Installation Instructions

4
6. Als databusleidingen moeten
afgeschermde kabels gebruikt worden.
Aanbevolen uitvoeringen:
J-Y(St)Y2x2x0.6
7. De aarding van de kabelafscherming moet
eenzijdig aan de aardleidingaansluiting
gebeuren, b.v. aan de bekledingsplaat van
de warmteopwekker, de aardleidingklem
enz. Meervoudige aarding van een kabel is
niet toegelaten (bromlus)
Bij stervormige databusnetten mag er
geen dubbele aarding gebeuren. De
aarding moet eenzijdig worden
uitgevoerd in het sterpunt!
8. De buitenvoeler mag niet in de buurt
van zend- en ontvangstinrichtingen
gemonteerd worden (op garagemuren
in de buurt van ontvangstinrichtingen
voor garagepoortopeners, amateur-
radioantennes, alarmradioinstallaties
en in de onmiddellijke nabijheid van
grote zendinstallaties enz.).
Aanbevolen leidingdiameters en
maximaal toegelaten leidinglengtes:
Alle netspanninggeleidende leidingen
(netaansluiting, branders, pompen, servo-
motoren): 1,5 mm
2
Maximaal toegelaten lengte:
Geen begrenzing in het kader van de
huisinterne installatie.
Alle leidingen die veiligheidskleinspanning
geleiden (voelers, externe schakelaars bij
opvraging via schakelcontact, modem-
aansluitleidingen, analoge signaalleidin-
gen enz.): 0,5 mm
2
Maximaal toegelaten lengte: 50 m
Langere verbindingsleidingen moeten
vermeden worden om het gevaar van
storingen te voorkomen.
Databusleidingen: 0,6 mm
2
Aanbevolen uitvoeringen:
J-Y(St)Y2x2x0.6mm
2
Maximaal toegelaten lengte: 50 m
Langere verbindingsleidingen moeten
vermeden worden om het gevaar van
storingen te voorkomen.
afscherming
2-aderige
Databusleiding
A
fb. 5: Aarding bij stervormige databus
verdelerklem
aftakdoos
Hier niet aarden!
Warmteopwekker
Afb. 4: Eenzijdige aarding van de afscherming