Operation Manual

14
Toebehoren
Buitenvoeler AF
Montageplaats
De buitenvoeler moet op ongeveer een
derde van de hoogte van het gebouw
(minimumafstand tot de grond 2 m) aan de
koudste kant van het gebouw (noord resp.
noord-oost) worden aangebracht.
Uitzondering: Als de geprefereerde
verblijfruimte in een andere
richting ligt, dan moet de
buitenvoeler aan de
desbetreffende zijde van het
gebouw worden gemonteerd.
Bij de montage moet rekening worden
gehouden met externe warmtebronnen,
die de meetwaarde aanzienlijk kunnen
vervalsen (verwarmde schoorstenen,
warme lucht uit luchtkokers, montage op
zwarte oppervlakken, koudebruggen in het
metselwerk enz.). De kabeluitvoer moet
altijd naar beneden gericht zijn om te
vermijden dat er vocht binnendringt.
Montage en elektrische aansluiting
1– Voelerkabel installeren tot aan de
plaats van montage.
2– Dekselschroeven van de voeler-
behuizing losdraaien en het deksel
verwijderen.
3– Onderste deel van de voeler monteren
met de meegeleverde centrale beves-
tigingsschroef. Afdichting gebruiken!
Kabelinvoer moet naar beneden
gericht zijn.
4– Voelerkabel zo invoeren dat de
kabelmantel is omsloten door de
afdichting.
5– Elektrische aansluiting maken.
Daarvoor moet bij voorkeur een 2-
aderige kabel met een minimum-
diameter van 1mm
2
worden gebruikt.
De aansluiting gebeurt aan de beide
schroefklemmen in de voelerbehuizing
en is verwisselbaar.
6– Deksel aanbrengen en stevig
vastschroeven op het onderste deel. Let
op een juiste zitting van de dichtingsring.
Dompelvoeler KVT
Uitvoeringen:
KVT 20/2/6 Kabellengte 2 m
Toepassing: Warmteopwekkervoeler,
warmwatervoeler (bij
geïntegreerde WW-reser-
voirs), terugloopvoeler enz.
KVT 20/5/6 Kabellengte 5 m
Toepassing: Warmwatervoeler (voor se-
cundaire waterverwarmers,
bufferreservoirs), collector-
terugloopvoeler enz.
Montageplaats:
In de voorziene dompelhuls van de
betreffende toepassing.
Montage in de warmteopwekker/ketel
Aandrukveer naar de voelerpunt toe om-
buigen en voeler samen met de voelers
van de keteltemperatuurregelaar (KTR),
de veiligheidstemperatuurbegrenzer
(HRGAB) en de keteltemperatuurindicatie
in de dompelhuls schuiven. Evt.
aandrukplaat gebruiken.
Montage in WW- resp. bufferreservoirs
Aandrukveer ombuigen tot aan de
voelerpunt en de voeler volgens de
instructie van de fabrikant inbrengen in de
droge dompelhuls van het betreffende
reservoir.
Elektrische aansluiting
Voeler aansluiten aan de bijhorende aan-
sluitklemmen van de betreffende regel-
eenheid (zie bijhorend aansluitdiagram).
De tweedraads aansluiting is verwissel-
baar.
Buitenvoeler AF 200