Operation Manual
76
5 INBEDRIJFSTELLING EN BEDIENING
5.1 Overzicht functies afstandsbediening
Het toestel is uitgerust met een digitale afstands-
het toestel bediend wordt. Bediening van de
ExaControl L1 gebeurt door middel van 4 druk-
toetsen.
De ExaControl L1 beschikt over de volgende
functies:
Gebruikersmenu
Installateursmenu
Infomenu
Testmenu
Het volledige Gebruikersmenu wordt toegelicht in
hoofdstuk 4 van het gebruikersgedeelte voor in
dit installatievoorschrift. Parameters die gebruikers-
functies en gebruikers-gemak optimaliseren kun-
nen worden ingesteld en bekeken in het Installa-
teursmenu, het Infomenu en het Testmenu. Deze
menu's worden hieronder verder toegelicht.
5.2 Toestel in bedrijf nemen
Controleer alvorens het toestel
in bedrijf te nemen of het toestel
en alle componenten juist geïn-
stalleerd zijn om schade aan het
toestel en gevaarlijke situaties te
voorkomen.
Indien het toestel voor de eerste keer van span-
ning wordt voorzien is het toestel binnen 60 se-
conden operationeel en functioneert volgens de
standaard fabrieksinstellingen.
5.3 Installateursmenu
In het installateursmenu kunnen de waarden aan-
gepast worden van de gebruikersfuncties waarop
het toestel moet functioneren.
Houd gedurende 3 seconden de toets inge-
drukt. Het symbool verschijnt in het display.
Door herhaaldelijk de
toets in te drukken ver-
schijnt elke functie in het display (zie hoofdstuk
5.3.10). Door vervolgens de en toets in te druk-
ken kan de gewenste waarde ingesteld worden.
5.3.1 Instellen laagstand
Door de toets in te drukken verschijnt AIR1.
5.3.2 Instellen middenstand
Door herhaaldelijk de toets in te drukken ver-
schijnt AIR2.
5.3.3 Instellen hoogstand
Door herhaaldelijk de toets in te drukken ver-
schijnt HIGH.
5.3.4 Instellen vakantiestand
Door herhaaldelijk de toets in te drukken ver-
schijnt AIR4.
5.3.5 Instellen bypass stand
Door herhaaldelijk de
toets in te drukken ver-
schijnt AIR5.
Door herhaaldelijk de toets in te drukken ver-
schijnt FILT.
5.3.7 Instellen correctie luchttoevoer
Door herhaaldelijk de toets in te drukken ver-
schijnt C-AIR.
5.3.8 Instellen correctie aanduiding ruimtetem-
peratuur
Door herhaaldelijk de toets in te drukken ver-
schijnt C-RT.
5.3.9 Instellen actuele dag/maand/jaar
Door 11 x de
toets in te drukken verschijnt DAY in
het display. Door vervolgens de of toets in te
drukken kan de juiste dag ingesteld worden. Druk
nogmaals de toets in, er verschijnt MON in het
display. Druk vervolgens de of toets in om de
juiste maand in te stellen.
Druk nogmaals de toets in, er verschijnt YEAR in
het display. Druk vervolgens de of toets in om
het juiste jaar in te stellen. Houd gedurende 3 se-
conden de toets ingedrukt. Het display gaat
terug naar de normale weergave.
Figuur 5.1