Operation Manual
0020094898_02-05/10-Bulex
- 15 -
b
Gebruik uitsluitend toebehoren voor de
rookgasafvoer die speciek voor dit toestel zijn
ontworpen.
Verschillendeconguratiesvanrookgasaansluitingenzijn
mogelijk.
• Aarzelnietuwdetailhandelaarextrainformatietevragenover
deanderemogelijkhedenendebijbehorendetoebehoren.
0,5
≥2,5
2,5
≥ 0,5
≥ 2,2
≥0,5
≥ 1
1
≥2,5
≥1
2,5
≥ 2
0,5
0
,
5
0,3
0,5
0,5
0,5
0,5
0,3
0,6
1,2
∆H
L
∆H
L
0,6
0
,
6
0,6
0,6
H = hoogte vanaf de grond:
- 2,2mt.o.v.eenbegaanbareweg
-0,5mt.o.v.eenafgeslotenterrein
Uitgang t.o.v. verluchtingsopeningen:
-boveneenverluchtingsopening:
-0<∆H<0,5mL≥2m
-0,5<∆H<1mL≥1m
• Neemeenhellingvan5%inachttussenhetbochtstukenhet
uiteindevandeluchtpijpzodatdecondensatenterugkunnen
lopennaardeketel.
Demaximumlengtevandeluchtpijpisbepaaldvolgenszijntype
(bijvoorbeeldC13).
• Ongeachthetgekozentypeluchtpijpdienendeinde
onderstaandetabelopgegevenminimumafstandenvoorde
plaatsvandeuiteindenvandeluchtpijptewordennageleefd.
• Installeerderookgasafvoerbuismetbehulpvande
installatie-instructiediebijdeluchtpijpzit.
• Legdezeeisenuitaandegebruikervanhettoestel.
a
Aandacht! Als de rookgassen op minder dan
1,80 m van de grond uittreden, moet u een
eindbeschermkit aanbrengen.
b
Aandacht! De uitgang van de ventilator en de
luchtpijp moeten perfect hermetisch met elkaar
verbonden zijn.
-ondereenverluchtingsopening:
-L+∆H>4m
• Legdezeeisenuitaandegebruikervanhettoestel.
• ZichrefererenaandenormNBND61-002indienhetgaatom
eeninstallatieingebouwenofgebouwen
waarvooreenbouwaanvraagmoestingediendworden.
INSTALLATIE