Operation Manual
0020094898_02-05/10-Bulex
- 17 -
b
Aandacht! De verbindingen met de buis moeten
gebeuren met speciaal door de fabrikant van het
toestel ontwikkeld toebehoren.
b
Een ketel aangesloten aan een installatie van
Type C4 mag alleen verbonden worden met
schoorstenen met natuurlijke trek.
b
De condensaten die afkomstig zijn van
gemeenschappelijke leidingsystemen mogen
niet aan de ketel worden toegevoerd.
L
B
A
1
2
3
4
5
Ø60/100 10m
Telkenseenextraelleboogvan90°nodigis(of2van45°),
moetdelengteLmet1mwordenverminderd.
b
Waarschuwing ! Elke leiding die dwars door een
wand loopt en waarvan de temperatuur meer
dan 60°C boven de omgevings-temperatuur
ligt, moet ter plaatse van deze doorgang
thermisch geïsoleerd worden. De isolatie
kan gebeuren met isolatiemateriaal met de
passende dikte van minstens 10 mm en een
thermische geleidbaarheid λ ≤ 0,04 W/m.K.
De eindstukken van de toevoerleidingen van
de verbrandingslucht en de afvoer van de
verbrandingsproducten mogen niet in tegenover
elkaar gelegen wanden van een gebouw worden
aangebracht.
L2
L1
2xØ80mm 2x0.5m 2x20m
Telkenseenextraelleboogvan90°nodigis(of2van45°),
moetdelengteLmet2mwordenverminderd.
INSTALLATIE