Operation Manual

71
4.5.5 Luchtkanalen aansluiten
Sluit de luchtkanalen achtereenvolgens aan,
zoals is aangegeven op de bovenzijde van het
toestel. Vernauw de kanalen niet in diameter tot
na de eerste aftakking of verdeler. Gebruik bij
voorkeur gladde bochten en geen plooibochten

LET OP!
De kanalen van en naar buiten
dienen volledig tot op het toestel
dampdicht geïsoleerd te zijn.
LET OP!

dempende slang dient deze
minimaal 80 cm lang te zijn en bij
voorkeur strak tussen twee vaste
punten geplaatst te worden. Dit
om te voorkomen dat de slang
wordt dichtgedrukt en een ver-
hoogde luchtweerstand ontstaat.
Opmerking!
Controleer na inbedrijfstelling de
aansluitingen van de bypass (op-
tioneel) en luchtkanalen op het
toestel op luchtdichtheid.
4.6 Montage en installatie ExaControl L1
Gevaar!
De elektrische installatie mag en-
kel uitgevoerd worden door een
erkend installateur.
ELEKTRICITEIT GEVAAR!
Gevaar door spanningsvoerende
delen en aansluitingen. Schakelt
u het toestel uit door de stekker
uit het stopcontact te nemen,
voordat u aan het toestel gaat
werken!
Neem de ExaControl L1 afstandsbediening los
van zijn bevestigingsplaat door de twee vergren-
delingen aan de onderkant in te drukken.
Figuur 4.5.4.1. Plaatsen van de bypass
Figuur 4.5.4. Verwijderen van de afdekkap
Open het toestel door het voorpaneel te verwij-
deren (onderkant licht naar voren bewegen en
vervolgens het geheel licht optillen). Druk met de
hand het afsluitdeksel van binnenuit omhoog zo-

LET OP!
De bypass dient eerst elektrisch
te worden aangesloten volgens
hoofdstuk 4.3.7. Vervolgens kan
de bypass volgens onderstaande
beschrijving worden geplaatst.
Schuif de bypass in/over de twee luchtaansluitin-
gen van het toestel. Houd daarbij de twee aan-
sluitingen van de bypass aan de onderzijde. De
-

Controleer of de bypass volledig is aangescho-
ven.