Operation Manual

Installatievoorschriften voorbehouden voor installateurs
41
Typetoestel Nominale
belasting
(kW)
Kenmerk
Voor-
inspuiter
indicatie
op de
inspuiter
Kenmerk
Waakflam
inspuiter
indicatie
op de
inspuiter
Kenmerk
Brander-
inspuiter
indicatie
op de
inspuiter
Gasdebiet
(l/min)
Branderdruk
(mbar)
Gassoort: Aardgas H (G20)**; fabrieks ingesteld voor Ws (Wo)** =15,0 kWh/m
3
,
Hi (Hu)** = 9,5 kWh/m
3
AQGAS C130L
AQGAS C130N
8.4 280
32
280
14.7 7.4
AQGAS C160L
AQGAS C160N
9.2
222
16.1 9.3
AQGAS C190L
AQGAS C190N
10 305 17.5 8.4
Gassoort: Aardga L**; Ws (Wo)** =12,4 kWh/m
3
, Hi (Hu)** = 8,5 kWh/m
3
AQGAS C130L
AQGAS C130L
8.4 280
32
280
16.5 9.3
AQGAS C160L
AQGAS C160N
9.2
222
18 11.6
AQGAS C190L
AQGAS C190N
10 305 19.6 10.5
Gassoort: Vloeibaar gas B/P (PB)**; G 30/31 – 28-30/37mbar
AQGAS C130L
AQGAS C130L
8.4 230
23
155
4.4 / 5.8 21 / 26.9
AQGAS C160L
AQGAS C160N
9.2
220
4.8 / 6.3 24.7 / 31.4
AQGAS C190L
AQGAS C190N
10 170 5.2 / 6.8 23.7 / 30.4
** oude aanduidingen tussen haakjes
2.4 Controle van de goede werking
Neem de AQGAS-gasboiler.
De volledige gasinstallatie op dichtheid
controleren.
De waakvlam controleren.
Controleer het vlammenbeeld van de
brander. (tap eventueel water zodat de
gasboiler start).
Controleer de correcte afvoer van
de rookgassen. (met behulp van een
deprimometer de onderdruk meten
of met behulp van een spiegeltje aan
de uitgang van de trekonderbreker te
houden).
De volledige hydraulische installatie op
dichtheid controleren.
Controleer alle beveiligingen op hun
correcte werking.
Maak de klant vertrouwd met de