Network Attached Storage LinkStation 200 Gebruikershandleiding Lees deze handleiding voor gebruik en volg de procedures. Als u vragen hebt over het product, bel naar het nummer dat op de garantieverklaring of verpakking is vermeld. Gooi deze handleiding, de garantieverklaring of de verpakking niet weg. www.buffalo-technology.
inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Aan de slag.................................................6 Diagrammen......................................................................................6 Het LinkStation in- en uitschakelen................................................7 Toepassingen installeren.................................................................8 NAS Navigator2........................................................................................... 8 SmartPhone Navigator......................
Gebruikers configureren............................................................... 27 Een gebruiker vanaf een computer toevoegen......................................27 Een gebruiker vanaf een mobiel apparaat toevoegen..........................29 Groepen toevoegen....................................................................... 31 Toegangsbeperkingen configureren........................................... 34 Lokale gebruikers en groepen.............................................................
Schijfquota's................................................................................... 56 Quota's voor gebruikers...........................................................................56 Quota's voor groepen...............................................................................57 Station vervangen......................................................................... 58 Het opnieuw maken van de RAID-matrix vanaf een computer.............
Bestanden afspelen..................................................................................96 Verbonden DLNA-compatibele apparaten.............................................97 Streamen naar DLNA-compatibele apparaten.......................................97 Het afspelen vanaf specifieke apparaten uitschakelen.........................98 iTunes-server.................................................................................. 99 BitTorrent.....................................................
Hoofdstuk 9 Hulpprogramma's................................. 119 NAS Navigator2 voor Windows................................................... 119 Als een netwerkstation koppelen..........................................................122 Het IP-adres wijzigen..............................................................................122 NAS Navigator2 voor macOS...................................................... 123 Als een netwerkstation koppelen....................................................
Hoofdstuk 1 Aan de slag Hoofdstuk 1 Aan de slag Diagrammen LS210D 3 7 4 1 2 5 6 8 9 11 LS220D, LS220DE, LS220DR 7 3 4 5 6 8 1 2 9 12 13 6 10 11
Hoofdstuk 1 Aan de slag 1 LED voor stroom De witte LED voor stroom brandt wanneer het LinkStation ingeschakeld is. De witte LED voor stroom knippert tijdens het opstarten of uitschakelen. De rode LED voor stroom knippert wanneer een fout is opgetreden. De LED voor stroom knippert geel als er een statusbericht is. De LED voor stroom brandt geel als er een nieuwe firmware beschikbaar is.
Hoofdstuk 1 Aan de slag voordat u het van de voeding ontkoppeld. Ontkoppel de AC-adapter nooit voordat het LinkStation eerst volledig is uitgeschakeld. Het afsluitproces is voltooid, eenmaal alle LED's op de voorzijde van het LinkStation gedoofd zijn. Toepassingen installeren NAS Navigator2 1 Ga naar de d.buffalo website (http://d.buffalo.jp/LS200/) om het installatieprogramma te installeren. 2 Selecteer de regio en het model om naar het model van uw specifieke d.buffalo website te gaan.
Hoofdstuk 1 Aan de slag 2 Klik met de rechter muisknop op het LinkStation pictogram en selecteer [Instellingen (Settings)]. Voor macOS, selecteer het pictogram van het LinkStation terwijl u de Ctrl-toets ingedrukt houdt en selecteer vervolgens [Instellingen (Settings)]. 3 Het is aanbevolen om het standaard wachtwoord te wijzigen. Opmerkingen: U kunt dit zelfde scherm open door te klikken op [Aan de slag (Getting Started)] vanaf Eenvoudig beheer.
Hoofdstuk 1 Aan de slag 5 Configureer de deelniveaus voor alle bestaande gedeelde mappen (openbare of privé) om de initiële installatiewizard te voltooien. Opmerkingen: • Selecteer “Als een persoonlijke map instellen (Set as private folder)” om de toegang tot de map voor bepaalde gebruikers te beperken. • Klik op [Gedeelde map maken (Create Shared Folder)] om een nieuw gedeelde map vanaf de wizard te maken. SMB en AFP-verbindingen kunnen standaard worden gebruikt om toegang tot deze map te krijgen.
Hoofdstuk 1 Aan de slag 3 Tik op [Bladeren (Browse)]. Opmerkingen: U kunt tevens toegang tot de gedeelde mappen vanaf de WebAccess app verkrijgen. Open de toepassing en tik op de hostnaam van uw LinkStation in de NAS-lijst.
Hoofdstuk 2 Configuratie Hoofdstuk 2 Configuratie Configureer en beheer uw LinkStation met behulp van de interface Instellingen die vanaf een browservenster toegankelijk is. Open de interface met onderstaande procedure of typ het IP-adres van het LinkStation in het URLveld van uw browser. In Instellingen zorgt de pagina Eenvoudig beheer voor een snelle toegang tot vaak gebruikte instellingen.
Hoofdstuk 2 Configuratie 3 Het scherm Eenvoudig beheer wordt geopend. Opmerkingen: Als u op een knop drukt, moet u een gebruikersnaam en wachtwoord invoeren.
Hoofdstuk 2 Configuratie Aan de slag De wizard stelt u in staat om de volgende instellingen te configureren: • Het administrator-wachtwoord wijzigen • Gedeelde mappen maken • Toegangsbeperkingen De eerste keer u toegang tot uw LinkStation verkrijgt, wordt deze pagina geopend. Doorloop de wizard om het administrator-wachtwoord te wijzigen.
Hoofdstuk 2 Configuratie WebAccess WebAccess configureren om externe toegang tot uw LinkStation te krijgen. Zie sectie “WebAccess” in hoofdstuk 5 voor meer informatie. BitTorrent BitTorrent configureren om grote bestanden efficiënt te downloaden. Zie sectie “BitTorrent” in hoofdstuk 7 voor meer informatie. DLNA DLNA configureren om mediabestanden naar DLNA-compatibele apparaten op de LAN te streamen. Zie sectie “DLNA” in hoofdstuk 7 voor meer informatie.
Hoofdstuk 2 Configuratie Geavanceerde instellingen openen openen 1 Klik tweemaal op het NAS Navigator2 pictogram ( ) om NAS Navigator2 te starten. 2 Klik met de rechter muisknop op het pictogram van uw LinkStation en selecteer [Instellingen (Settings)]. Voor macOS, selecteer het pictogram van het LinkStation terwijl u de Ctrl-toets ingedrukt houdt en selecteer vervolgens [Instellingen (Settings)]. 3 Het scherm Eenvoudig beheer wordt geopend.
Hoofdstuk 2 Configuratie 4 Klik op [Geavanceerde instellingen openen (Advanced Settings)]. 5 Voer de gebruikersnaam en wachtwoord van de administrator in, klik vervolgens op [OK]. Opmerkingen: • Als de time-outperiode op “10 minuten (10 minutes)” is ingesteld, wordt u na 10 minuten van inactiviteit uit Instellingen afgemeld. • Klik op [Veilige verbinding (Secure Connection)] om met gebruik van een versleutelde verbinding aan te melden.
Hoofdstuk 2 Configuratie 6 Het scherm Geavanceerde instellingen openen wordt geopend. Opmerkingen: • Gebruikersnaam/wachtwoord-combinaties: Gebruikersnaam Wachtwoord Beschikbare instellingen admin (standaard) password (standaard) Alle guest blanco Systeeminformatie (alleen lezen) Uw wachtwoord Wanneer een gebruiker als een administrator is aangewezen, zijn alle instellingen beschikbaar.
Hoofdstuk 2 Configuratie • Mobiele apparaten die mobiele-geoptimaliseerde Instellingen weergave ondersteunen worden beschreven in sectie “Specificaties” in hoofdstuk 10. 1 Open SmartPhone Navigator op uw mobiel apparaat. 2 Tik op [Open Web Admin-interface (Open Settings)].
Hoofdstuk 2 Configuratie 3 Instellingen wordt weergegeven. Opmerkingen: • De eerste keer u de instellingen doorloopt, krijgt u de mogelijkheid om het standaard wachtwoord te wijzigen, de tijdzone aan te passen en de RAID-modus te selecteren (modellen met alleen 2+ stations). Doorloop de wizard om deze instellingen te wijzigen. • Als u op een knop tikt, moet u een gebruikersnaam en wachtwoord invoeren. • Tik op [Bureaublad (Desktop)] om Geavanceerde instellingen openen te tonen.
Hoofdstuk 3 Bestanden delen Hoofdstuk 3 Bestanden delen Gedeelde mappen configureren Een gedeelde map vanaf een computer toevoegen 1 In Geavanceerde instellingen openen, klik op [Bestand delen (File Sharing)]. 2 Klik op rechts naast “Instellen map (Folder Setup)”. 3 Klik op [Map maken (Create Folder)].
Hoofdstuk 3 Bestanden delen 4 Configureer de gewenste instellingen en klik vervolgens op [OK]. Opmerkingen: • De namen kunnen tot 27 alfanumerieke tekens, afbreekstreepjes (-) en onderstrepingstekens (_) bevatten. Multibyte tekens worden ondersteund. Het eerste teken mag geen symbool zijn. • De beschrijving kan tot 75 alfanumerieke tekens, afbreekstreepjes (-), onderstrepingstekens (_) en spaties bevatten. Multibyte tekens worden ondersteund. Het eerste teken mag geen symbool of spatie zijn.
Hoofdstuk 3 Bestanden delen om de tekens te laten overeenstemmen. Als de instelling niet overeenstemt, wordt de naam van de gedeelde map niet juist weergegeven. • De volgende tekens worden door macOS en Windows op een verschillende manier verwerkt. Gebruik deze tekens niet tijdens het delen van gegevens tussen macOS en Windows: ―~∥-¢£¬ • Windows ondersteunt bepaalde tekens, die door macOS en het LinkStation toegestaan worden, niet.
Hoofdstuk 3 Bestanden delen Alleen-lezen gedeelde mappen De nieuwe gedeelde mappen zijn standaard ingesteld met lees- en schrijftoegang, maar u kunt het kenmerk wijzigen naar [Alleen lezen (Read Only)] in [Kenmerk (Attribute)]. Alleen-lezen gedeelde mappen en HFS Plusgeformatteerde USB-stations zullen van de melding “(Read Only)” in de opmerkingen in Verkenner zijn voorzien. Opmerkingen: Configureer verborgen en alleen-lezen bestandskenmerken in Instellingen.
Hoofdstuk 3 Bestanden delen 2 In Instellingen, tik op [Instellen map (Folder Setup)].
Hoofdstuk 3 Bestanden delen 3 Tik op [Map maken (Create Folder)]. 4 Voer een mapnaam en beschrijving in en tik op [Toepassen (Apply)].
Hoofdstuk 3 Bestanden delen Opmerkingen: • Namen kunnen tot 27 alfanumerieke tekens en symbolen bevatten. De beschrijving kan tot 75 alfanumeriek tekens bevatten. • Als u een gedeelde map vanaf een mobiel apparaat hebt gemaakt, kunnen SMB en AFP-verbindingen worden gebruikt om standaard toegang tot deze map te krijgen. Gebruikers configureren Opmerkingen: Het LinkStation kan maximaal 300 gebruikers registreren, waaronder de standaard gebruikers “admin” en “guest”.
Hoofdstuk 3 Bestanden delen 4 Voer de gewenste instellingen in en klik vervolgens op [OK]. Opmerkingen: • De gebruikersnamen kunnen tot 128 tekens waaronder afbreekstreepjes (-), onderstrepingstekens (_), punten (.), de symbolen! # & @ $ * ^ %bevatten. Het eerste teken mag geen symbool zijn. • De gebruikers-id moet een getal tussen 1000 en 1999 zijn. Elke gebruikers-id moet uniek zijn. Als dit veld leeg wordt gelaten, wordt er automatisch een gebruikers-id toegewezen.
Hoofdstuk 3 Bestanden delen • Als een gebruiker tot meerdere groepen behoort, zullen de striktste toegangsbeperkingen van toepassing zijn. Bijvoorbeeld, als een gebruiker zowel tot een groep met lees- en schrijftoegang als een alleen-lezen groep wordt toegevoegd, zal de gebruiker in werkelijkheid alleen-lezen toegang hebben.
Hoofdstuk 3 Bestanden delen 3 Tik op [Gebruiker maken (Create User)].
Hoofdstuk 3 Bestanden delen 4 Voer de gewenste gebruikersnaam, wachtwoord en beschrijving in en tik op [Toepassen (Apply)]. Opmerkingen: Gebruikersnamen kunnen tot 128 alfanumerieke tekens en symbolen bevatten. Wachtwoorden kunnen tot 20 alfanumerieke tekens en symbolen bevatten. Groepen toevoegen 1 In Geavanceerde instellingen openen, klik op [Bestand delen (File Sharing)]. 2 Klik op rechts naast “Groepen (Groups)”.
Hoofdstuk 3 Bestanden delen 3 Klik op [Groep toevoegen (Add Group)].
Hoofdstuk 3 Bestanden delen 4 Voer de gewenste instellingen in en klik vervolgens op [OK]. Opmerkingen: • De groepsnamen kunnen tot 20 alfanumerieke tekens, afbreekstreepjes (-), onderstrepingstekens (_) en punten (.) bevatten. Het eerste teken mag geen symbool zijn, tenzij een onderstrepingsteken. • Groepsbeschrijvingen kunnen tot 75 alfanumerieke tekens, afbreekstreepjes (-), onderstrepingstekens (_) en spaties bevatten. Multibyte tekens worden ondersteund.
Hoofdstuk 3 Bestanden delen kmem, lp, mail, man, mysql, news, nobody, nogroup, none, operator, root, shadow, shutdown, sshd, sync, sys, tty, users, utmp, uucp, www Toegangsbeperkingen configureren U kunt de toegang tot specifiek gedeelde mappen, inclusief externe USB-stations, beperken. Opmerkingen: • Toegangsbeperkingen kunnen voor elke gedeelde map afzonderlijk ingesteld worden, maar niet voor submappen binnen de gedeelde mappen. • Configureer de toegangsbeperkingen in Instellingen.
Hoofdstuk 3 Bestanden delen : Lees- en schrijftoegang toegestaan : Leestoegang toegestaan : Toegang niet toegestaan 7 Klik op [OK]. Opmerkingen: • Een voorbeeld van toegangsbeperkingen door de gebruiker wordt in het scherm weergegeven. Om toegangsbeperkingen per groep toe te passen, klik op het tabblad [Lokale groepen (Local Groups)] en selecteer de groepsrechten.
Hoofdstuk 3 Bestanden delen 4 Selecteer “Active Directory” en klik op [Volgende (Next)]. 5 Klik op [Ja (Yes)]. 6 Voer de gewenste instellingen in en klik vervolgens op [OK]. 7 Klik op rechts naast “Instellen map (Folder Setup)”.
Hoofdstuk 3 Bestanden delen 8 Klik op de gedeelde map waarvoor u toegangsbeperkingen wilt instellen. 9 Klik op [Bewerken (Edit)]. 10 Schakel “Instellingen toegangsbeperking (Access Restrictions)” in. 11 Selecteer het toegangsniveau voor de domeingebruiker of groep. : Lees- en schrijftoegang toegestaan : Leestoegang toegestaan : Toegang niet toegestaan 12 Klik op [OK].
Hoofdstuk 3 Bestanden delen • Als het LinkStation een lidserver van een Active Directory-domein is, kunt u geen verbinding als een gastgebruiker via AFP maken. • Als uw LinkStation een lidserver in een Active Directory-domein is en u wijzigt de verificatiemethode naar “Werkgroep (Workgroup)”, dan wordt het account op de domeincontroller niet automatisch verwijderd. • Als het LinkStation aan een Active Directory-domein wordt gekoppeld, wordt FTP uitgeschakeld.
Hoofdstuk 3 Bestanden delen 7 Voer de gewenste instellingen in en klik vervolgens op [OK]. 8 Klik op rechts naast “Instellen map (Folder Setup)”. 9 Klik op de gedeelde map waarvoor u toegangsbeperkingen wilt instellen. 10 Klik op [Bewerken (Edit)]. 11 Schakel “Instellingen toegangsbeperking (Access Restrictions)” in. 12 Selecteer het toegangsniveau voor de domeingebruiker of groep.
Hoofdstuk 3 Bestanden delen 13 Klik op [OK]. Opmerkingen: • Als u de naam van het LinkStation wijzigt, kunt u niet langer de domeingebruikers en -groepen of toegangsbeperkingen gebruiken. Om dit te herstellen, maak een nieuwe koppeling met het domein. • Als zowel de alleen lezen als de lezen en schrijven-machtiging aan een gebruiker werd verleend, zal de gebruiker alleen lezen-toegang hebben. Het meest restrictieve kenmerk is van toepassing.
Hoofdstuk 3 Bestanden delen 4 Selecteer “Werkgroep (Workgroup)” en klik op [Volgende (Next)]. 5 Klik op [Ja (Yes)]. 6 Voer een naam voor de werkgroep in. Selecteer “Verifieer lokale en externe SMB-servergebruikers (Authenticate local and external SMB server users)” en voer het IP-adres van de SMB-server in. U kunt tevens een server van een andere subnet specificeren.
Hoofdstuk 3 Bestanden delen Opmerkingen: Maak een verbinding met de verificatiemap via SMB, niet via FTP of AFP. De automatische gebruikersregistratie kan de eerste keer niet werken met OS X 10.8 (of later). Als dit het geval is, start het LinkStation opnieuw op en open de gedeelde verificatiemap opnieuw. 8 Klik op [OK] om de wijzigingen op te slaan.
Hoofdstuk 3 Bestanden delen (Users)” > “Externe gebruikers (External Users)” weergegeven. Om een automatisch geregistreerde gebruiker te verwijderen, selecteer deze gebruiker en klik op [Externe gebruikersverificatie verwijderen (Delete External User)]. • Als zowel de alleen lezen als de lezen en schrijven-machtiging aan een gebruiker werd verleend, zal de gebruiker alleen lezen-toegang hebben. Het meest restrictieve kenmerk is van toepassing.
Hoofdstuk 4 Opslagbeheer Hoofdstuk 4 Opslagbeheer RAID-modi LinkStations ondersteunen vele RAID-types. Het type van beschikbare RAID-matrices is afhankelijk van het aantal stations dat er in uw LinkStation zijn geïnstalleerd. Opmerkingen: • Als u de RAID-modus wijzigt worden alle gegevens op de matrix verwijderd. Dit is van toepassing op elke procedure in dit hoofdstuk. Maak altijd een back-up van belangrijke gegevens voordat u acties uitvoert die uw RAID-matrices beïnvloeden.
Hoofdstuk 4 Opslagbeheer 1 In Geavanceerde instellingen openen, klik op [Stations (Drives)]. 2 Klik op rechts naast “RAID”. 3 Klik op de te verwijderen matrix. 4 Klik op [RAID-array verwijderen (Delete RAID Array)]. 5 Het scherm “Bewerking bevestigen (Confirm Operation)” wordt geopend. Voer het bevestigingsnummer in en klik vervolgens op [OK]. 6 Klik op [OK] wanneer voltooid. Eenmaal JBOD is geconfigureerd, maak gedeelde mappen op elk station om deze te gebruiken.
Hoofdstuk 4 Opslagbeheer 3 Klik op de te verwijderen matrix. Als de “RAID-modus (RAID Mode)” leeg is, is de matrix reeds in JBOD. Ga naar stap 7. 4 Klik op [RAID-array verwijderen (Delete RAID Array)]. 5 Het scherm “Bewerking bevestigen (Confirm Operation)” wordt geopend. Voer het bevestigingsnummer in en klik vervolgens op [OK]. 6 Klik op [OK]. 7 Kies een RAID-matrix. 8 Selecteer een RAID-modus en de te gebruiken stations, klik vervolgens op [RAID-array bouwen (Create RAID Array)].
Hoofdstuk 4 Opslagbeheer Opmerkingen: Nadat een RAID-matrix is gemaakt, is deze over het algemeen “opnieuw gesynchroniseerd”, waardoor de matrix wordt geoptimaliseerd en stabieler is. Het hersynchronisatieproces duurt circa 1 uur per terabyte ruimte in de matrix. Het overdragen van bestanden is gedurende deze periode langzamer, maar de matrix blijft volledig bruikbaar. Het bericht I17 wordt in NAS Navigator2 tijdens de hersynchronisatie weergegeven.
Hoofdstuk 4 Opslagbeheer 4 Stel de RAID-modus in op “RAID 1”. 5 Selecteer het “Voeg een schijf toe aan de RAID-matrix met RMM. De gegevens blijven behouden. (Add a disk to RAID array with RMM. Your data will be preserved.)” selectievakje. 6 Selecteer het station waarvan de gegevens zullen worden opgeslagen vanaf de vervolgkeuzelijst. 7 Selecteer het station dat u aan de RAID-matrix wilt toevoegen. 8 Klik op [RAID-array bouwen (Create RAID Array)].
Hoofdstuk 4 Opslagbeheer 3 Klik op rechts naast “RAID Scannen (RAID Scanning)”. 4 Klik op [Bewerken (Edit)]. 5 Selecteer wanneer u de scan wilt laten uitvoeren en klik op [OK]. Opmerkingen: • Selecteer het selectievakje “Direct (Immediately)” om onmiddellijk een RAID-scan te laten uitvoeren. • Om een RAID-scan te stoppen, klik op [RAID-scan annuleren (Cancel RAID Scan)].
Hoofdstuk 4 Opslagbeheer Verbind slechts één apparaat met een USB-poort van het LinkStation. Bepaalde externe apparaten met automatische inschakeling worden niet automatisch ingeschakeld wanneer deze met het LinkStation worden verbonden. Gebruik de handmatige schakelaar om het apparaat in te schakelen. Verbind tegelijkertijd slechts één bus-ingeschakeld station. Als er onvoldoende busvoeding voor uw USB-station is, verbind de AC-adapter.
Hoofdstuk 4 Opslagbeheer 3 Selecteer het te ontkoppelen station en klik op [Schijf verwijderen (Dismount Disk)]. 4 Het scherm “Bewerking bevestigen (Confirm Operation)” wordt geopend. Voer het bevestigingsnummer in en klik op [OK]. 5 Na het ontkoppelingsproces is het veilig om het station te verwijderen. Verbreek de verbinding tussen het station en het LinkStation. Opmerkingen: Om het station opnieuw te koppelen, ontkoppel deze en maak vervolgens een nieuwe koppeling.
Hoofdstuk 4 Opslagbeheer 2 In Instellingen, tik op [USB-apparaat instellingen (USB Device)]. 3 Tik op [Ontkoppelen (Dismount)].
Hoofdstuk 4 Opslagbeheer 4 Na het ontkoppelingsproces is het veilig om het station te verwijderen. Verbreek de verbinding tussen het station en het LinkStation, en tik op [OK]. Stations controleren Een controle van het station test de gegevens op een station in het LinkStation of een station dat via USB is verbonden op integriteit. Fouten worden automatisch hersteld. Voor grote stations kan de controle van het station meerdere uren duren.
Hoofdstuk 4 Opslagbeheer 4 Klik op [Controleren (Check)]. Indien gewenst kunt u tijdens de controle informatiebestanden van macOS verwijderen. Stations formatteren Opmerkingen: • In bepaalde omstandigheden is het mogelijk om gegevens die tijdens het formatteren van een station verwijderd zijn te herstellen. Om ervoor te zorgen dat de gegevens “voorgoed verdwenen” zijn, is een formattering onvoldoende. Raadpleeg de onderstaande sectie “Alle gegevens op het LinkStation wissen”.
Hoofdstuk 4 Opslagbeheer 3 Selecteer het station of matrix om te formatteren en klik op [Schijfindeling (Format Disk)]. Opmerkingen: Als u een extern station met het LinkStation verbindt en de status van het station geeft nog steeds “Niet geformatteerd (Unformatted)” weer, vernieuw de status door op [Schijf opnieuw scannen (Rediscover Disk)] te klikken. Als de status niet wijzigt, ontkoppel het USB-station en verbind opnieuw. 4 Selecteer een opmaaktype en klik op [Formatteren (Format)].
Hoofdstuk 4 Opslagbeheer Alle gegevens op het LinkStation wissen In bepaalde omstandigheden is het mogelijk om gegevens van geformatteerde stations te herstellen. Het proces voor het wissen van gegevens op het station in deze sectie gebeurt heel grondig. Deze procedure wordt aanbevolen voor het verwijderen van alle gegevens op een station zodat het bijna onmogelijk is om deze met de huidige hulpmiddelen te herstellen.
Hoofdstuk 4 Opslagbeheer 1 In Geavanceerde instellingen openen, klik op [Bestand delen (File Sharing)]. 2 Klik op rechts naast “Gebruikers (Users)”. 3 Selecteer de gebruiker die een quota zal krijgen en klik op [Bewerken (Edit)]. Als u een quota voor een nieuwe gebruiker wilt instellen, maak een gebruiker door de sectie “Gebruikers configureren” in hoofdstuk 3 te raadplegen. 4 Schakel quota’s in, kies de maximale ruimte die de gebruiker mag gebruiken en klik op [OK].
Hoofdstuk 4 Opslagbeheer 4 Schakel quota’s in, kies de maximale ruimte die de groep mag gebruiken en klik op [OK]. 5 Klik op [Sluiten (Close)]. 6 Klik op rechts naast “Gebruikers (Users)”. 7 Selecteer de gebruiker die de quota-instellingen van de groep zal overnemen en klik op [Bewerken (Edit)]. Als u een nieuwe gebruiker aan een groep met en quota wilt toevoegen, maak een gebruiker door de sectie “Gebruikers configureren” in hoofdstuk 3 te raadplegen.
Hoofdstuk 4 Opslagbeheer • Als een nieuw station na installatie niet wordt herkend, klik op [Schijf opnieuw scannen (Rediscover Disk)] in Instellingen. Het opnieuw maken van de RAID-matrix vanaf een computer 1 Schakel het LinkStation uit en verwijder alle kabels. 2 Knijp in de linkerkant van het voorpaneel en zwaai het open. 3 Duw de cartridge van het defect station omhoog en haal deze van het LinkStation af. Opmerkingen: • Druk niet te hard op de bovenkant van het LinkStation.
Hoofdstuk 4 Opslagbeheer 4 Haal het station uit de cartridge. 5 Installeer een nieuw station (wordt afzonderlijk verkocht) in de cartridge. 6 Plaats de vier schroeven terug.
Hoofdstuk 4 Opslagbeheer 7 Breng het nieuwe station in de lege sleuf. 8 Sluit het voorpaneel. 1 2 9 Verbind alle kabels en schakel het LinkStation vervolgens in. 10 De procedure zal variëren naargelang de RAID-modus die u hebt geconfigureerd wanneer het station defect werd. Volg de onderstaande procedure voor uw RAID-modus. Voor RAID 0 Navigeer naar [Stations (Drives)] > [RAID] in Geavanceerde instellingen openen.
Hoofdstuk 4 Opslagbeheer Voor RAID 1 Navigeer naar [Stations (Drives)] > [RAID] in Geavanceerde instellingen openen. Selecteer de matrix met de fout, klik vervolgens op [RAID-matrix herstellen (Recover RAID Array)]. Volg de procedure op het scherm om het vervangen van het station te voltooien. Voor JBOD Navigeer naar [Stations (Drives)] > [Stations (Drives)] in Geavanceerde instellingen openen. Formatteer het nieuw station en maak een gedeelde map voor gebruik.
Hoofdstuk 5 Externe toegang Hoofdstuk 5 Externe toegang WebAccess WebAccess is een hulpprogramma voor het openen van bestanden in de gedeelde map van uw LinkStation vanaf uw computer of mobiel apparaat via het internet. Wees voorzichtig tijdens het configureren van WebAccess. Bepaalde instellingen kunnen de bestanden in de gedeelde map voor iedereen en zonder enige toegangsbeperkingen op het internet beschikbaar maken.
Hoofdstuk 5 Externe toegang 3 Selecteer het toegangniveau voor elke gedeelde map vanaf de vervolgkeuzelijst. 4 Voer een BuffaloNAS.com-naam voor uw BuffaloNAS-account in. Opmerkingen: De BuffaloNAS.com-naam kan tussen 3 en 20 alfanumerieke tekens, onderstrepingstekens (_) en afbreekstreepjes (-) bevatten. De BuffaloNAS.com naam is hoofdlettergevoelig. 5 Klik op [Toepassen (Apply)]. 6 Ga verder met de procedure op http://buffalonas.com/manual/setup/en/.
Hoofdstuk 5 Externe toegang 3 Klik op [Bewerken (Edit)]. 4 Configureer de gewenste instellingen en klik vervolgens op [OK]. • Om SSL-versleuteling voor een veiligere overdracht van gegevens te gebruiken, schakel “HTTPS/SSLversleuteling (HTTPS/SSL Encryption)” in. Bepaalde WebAccess-toepassingen ondersteunen de HTTPS/SSL-versleuteling niet. Schakel uit als dit een probleem vormt. Voor meer details, raadpleeg de WebAccess gids voor help.
Hoofdstuk 5 Externe toegang • U kunt de standaard BuffaloNAS.com registratie gebruiken of deze uitschakelen als u een andere DNSserver wilt gebruiken. • Kies een “Naam BuffaloNAS.com (BuffaloNAS.com Name)” en “Sleutel BuffaloNAS.com (BuffaloNAS.com Key)” voor uw WebAccess-account. De namen en toetsen kunnen tussen 3 en 20 alfanumerieke tekens, onderstrepingstekens (_) en afbreekstreepjes (-) bevatten.
Hoofdstuk 5 Externe toegang WebAccess openbare modus Anoniem toestaan L L/S L/S L/S Alle groepen/ gebruikers toestaan - L/S L/S L/S Gebruik overerfde mapbevoegdheden - - L L/S L: Alleen lezen, L/S: Lezen en schrijven, -: Geen toegang 11 Klik op [OK]. Er zijn verschillende manieren om WebAccess-mappen te openen afhankelijk van uw apparaat. • Vanaf een computer, ondersteunde browsers bevatten Microsoft Edge, Firefox, Google Chrome, Internet Explorer 9 of later, Safari 9 of later.
Hoofdstuk 5 Externe toegang 3 Tik op [NAS installatie (NAS Setup)].
Hoofdstuk 5 Externe toegang 4 Voer een gebruikersnaam en wachtwoord in. Een nieuwe gebruiker wordt gemaakt. Tik op [Volgende (Next)].
Hoofdstuk 5 Externe toegang 5 Voer het wachtwoord van de vorige stap nogmaals in en tik op [Volgende (Next)].
Hoofdstuk 5 Externe toegang Als UPnP niet op uw netwerk is ingeschakeld, kunt u alleen vanaf het lokaal netwerk toegang tot uw NAS verkrijgen. Om WebAccess buiten uw woning te gebruiken, schakel UPnP in de router in of open poort 9000 voor WebAccess in de instellingen van uw router.
Hoofdstuk 5 Externe toegang 6 Voer de BuffaloNAS.com naam in en tik op [Instellen (Set)].
Hoofdstuk 5 Externe toegang 7 Tik op [WebAccess openen (Open WebAccess)]. 8 WebAccess wordt geopend. 9 Tik op [OK] als het volgend bericht wordt weergegeven.
Hoofdstuk 5 Externe toegang 10 Tik op de hostnaam van uw LinkStation om de gedeelde map te openen. Als het maken van een BuffaloNAS.com-naan niet mogelijk is Als UPnP op uw router uitgeschakeld is, kan het maken van een BuffaloNAS.com-naam vanaf SmartPhone Navigator niet mogelijk zijn. Als dit zich voordoet, voer de volgende procedure uit. 1 Open de SmartPhone Navigator app op uw mobiel apparaat en meld u aan op Instellingen.
Hoofdstuk 5 Externe toegang 2 Tik op [WebAccess]. 3 Selecteer het toegangsniveau van de vervolgkeuzelijst en tik op [Toepassen (Apply)]. 4 Tik op [OK]. 5 Voer de gewenste BuffaloNAS.com naam in. 6 Selecteer “De poortinstellingen van de router handmatig configureren (Configure router’s port settings manually)”, voer het poortnummer van de router in en tik op [Toepassen (Apply)].
Hoofdstuk 5 Externe toegang 2 Breng de FTP-schakelaar naar de positie 3 Klik op om FTP in te schakelen. rechts naast “Instellen map (Folder Setup)”. 4 Kies een map om de externe FTP-toegang in te schakelen. 5 Klik op [Bewerken (Edit)]. 6 In “Openbaar protocol (LAN Protocol Support)”, selecteer het selectievakje “FTP”; selecteer alleen lezen of lezen en schrijven voor het kenmerk van de gedeelde map en klik op [OK].
Hoofdstuk 6 Back-up Hoofdstuk 6 Back-up Een back-up op een Buffalo NAS-apparaat maken U kunt een back-up van de LinkStation mappen maken op een andere gedeelde map op dezelfde LinkStation, een verbonden USB-station, op een gedeelde map op een ander Buffalo NAS-apparaat, zowel op hetzelfde netwerk als een ander netwerk. Een bestemming van back-up voorbereiden Configureer eerst een gedeelde map op een Buffalo NAS-apparaat of verbonden USB-station als bestemming voor back-up.
Hoofdstuk 6 Back-up Een back-uptaak configureren U kunt back-uptaken configureren door een andere gedeelde map op het Buffalo NAS-apparaat of een USB-station die met het LinkStation is verbonden als bestemming te gebruiken. U kunt tevens een back-up op een Buffalo NASapparaat van een ander netwerk maken zo lang de twee netwerken via een VPN is verbonden of de router juist is geconfigureerd. 1 In Geavanceerde instellingen openen, klik op [Back-up (Backup)]. 2 Klik op rechts naast “Back-up (Backup)”.
Hoofdstuk 6 Back-up 5 Klik op [Nieuwe taak maken (Create New Job)]. 6 Selecteer back-upinstellingen, zoals datum en tijd, om uit te voeren. Raadpleeg de verschillen tussen de backupmodi in de volgende sectie “Back-upmodi”.
Hoofdstuk 6 Back-up Opmerkingen: Als u een back-up op een Buffalo NAS-apparaat of een ander netwerk wilt maken, volg onderstaande procedure om het Buffalo NAS-apparaat aan een ander netwerk toe te voegen voordat u de back-upmappen selecteert. a. Klik op [LinkStation en TeraStationlijst (LinkStation and TeraStation List)]. b. Klik op [Toevoegen (Add)]; voer het IP-adres of hostnaam/FQDN van de bestemming Buffalo NAS-apparaat in en klik op [OK]. c. Klik op [Sluiten (Close)] wanneer voltooid.
Hoofdstuk 6 Back-up 11 Selecteer het back-updoel en klik op [OK]. 12 Klik op [OK]. Taken worden aan de back-uplijst toegevoegd. Opmerkingen: • Er kunnen tot 8 back-uptaken geconfigureerd worden. • Om een back-up van gegevens tussen LinkStations of TeraStations op een netwerk te maken met gebruik van jumboframes, zorg dat beide apparaten zo geconfigureerd zijn dat ze identieke (of gelijksoortige) Ethernetframegroottes gebruiken.
Hoofdstuk 6 Back-up Een back-up van uw Mac met Time Machine maken Time Machine is een back-upprogramma die met macOS wordt geleverd. Configureer uw LinkStation zoals hieronder weergegeven met gebruik van Time Machine. 1. Bereid een gedeelde map voor Time Machine voor 1 In Geavanceerde instellingen openen, klik op [Bestand delen (File Sharing)]. 2 Breng de AFP-schakelaar naar de positie 3 Klik op om AFP in te schakelen. rechts naast “Instellen map (Folder Setup)”.
Hoofdstuk 6 Back-up 4 Klik op [Bladeren (Browse)]. 5 Selecteer de gedeelde map waarvan u in de vorige stap AFP hebt geselecteerd en klik dan op [OK]. 6 Klik op [OK] en dan op [OK]. 7 Breng de Time Machine-schakelaar naar de positie om Time Machine in te schakelen.
Hoofdstuk 6 Back-up 3. Time Machine op macOS configureren 1 In de Finder menubalk, navigeer naar [Ga (Go)] > [Verbind met server (Connect to Server)]. 2 Voer “afp://” en dan het IP-adres of de hostnaam van uw LinkStation in en klik dan op [Verbind (Connect)]. 3 Voer een gebruikersnaam en wachtwoord met de gepaste toegangsrechten voor de gedeelde map van het LinkStation in en klik dan op [Verbind (Connect)].
Hoofdstuk 6 Back-up Opmerkingen: Als er geen toegangsbeperkingen voor de gedeelde bestemming zijn geconfigureerd, meld u aan met de administratoraccount. De standaard gebruikersnaam en wachtwoord voor het administratoraccount zijn “admin” en “password”. Als er toegangsbeperkingen geconfigureerd zijn, meld u aan met een account met schrijftoegang. 4 Selecteer de gedeelde map die als de back-upbestemming is geconfigureerd en klik op [OK]. 5 In het Apple menu, open [Systeemvoorkeuren (System Preferences)].
Hoofdstuk 6 Back-up 6 Klik op [Time Machine].
Hoofdstuk 6 Back-up 7 Klik op [Selecteer reservekopieschijf (Select Backup Disk)]. 8 Selecteer de gedeelde map en klik op [Gebruik schijf (Use Disk)].
Hoofdstuk 6 Back-up 9 Klik op [Verbind (Connect)]. 10 Voer een gebruikersnaam en wachtwoord om toegang tot de gedeelde map te krijgen in en klik op [Verbind (Connect)]. 11 Time Machine start met aftellen vanaf 120 seconden en de back-upprocedure begint.
Hoofdstuk 6 Back-up Vanaf een USB-station kopiëren Gebruik Direct Copy om direct vanaf een USB-apparaat naar het LinkStation te kopiëren. Ondersteunde apparaten: • USB-massaopslagapparatuur • Kaartlezers (tenzij kaartlezers die twee of meer geheugenkaarten herkennen) • Digitale cameras en andere PTP-apparaten Direct Copy vanaf een computer configureren 1 In Geavanceerde instellingen openen, klik op [Back-up (Backup)]. 2 Breng de Direct Copy-schakelaar naar de positie om Direct Copy in te schakelen.
Hoofdstuk 6 Back-up 2 In Instellingen, tik op [USB-apparaat instellingen (USB Device)].
Hoofdstuk 6 Back-up 3 Breng de Direct Copy-schakelaar naar de positie om Direct Copy in te schakelen en tik dan op [Toepassen (Apply)]. De gegevens van het USB-station worden naar de doelmap gekopieerd. Indien gewenst kunt u de doelmap vanaf de vervolgkeuzelijst wijzigen. Direct Copy starten 1 Verbind het USB-apparaat. Na koppeling (circa 10 seconden), brandt de functie-LED. Opmerkingen: • Apparaten die het inschakelen van de functie-LED niet activeren worden niet ondersteund.
Hoofdstuk 6 Back-up Opmerkingen: Als u vanaf een mobiele telefoon toegang tot Instellingen verkrijgt, kunt u Direct Copy op elk moment starten door op [Direct Copy starten (Start Direct Copy)] te tikken.
Hoofdstuk 7 Multimedia Hoofdstuk 7 Multimedia DLNA DLNA is een stel richtlijnen voor het delen van digitale media. Het LinkStation bevat een DLNA-server die met de DLNA-richtlijnen compatibel is. Films, foto's en muziek die op het LinkStation zijn opgeslagen kunnen op DLNAcompatibele TV's, stereo-apparatuur, spelconsoles en andere apparatuur op het lokaal netwerk afgespeeld worden. LinkStation TeraStation Configuratie vanaf een Computer Eenvoudig beheer 1 In Eenvoudig beheer, klik op de voor “DLNA”.
Hoofdstuk 7 Multimedia 3 Breng de schakelaar voor de map die voor DLNA-media zult gebruiken tevens naar de positie 4 Klik op [Toepassen (Apply)]. Geavanceerde instellingen openen 1 In Geavanceerde instellingen openen, klik op [Bestand delen (File Sharing)]. 2 Klik op rechts naast “Instellen map (Folder Setup)”. 3 Selecteer de map die u met mediaspelers en andere DLNA-compatibele apparaten wilt delen. 4 Klik op [Bewerken (Edit)].
Hoofdstuk 7 Multimedia 11 Selecteer een interval voor de database-updates van de DLNA-server en klik op [OK]. Configuratie vanaf een mobiel apparaat 1 Open de SmartPhone Navigator app op uw mobiel apparaat en meld u aan op Instellingen.
Hoofdstuk 7 Multimedia 2 In Instellingen, tik op [DLNA-Server (DLNA Server)]. 3 Schakel de gedeelde map voor DLNA in en tik op [Toepassen (Apply)]. Bestanden afspelen Om inhoud vanaf een DLNA-compatibel apparaat af te spelen: 1 Verbind het DLNA-compatibel apparaat met hetzelfde netwerk als het LinkStation en schakel deze in. 2 Selecteer het LinkStation in de software van het DLNA-compatibel apparaat.
Hoofdstuk 7 Multimedia 3 Selecteer de inhoud die u wilt afspelen. Opmerkingen: Voor meer informatie over het afspelen van bestanden, zie de handleiding van de DLNAcompatibele apparaten. Verbonden DLNA-compatibele apparaten Volg onderstaande procedure om de DLNA-compatibele apparaten die met uw LinkStation zijn verbonden te bekijken. 1 In Geavanceerde instellingen openen, klik op [Service (Services)]. 2 Klik op rechts naast “DLNA-Server (DLNA Server)”.
Hoofdstuk 7 Multimedia 1 In Geavanceerde instellingen openen, klik op [Service (Services)]. 2 Klik op rechts naast “DLNA-Server (DLNA Server)”. 3 Klik op [Bewerken (Edit)]. 4 U kunt de updatefrequentie wijzigen of [Database vernieuwen (Refresh Database)] selecteren om de database onmiddellijk bij te werken. Het afspelen vanaf specifieke apparaten uitschakelen U kunt specifieke DLNA-apparaten blokkeren om media-inhoud af te spelen. 1 In Geavanceerde instellingen openen, klik op [Service (Services)].
Hoofdstuk 7 Multimedia 4 Verwijder de selectie in de selectievakjes onder “Toestaan (Allow)” voor alle apparaten waarvan u niet wilt dat ze media afspelen en klik op [OK]. Ondersteunde bestandstypen Het LinkStation ondersteunt DLNA-streaming van bestanden met de onderstaande extensies.
Hoofdstuk 7 Multimedia 3 Klik op [Bewerken (Edit)]. 4 Klik op [Bladeren (Browse)]. 5 Selecteer de gedeelde map die u voor iTunes beschikbaar wilt stellen en klik vervolgens op [OK]. 6 Klik op [OK].
Hoofdstuk 7 Multimedia 7 Breng de iTunes server-schakelaar naar de positie om iTunes server in te schakelen. BitTorrent BitTorrent is een protocol om op een doeltreffende manier grote hoeveelheden gegevens te verdelen. De informatie in dit hoofdstuk is bedoeld voor gebruikers die met BitTorrent vertrouwd zijn. Eenvoudig beheer 1 In Eenvoudig beheer, klik op [BitTorrent]. 2 Breng de BitTorrent-schakelaar naar de positie om BitTorrent in te schakelen.
Hoofdstuk 7 Multimedia 4 Klik op [Bladeren (Browse)]. 5 Selecteer de gedeelde map waar het gedownloade bestand opgeslagen zal worden en klik vervolgens op [OK]. 6 Voer het poortnummer in en klik vervolgens op [OK]. 7 Breng de BitTorrent-schakelaar naar de positie om BitTorrent in te schakelen. Downloadbeheer openen Opmerkingen: De standaard gebruikersnaam is “admin” en het standaard wachtwoord is leeg (geen wachtwoord).
Hoofdstuk 7 Multimedia Eenvoudig beheer 1 In Eenvoudig beheer, klik op [BitTorrent]. 2 Het downloadbeheer wordt geopend. Geavanceerde instellingen openen 1 In Geavanceerde instellingen openen, klik op [toepassing (Applications)]. 2 Klik op rechts naast “BitTorrent”.
Hoofdstuk 7 Multimedia 3 Klik op [Download Manager openen (Open Download Manager)]. De standaard gebruikersnaam is “admin” en het standaard wachtwoord is leeg (geen wachtwoord). 4 Het downloadbeheer wordt geopend. Bestanden downloaden 1 Open downloadbeheer. 2 Klik op het pictogram. 3 Selecteer het te uploaden bestand of voer de URL in het veld “Or enter a URL:” in en specificeer de locatie voor het opslaan van het gedownloade bestand in en klik dan op [Upload].
Hoofdstuk 7 Multimedia Selecteer “Start when added” om onmiddellijk na het klikken op [Upload] te downloaden. 4 Het downloaden start. Om het downloaden te annuleren, klik op Klik op of en dan [Remove]. Klik op om het downloaden te onderbreken. om te hervatten. Een printer verbinden U kunt een printer met de USB-poort op het LinkStation verbinden. Opmerkingen: • U kunt slechts één printer met het LinkStation verbinden. • Tweerichtingscommunicatie wordt niet ondersteund, d.w.z.
Hoofdstuk 7 Multimedia 6 Dubbelklik op het pictogram van de verbonden printer (gedeelde naam wordt weergegeven). 7 Klik op [OK]. 8 Selecteer uw printer en klik vervolgens op [OK]. 9 Registreer de printer. Een printer vanaf een mobiel apparaat instellen 1 Verbind een printer met de USB-poort van het LinkStation en schakel de printer vervolgens in. 2 Open de SmartPhone Navigator app op uw mobiel apparaat en meld u aan op Instellingen. 3 In Instellingen, tik op [USB-apparaat instellingen (USB Device)].
Hoofdstuk 8 Geavanceerde functies Hoofdstuk 8 Geavanceerde functies E-mailmelding Uw LinkStation kan uw e-mailrapporten dagelijks verzenden, of dit doen wanneer instellingen worden gewijzigd of een fout zich voordoet. U kunt de gebeurtenissen die meldingen activeren voor de volgende functies configureren: quota, schijffout, geplant statusrapport van schijf, ventilator (alleen modellen met 2+ stations), back-up. 1 In Geavanceerde instellingen openen, klik op [Beheer (Management)].
Hoofdstuk 8 Geavanceerde functies 5 Voer uw e-mailserverinstellingen, het onderwerp van de e-mailmelding in en configureer de ontvangers en de tijd wanneer de e-mailrapporten zullen worden verzonden. Klik op [OK] om een e-mailbericht (test) te verzenden. Slaapstandmodus Om energie te besparen, specificeer de tijden om het LinkStation in de slaapstand (stand-by) te zetten zodat het station en de leds worden uitgeschakeld. 1 In Geavanceerde instellingen openen, klik op [Beheer (Management)].
Hoofdstuk 8 Geavanceerde functies 4 Specificeer het timerinterval, de wektijd en tijd om de slaapstandmodus te openen, klik vervolgens op [OK]. Opmerkingen: • U kunt tot drie timers instellen. • De tijd om in de slaapstand te gaan kan tussen 12:00 a.m. en 3:45 a.m. van de volgende dag worden ingesteld. De tijd om uit de slaapstand te gaan kan tussen 12:00 a.m. en 11:45 pm worden ingesteld. Als de tijd om de slaapstandmodus te activeren na 12:00 a.m. is, kan de wektijd tussen 4:00 a.m. en 11:45 p.m.
Hoofdstuk 8 Geavanceerde functies Op alle dagen, uitgezonderd woensdag, start de normale werking om 9:00 a.m. en opent het toestel om 6:00 p.m. de slaapstandmodus. Op woensdag, start de normale werking om 10:00 a.m. en opent het toestel om 8:00 p.m. de slaapstandmodus. ◦◦Voorbeeld 3: Als de huidige tijd van de werking woensdag 10:00 a.m.
Hoofdstuk 8 Geavanceerde functies standaardinstellingen van het LinkStation bevindt werd door Buffalo gemaakt, en in bepaalde gevallen, kan er een beveiligingscertificaat-waarschuwing in uw browser of ander beveiligingssoftware verschijnen. Negeer deze melding en doe verder. server.key (SSL-persoonlijke sleutel) Dit bestand wordt gebruikt als een paar met server.crt (servercertificaat).
Hoofdstuk 8 Geavanceerde functies 3 Klik op [LinkStation-initialisatie uitvoeren (Initialize LinkStation)]. 4 Het scherm “Bewerking bevestigen (Confirm Operation)” wordt geopend. Voer het bevestigingsnummer in en klik vervolgens op [OK]. 5 Het LinkStation wordt op de fabrieksinstellingen teruggezet. Met de functieknop initialiseren U kunt tevens de instellingen met de functieknop initialiseren. 1 Schakel het LinkStation uit. 2 Schakel het LinkStation in terwijl u de functieknop ingedrukt houdt.
Hoofdstuk 8 Geavanceerde functies 4 Klik op [Update installeren (Install Update)]. 5 Het scherm “Bewerking bevestigen (Confirm Operation)” wordt geopend. Voer het bevestigingsnummer in en klik vervolgens op [OK]. Opmerkingen: • Instellingen is niet beschikbaar terwijl de firmware wordt bijgewerkt. Probeer tijdens het bijwerken geen toegang tot Instellingen vanaf een andere computer te krijgen. • U kunt de updateberichten uitschakelen in [Beheer (Management)] > [Update].
Hoofdstuk 8 Geavanceerde functies 5 Klik op het tabblad [Tijd (Time)]. Schakel NTP-server in en selecteer het selectievakje “Standaard NTP-server gebruiken (Use Default NTP Server)”. Als u de NTP-functie uitschakelt, klik op [Gebruik lokale tijd (Use Local Date/Time)] om de tijdinstellingen van uw computer voor het LinkStation te gebruiken. De klok van het LinkStation wordt standaard automatisch aangepast met behulp van een standaard NTPserver. Deze NTP-server is eigendom van Internet Multi Feed Inc.
Hoofdstuk 8 Geavanceerde functies 6 Klik op het tabblad [Taal (Language)]. Selecteer de te gebruiken taal en klik op [OK]. Opmerkingen: Dit tabblad wijzigt de taal die door het LinkStation voor e-mailberichten, DLNA en andere functies wordt gebruikt. Om de weergegeven taal in Instellingen te wijzigen, ga naar Geavanceerde instellingen openen of Eenvoudig beheer en klik op [Taal (Language)] in de menubalk. Kies uw gewenste taal uit de vervolgkeuzelijst.
Hoofdstuk 8 Geavanceerde functies 4 Selecteer de gewenste Ethernet-framegrootte en klik op [OK].
Hoofdstuk 8 Geavanceerde functies Connection Transmission Transfer data in jumbo frames. Jumbo Frame Jumbo Frame Jumbo Frame Jumbo Frame Compatible Switch Jumbo Frame Compatible Switch Jumbo Frame Incompatible Switch Jumbo Frame Compatible PC Jumbo Frame Incompatible PC Jumbo Frame Incompatible PC Transfer data not using jumbo frames. Transfer data not using jumbo frames. Any data cannot be transferred.
Hoofdstuk 8 Geavanceerde functies 4 Schakel “DHCP” uit en voer het gewenste IP-adres en subnetmasker in. 5 In “Netwerkinstellingen (Network Settings)”, voer de standaard gateway en DNS-server adressen in. Als er geen wijzigingen nodig zijn, behoud ze. 6 Klik op [OK]. Opmerkingen: De volgende IP-adressen zijn gereserveerd en mogen niet worden gebruikt. Als u toevallig een van deze configureert, initialiseer de instellingen met de functieknop op het LinkStation. Lokale loopback-adres: 127.0.0.1, 255.255.
Hoofdstuk 9 Hulpprogramma's Hoofdstuk 9 Hulpprogramma's NAS Navigator2 voor Windows NAS Navigator2 is een hulpprogramma dat het weergeven van de Instellingen, het wijzigen van het IP-adres van Buffalo NAS-apparaten of het controleren van het station vereenvoudigt. Om NAS Navigator2 te installeren, download het installatieprogramma vanaf http://d.buffalo.jp/LS200/. NAS Navigator2 wordt in het systeemvak uitgevoerd als de computer ingeschakeld is.
Hoofdstuk 9 Hulpprogramma's Naam Menu Beschrijving Het externe standaarddeel toewijzen aan schijfletter (Map Share)* Wijst de gedeelde map van het Buffalo NAS-apparaat toe als een netwerkstation. Toegewezen schijfletter loskoppelen (Disconnect Share)* Verwijdert de toewijzing als een netwerkstation. Wijs externe delen toe aan letters (Map All Remote Shares to Drive Letters) Wijst alle gedeelde map van het Buffalo NAS-apparaat toe als netwerkstations.
Hoofdstuk 9 Hulpprogramma's Naam Klik met de rechter muisknop op het pictogram van uw apparaat om deze menu’s te tonen. Beschrijving Browse Gedeelde items (Browse Shares) Opent de gedeelde mappen van het Buffalo NAS-apparaat. Instellingen (Settings) Opent Instellingen voor het Buffalo NAS-apparaat. Eigenschappen (Properties) Opent de eigenschappenpagina om het IP-adres van het Buffalo NAS-apparaat te configureren of open Instellingen.
Hoofdstuk 9 Hulpprogramma's Naam Beschrijving Webbeheer (Configuration) Klik op [Instellingen (Settings)] om de configuratie-interface te openen. IP-adres (IP Address) Selecteer het selectievakje “IP-adres automatisch verkrijgen via DHCP. (Use DHCP)” om automatisch een IP-adres vanaf de DHCP-server toe te wijzen. Als er geen DHCP-server op het netwerk is, kunt u deze functie niet gebruiken. Selecteer het selectievakje “IP-adres vernieuwen.
Hoofdstuk 9 Hulpprogramma's 3 Verwijder de selectie in het selectievakje “IP-adres automatisch verkrijgen via DHCP. (Use DHCP)”, voer de gewenste instellingen in en klik vervolgens op [OK]. Als de prompt voor gebruikersnaam en wachtwoord verschijnt, voer de administratorgebruikersnaam en wachtwoord in.
Hoofdstuk 9 Hulpprogramma's Naam Om deze opties weer te geven, houd de ctrl-toets ingedrukt en klik op het pictogram van uw apparaat. Beschrijving Map openen (Open Folder) Opent de gedeelde mappen van het Buffalo NAS-apparaat. Instellingen (Settings) Opent Instellingen voor het Buffalo NAS-apparaat. Configureren (Configure) Opent de eigenschappenpagina om het IP-adres van het Buffalo NAS-apparaat te configureren of open Instellingen.
Hoofdstuk 9 Hulpprogramma's 3 Selecteer de gedeelde map die u wilt koppelen en klik dan op [OK]. 4 De gedeelde map is nu als een netwerkstation gekoppeld. Het IP-adres wijzigen 1 Klik op het NAS Navigator2 pictogram ( ) in het dockingstation om NAS Navigator2 te starten. 2 Klik op het pictogram van het Buffalo NAS-apparaat terwijl u de ctrl-toets ingedrukt houdt en selecteer [Configureren (Configure)] > [IP-adres (IP Address)].
Hoofdstuk 10 Bijlage Hoofdstuk 10 Bijlage Als de LED voor stroom in volgende kleur knippert Wit De LED voor stroom knippert wit bij opstart of uitschakeling. Rood Als er een fout is, brandt de knippert de LED voor stroom rood. Het knipperpatroon geeft de foutcode aan. U kunt tevens fouten in NAS Navigator2 zien. Plaats van foutcode Status 10s Plaats van foutcode De LED knippert gedurende 1,0 seconde elke 0,3 seconden. Dit geeft de tiende plaats van de foutcode.
Hoofdstuk 10 Bijlage Foutcode Beschrijving Herstelbewerking E22 Kan het station niet koppelen. Formatteer het station. Na het formatteren, als de fout na het opnieuw opstarten nog steeds aanwezig is, vervang het station. Als de fout opnieuw wordt weergegeven, neem contact op met de technische ondersteuning van Buffalo voor hulp. E23 Een fout is opgetreden en daardoor is het station van de RAID-matrix verwijderd.
Hoofdstuk 10 Bijlage Informatiecode Beschrijving Herstelbewerking I20 Bezig met formatteren van het station. - I21 Bezig met controleren van het station. - I22 Bezig met het station opnieuw te schrijven. - I23 Bezig met initialiseren van alle instellingen. - I25 Bezig met bijwerken van het LinkStationfirmware. Schakel het LinkStation niet uit. I26 Bezig met initialiseren van alle instellingen. Schakel het LinkStation niet uit. I27 Bezig met controleren van het USB-station.
Hoofdstuk 10 Bijlage SMB2 De standaard instellingen van SMB2 variëren naargelang de versie van de firmware. Versie 1.68 of vroeger: Uitgeschakeld Versie 1.
Hoofdstuk 10 Bijlage Overige Voeding AC 100 – 240 V, 50/60 Hz Afmetingen (B × H × D) LS210D: 45 × 128 × 205 mm; 1,8 × 5,0 × 8,1 in. LS220D, LS220DE, LS220DR: 87 × 128 × 205 mm; 3,4 × 5,0 × 8,1 in. Gewicht LS210D: ca. 1,1 kg; 2,4 lbs LS220D, LS220DR: ca. 2,5 kg; 5,5 lbs LS220DE: ca. 0,9 kg; 1,9 lbs Stroomverbruik LS210D: max. 18 W (1–2 TB modellen), max. 24 W (3 TB+ modellen) LS220D, LS220DE, LS220DR: max.
Hoofdstuk 11 Regelgeving en conformiteit Hoofdstuk 11 Regelgeving en conformiteit Voor klanten in de Verenigde Staten FCC-verklaring This equipment has been tested and found to comply with the limits for a Class B digital device, pursuant to Part 15 of the FCC Rules. These limits are designed to provide reasonable protection against harmful interference in a residential installation.
Hoofdstuk 11 Regelgeving en conformiteit Der må kun bruges de kabler og det tilbehør der er inkluderet i pakken. Der må ikke bruges andet tilbehør eller kabler, medmindre det er udtrykkeligt beskrevet i dokumentationen. Deutsch Verwenden Sie keine USB-Kabel, die 3 Meter lang oder länger sind, um USB-Geräte an LinkStations dieser Serie anzuschließen. Verwenden Sie ausschließlich die Kabel und Zubehörteile, die im Lieferumfang enthalten sind.
Hoofdstuk 11 Regelgeving en conformiteit Käytä ainoastaan pakkauksen mukana toimitettuja kaapeleita ja varusteita. Älä käytä muita varusteita tai kaapeleita ellei näin ole erityisesti ohjeistettu asiakirjoissa. Svensk Använd inte USB-kablar som är 3 meter eller längre för att ansluta USB-enheter till den här LinkStation-serien. Använd bara kablar och tillbehör som ingår i förpackningen. Använd inte andra tillbehör eller kablar om du inte får uttryckliga instruktioner om det i dokumentationen.