Installation Instructions

35
Hoofdstuk RELAISTEST
In dit hoofdstuk kunnen de relais in het centrale apparaat met de druk-draaiknop
geselecteerd worden om de werking ervan te controleren.
PARAMETER
Aanduiding Instelbereik / Instelwaarden
Fabrieks-
instelling
Instelling
01 Test warmteopwekker
Verschillende relais-schakelvolgorde al
naargelang het ingestelde TST (een- of twee-
traps)
UIT
02 Test Pomp directe groep
UIT-AAN-UIT-...
UIT
03 Test Menggroeppomp 1
UIT-AAN-UIT-...
UIT
04
Test Instelorgaan
menggroep 1
STOP-OPEN-STOP-SLUIT-STOP-...
STOP
05
Test Menggroeppomp 2
UIT-AAN-UIT-...
UIT
06
Test Instelorgaan
menggroep 2
STOP-OPEN-STOP-SLUIT-STOP-...
STOP
07 Test Warmwater-laadpomp UIT-AAN-UIT-...
UIT
08 Test variabele uitgang1 UIT-AAN-UIT-...
UIT
09 Test variabele uitgang 2 UIT-AAN-UIT-...
UIT
Hoofdstuk STORINGSMELDINGEN
In dit hoofdstuk kunnen maximaal vijf storingsmeldingen worden opgeslagen, die
voortdurend geactualiseerd worden.
PARAMETER
Aanduiding Instelbereik / Instelwaarden
Fabrieks-
instelling
Instelling
01 Foutmelding 1 Laatste storingsmelding
02 Foutmelding 2 Eén na laatste storingsmelding
03 Foutmelding 3 Op twee na laatste storingsmelding
04
Foutmelding 4 Op drie na laatste storingsmelding
05
Foutmelding 5 Op vier na laatste stoormelding
Hoofdstuk VOELERAFSTEMMING
In dit hoofdstuk kunnen alle aan het toestel aangesloten voelers met ± 5K, met de
fabriekswaarde als uitgangswaarde, gecorrigeerd worden.
PARAMETER
Aanduiding Instelbereik / Instelwaarden
Fabrieks-
instelling
Instelling
01 Compensatie buitenvoeler - 5 K ... +5 K
02
Compensatie
warmteopwekker
- 5 K ... +5 K
03 Compensatie reservoirvoeler - 5 K ... +5 K