelijke voorschriften:
Omschakeling op zomertijd:
Het laatste weekend van maart, op zondag om 2:00 uur naar 3:00 uur (+1 h).
Omschakeling op wintertijd:
Het laatste weekend van oktober, op zondag om 3:00 uur naar 2:00 uur (-1 h).
Indien u het tijdelijk te warm of koud heeft, kunt u ook de handmatige modus
gebruiken (pagina 13).
Bij het omschakelen wordt tevens rekening gehouden met de warmte-opslag-
capaciteit van het gebouw en wordt hier gebruik van gemaakt. Omdat de tem-
peratuur in de woning langzaam daalt, kan het zijn dat de cv-installatie pas later
omschakelt naar de wintermodus, hoewel de buitentemperatuur reeds onder
de omschakeldrempel ligt.