0694 NOTICE D'EMPLOI ET D'INSTALLATION RAPID 150 RAPID 220 TURBOGAZ 400 04/06
3 – INSTRUCTIONS POUR L’USAGER GARANTIECERTIFICAAT EN INBEDRIJFSTELLINGSCOUPON (LAATSTE PAGINA) • Dit instructieboekje maakt een integraal en onmisbaar deel uit van het product en moet in de buurt van het toestel worden bewaard om het zo nodig snel te kunnen inkijken. • Het toestel werd gefabriceerd voor de productie van sanitair warm water. Elk ander afwijkend gebruik moet beschouwd worden als oneigenlijk en gevaarlijk. • Het toestel mag niet geïnstalleerd worden op vochtige plaatsen.
INHOUDSTAFEL ___________________________________________________________________________ pagina 1. 2. 3. ALGEMENE INLICHTINGEN EN KENMERKEN INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATIE INSTRUCTIES VOOR DE GEBRUIKER 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8 1.9 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9 2.10 2.11 2.12 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 CLASSIFICATIE......................................................................................................................................................... 34 INHOUD VAN DE VERPAKKING .
1 - ALGEMENE INLICHTINGEN EN KENMERKEN 1.2 1.1 INHOUD VAN DE VERPAKKING CLASSIFICATIE DEFINITIE Deze toestellen zijn geklasseerd als: "Gasboilers met luchtpijp en gedwongen ventilatie en hermetische verbrandingskamer onder atmosferische druk".
1 - ALGEMENE INLICHTINGEN EN KENMERKEN 1.3 GEGEVENS OVER DE WERKING EN DE OPBOUW Dit toestel maakt het mogelijk warmte uit te wisselen tussen de verbrandingsproducten en het water in het voorraadvat. Het toestel is hermetisch, d.w.z. dat voor de verbranding geen lucht gebruikt wordt uit de plaats waar het geïnstalleerd is doordat de verbrandingslucht van buiten wordt aangevoerd en de rookgassen naar buiten worden afgevoerd. De verbrandingskamer bevindt zich onder het toestel, onder het voorraadvat.
1 - ALGEMENE INLICHTINGEN EN KENMERKEN elektrode op de brander. Deze is CE gekeurd (volgens EN 298). A fig. 1.4/2 A : magnesiumanode mod. 220 - 400 1 fig. 1.4/3 : magnesiumanode mod.
1 - ALGEMENE INLICHTINGEN EN KENMERKEN TECHNISCHE GEGEVENS GASKLEP VOOR MODEL 150 - 220 - 400 max. gasvoedingsdruk 50 mbar druklimieten aan de uitgang 3 - 50 mbar voedingsspanning 220/240 V 50 Hz elektrisch vermogen 7,4 W elektrische beschermingsgraad IP 54 DIFFERENTIEELPRESSOSTAAT fig. 1.4/7 : pressostaat mod. 220/400 fig. 1.4/8 : pressostaat mod.
1 - ALGEMENE INLICHTINGEN EN KENMERKEN 1.5 BEDIENINGSPANEEL A D E F B C fig. 1.5/2 : mod.
1 - ALGEMENE INLICHTINGEN EN KARAKTERISTIEKEN 1.6 AFMETINGEN EN AANSLUITINGEN MOD. 150 520 124 520 A E 45° Ø 1/2" 260 124 102 261 Ø100 F Ø60 260 102 G B C H D 124 260 50 102 Rechterzijaanzicht Vooraanzicht Linkerzijaanzicht Bovenaanzicht fig. 1.
1 - ALGEMENE INLICHTINGEN EN KARAKTERISTIEKEN MOD. 220 - 400 197 248 45° 112 273 360 Ø100 Ø60 110 A 355 G L Ø 1/2" 115 202 112 243 F B C D H E 197 710 RECHTERZIJAANZICHT fig. 1.
1 - ALGEMENE INLICHTINGEN EN KARAKTERISTIEKEN 1.7 VOORBEELDEN VAN DE ROOKGASAFVOER voor model 150 – 220 – 400 CODE A.I.KITSO: COAXIALE ROOKGASAFVOOR DOOR DE ZIJWAND De standaardkit is 1 m laag en bevat: • coaxiale buis Ø 60/100 met eindstuk • 1 mof met dichting Ø 60 • 1 mof met dichting Ø 100 • 2 rozetten Ø 100 Koop de passende verlengstukken om de lengte te vergroten (zie hiernaast). De maximumlengte is 3 m.
1 - ALGEMENE INLICHTINGEN EN KARAKTERISTIEKEN CODE A.I.KITSV: COAXIALE AFVOER VIA HET DAK De standaardkit is 1 m lang en bevat: • 1 verticaal eindstuk Ø 60/100 - 1 m • 2 moffen met dichting Ø 100 • 2 moffen met dichting Ø 60 • 1 coaxiale elleboog Ø 60/100 - 90° Koop de passende verlengstukken om de lengte te vergroten (zie hiernaast). De maximumlengte bedraagt 2 m. Geen ellebogen aan de standaardkit toevoegen! fig. 1.7/7 : concentrische dakdoorvoer A.I.
1 - ALGEMENE INLICHTINGEN EN KARAKTERISTIEKEN 1.
1 - ALGEMENE INLICHTINGEN EN KARAKTERISTIEKEN 1.9 ELEKTRISCHE SCHEMA'S BELANGRIJK: Bij de aansluiting van de voedingskabel aan het elektrische net, moet de polariteit gerespecteerd worden tussen de FASE en de NULLEIDING. In het tegengestelde geval zal het toestel niet werken en kan het niet ontstoken worden. Voor het gebruik van het toestel met voeding op 2 fasen moet de vlamsignaalversterkerkit geïnstalleerd worden (bij de constructeur verkrijgbaar als accessoire).
1 - ALGEMENE INLICHTINGEN EN KARAKTERISTIEKEN fig. 1.9/2: elektrisch schema model 150 - 220 - 400 fig. 1.
2 - INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATIE 2.
2 - INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATIE 2.2 AANBEVELINGEN VOOR DE INSTALLATIE • De installatie moet gebeuren door een bevoegde vakman volgens de vigerende normen: dit wil zeggen dat hij kan instaan voor een correcte inbedrijfstelling van het toestel en alle controles kan uitvoeren vóór de ontsteking. • Kies het toestel in functie van de eisen van het warm water voor de installatie : raadpleeg de gegevens “productie warm water”. • Volg voor de installatie aandachtig de regels die gegeven zijn in paragraaf 2.1.
2 - INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATIE Bij het plaatsen van de boiler mag de maximum toegestane lengte voor elk type microluchtpijp niet worden overschreden.
2 - INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATIE Draai voorzichtig de bevestigingsschroeven vast en vergewis u ervan dat de dichting altijd goed is aangebracht tussen de afzuigbuis en de bovenste mantel. 2.4 PLAATSING VAN DE ROOKGASAFZUIGBUIS In het bovenste deel van de mantel zijn er 4 gaten voorzien voor het bevestigen van de afzuigbuis. Zo kunnen we 4 verschillende posities krijgen, onder een hoek van 90° ten opzichte van elkaar.
2 - INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATIE (modellen 220/400) B (warmwateraansluiting) - Aansluiten aan de waterleiding (sanitair circuit) via een stopkraan C (recyclage) Breng de volgende elementen in de opgegeven volgorde aan: 10. een T-stuk waaraan u het expansievat aansluit waarvan de capaciteit niet lager mag zijn dan 5% van het watervolume in het reservoir (verplicht). 11.
2 - INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATIE BELANGRIJK: Bij de aansluiting van de voedingskabel aan het elektrische net, moet u de polariteit tussen de fase en de nulleiding van het elektrische net respecteren, anders werkt het toestel niet. Ingeval er geen aarding is moet u een scheidingstransfo gebruiken. DE CONSTRUCTEUR IS NIET AANSPRAKELIJK VOOR ALLE SCHADE VEROORZAAKT DOOR HET NIET AANSLUITEN VAN HET TOESTEL AAN EEN PASSENDE AARDING. B C 6 7 A A F 2 3 4 1 2.
2 - INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATIE modellen 220-400 2.10 HET OPSPOREN VAN STORINGEN Het elektronische controlecircuit gaat over in de geblokkeerde toestand zonder het commando te geven om de brander te ontsteken. • Het vlamcontrolecircuit is defect en belet het activeren van de ontstekingscyclus. • De ionisatie-elektrode maakt contact met de massa of er zijn lekverliezen.
2 - INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATIE • De differentieelpressostaat van het rookgassencircuit geeft geen toestemming tot ontsteking van de brander aangezien de leidingen van de microluchtpijp of de drukaansluitingen verstopt zijn. • De differentieelpressostaat geeft geen toestemming tot ontsteking aangezien de ventilator niet werkt of geen voldoende druk uitoefent. • De differentieelpressostaat geeft geen toestemming tot ontsteking aangezien hij defect is of doordat hij elektrisch verkeerd is aangesloten.
2 - INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATIE 2.11 Wisselstukken MOD. 150 POS 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 REF. stukken Mod. 150 A.CAN150 elektrisch kastje mod. 150............ ....... 1 A.COPFLA15 deksel inspectieluik ...................... ....... 1 A.CANMOD onderste elektrisch kastje............. ....... 1 A.CPCAN deksel van kastje ......................... ....... 1 A.VIRPIS150 cirkelvormige mantel voor ondersteunen van isolatiemateriaal.............................1 A.
2 - INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATIE KUIP (MOD. 150) POS REF. 1 2 A.CFL087 3 4 A.GUFL9 5 6 7 8 9 10 11 BESCHRIJVING .............Stukken kuip............................................. 1 flenssteun Ø 87 .......................... 1 koppelstuk .................................. 1 dichting kijkglas (OR Ø 91.44x102.12) ................. 1 A.ANOD1 bovenste anode.......................... 1 A.ANOD3 onderste anode ......................... 1 vijs T.E. UNI5739 messing 6x12 6 A.B.GURES dichting Ø42x55 ..........
2 - INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATIE BRANDER (MOD. 150) POS REF. BESCHRIJVING............. Stukken 1 A.0-0077 achterste brandersteun .............. 1 2 A.0-0079 hoekijzer ..................................... 1 3 A.COLBR11 branderarm................................. 1 4 Ring in koper ........................... 11 Ø 6,1 x 10 x 1 5 A.GHIND moer in messing 1/2" ................. 1 6 A.UGEL15 inspuiter S227 Ø1,20................ 11 (aardgas x mod. 150) 6 A.INIETG15 inspuiter S227 Ø 0,70 (BP voor mod. 150) ....
2 - INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATIE 2.12 Wisselstukken MOD. 220 EN 400 POS REF. 1 A.0-0020 2 A.CANMOD 3 A.COPFLA 4 A.VIRPIS 5 6 6 7 A.CPCAN A.CAN220 A.CAN400 A.RALFUM2 7 A.RALFUM3 8 9 10 11 12 13 14 A.PASCAV A.020-0041/3 A.020-0046_22 A.HONE A.CIRF A.VETROB A.GHIEROB 15 16 17 18 19 20 21 23 24 25 26 27 A.GUOBI A.070-0017 A.ISCAMI A.GUTGAS A.110-0008 A.TAP14 A.130-0028 A.PRESC A.BOCCOL A.CAVAR A.PANC30 A.BOIL.20 27 A.BOIL.4 28 29 30 31 32 33 34 A.CALCOM A.900-0590 A.VSIT A.CARI A.900-1003 A.
2 - INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATIE GEHEEL VAN UITDRIJVER ROOKGASSEN (MOD. 220 – 400) POS REF. BESCHRIJVING ...................... Wisselstukken 1 A.CALIND kap inox ........................................................... 1 2 A.0-0016 steun pressostaat ............................................ 1 3 A.CALFUM kap Ø 250 ....................................................... 1 4 A.CHVENT turbinehouder van de ventilator + rookgasafvoerbuis ....................................... 1 5 A.
3 – INSTRUCTIES VOOR DE GEBRUIKER 3.1 AANBEVELINGEN VOOR DE GEBRUIKER 1 • Houd dit boekje altijd bij om het zo nodig te kunnen raadplegen. Het moet in de buurt van het toestel bewaard blijven. • Voor een goede werking en om garantie te kunnen genieten, moet het toestel in dienst worden gesteld door een erkende "naverkoopdienst". • Alle bewerkingen die beschreven zijn in het deel over de installatie moeten worden uitgevoerd door gekwalificeerd en bevoegd personeel, conform de geldende normen.
3 – INSTRUCTIES VOOR DE GEBRUIKER van de opwarming en stopt pas als de vooraf ingestelde temperatuur op de regelthermostaat bereikt is. 3.3 DOVEN Om de boiler kortstondig uit te schakelen: • Draai de knop van de regelthermostaat op de minimumwaarde en de hoofdschakelaar in de stand “0”. Om de boiler voor een langere periode te doven: • Draai de knop van de regelthermostaat op de minimumwaarde. • Zet de hoofdschakelaar op de stand “0”. • Onderbreek de elektrische voeding. • Draai de gaskraan dicht.
3.
Het jaarlijks onderhoud moet gebeuren door een vakman; gelieve U te wenden tot uw installateur of tot onze na-verkoopdienst Bulex service. 2018 DEURNE Middelmolenlaan 19-23 Tel 03 / 237.56.39 Fax 03 / 237.22.72 3500 HASSELT Maastrichtersteenweg 139a Tel 011 / 22.33.55 Fax 011 / 23.11.20 BRUXELLES 1070 BRUSSEL Ch.de Mons 1425 Bergensestwg Tel 02 / 555.13.33 Fax 02 / 555.13.34 4030 GRIVEGNEE Rue de Herve 128 Tel 04 / 365.80.00 Fax 04 / 365.56.08 9000 GENT L.Van Houttestraat 55B Tel 09 / 231.12.