Operation Manual

72
Bepaal de plaats op de wand waar de Exa-
Control L1 geplaatst moet worden. Gebruik de
bevestigingsplaat als boormal om de gaten af te
tekenen.
Boor de gaten ø 6 mm en plaats de bijgeleverde
pluggen.
Schroef de bevestigingsplaat vast met de bijge-
leverde schroeven.
Opmerking!
De bijgeleverde bevestigingsma-
terialen zijn niet voor elke soort
wand geschikt.
Sluit de ExaControl L1 elektrisch aan zoals om-
schreven in hoofdstuk 4.7.1.
Klik hierna de ExaControl L1 vast in de bevesti-
gingsplaat.
4.7 Elektrisch aansluiten
In dit hoofdstuk worden alle elektrische aanslui-
tingen beschreven. Hierbij wordt met regelmaat
verwezen naar het exacte type toestel. Er wordt
hier onderscheid gemaakt tussen AirMaster HRD
275 of 350 en AirMaster HRD 275/3 of 350/3. Kijk
allereerst op de typeplaat met welk toestel u te
maken heeft.
ELEKTRICITEIT GEVAAR!
De elektrische installatie mag en-
kel uitgevoerd worden door een
erkend installateur.
ELEKTRICITEIT GEVAAR!
Gevaar door spanningsvoerende
delen en aansluitingen. Schakelt
u het toestel uit door de stekker
uit het stopcontact te nemen,
voordat u aan het toestel gaat
werken!
4.7.1 Aansluiten ExaControl L1
Aan de onderzijde van het toestel zijn de elektri-
sche aansluitingen aangebracht. Hierop kan de
ExaControl L1 en een universele 3-standen scha-
kelaar (optioneel) worden aangesloten.
De ExaControl L1 wordt met twee draden ( 0,75
mm² dubbel geïsoleerd) aangesloten en commu-
niceert volgens een bus protocol. De bedrading
is niet fase gevoelig en voorziet de afstandsbe-
diening van voeding.
Sluit de twee draden aan op de contacten + en
van de busaansluiting op de klemmenstrook (zie

2 1
-
+
Switch BUS
0 D H
Figuur 4.7.1.1. Elektrische aansluitingen
ExaControl L1
2 1
-
+
3 1
Switch BUS
0 D H
0DH
Figuur 4.7.1.1a. Elektrische aansluitingen toestel