Operation Manual

18
Automatische set-functie
Met deze functie kunnen regelgroepen uit
bedrijf genomen worden die niet resp. pas
later nodig zijn.
De regelgroepen worden automatisch
geregistreerd als hun bijhorende voelers
aangesloten zijn en toegelaten meet-
waarden leveren. Regelgroepen zonder
voelerbedrading worden automatisch zonder
foutmelding uit bedrijf genomen.
De AUTO-SET-functie wordt actief na elk
inschakelen van het net.
Automatische activering
Voorzover de AUTO-SET-functie door de
Parameter 14 in het niveau SYSTEEM
ingeschakeld en de datum van de eerste
ingebruikname nog niet opgeslagen werd,
worden aangesloten resp. geïsoleerde
voelers bij elk inschakelen van de
regeleenheid automatisch geregistreerd. In
deze tijd worden foutmeldingen door voelers
(kortsluitingonderbreking) onderdrukt.
Als de datum van de eerste ingebruikname
werd opgeslagen, dan kan een gewijzigde
voelerconfiguratie alleen worden bevestigd
via de manuele activering.
Manuele activering
AUTO-SET-functie kan op elk moment
manueel geactiveerd worden door bij het
inschakelen van de regeleenheid tijdens de
versieweergave de draaiknop zo lang in te
drukken tot de Auto-Set-functie in het display
bevestigd wordt.
De AUTO-SET-functie bevat de volgende
voeleringangen:
– buitenvoeler
– toevoervoeler 1
– toevoervoeler 2
– boilersensor
– ketelvoeler
Verder wordt de AUTO-SET-functie alleen
uitgevoerd als de aan de voelers toegewezen
groepen in de hierna opgesomde
hoofdstukken dienovereenkomstig
geparametreerd werden:
Voor de warmwatervoeler:
Hoofdstuk HYDRAULISCH
Parameter 2 - functie WW-laadpomp
instelwaarde UIT of 1 (wwv-laadpomp)
Voor de toevoervoeler 1:
Hoofdstuk HYDRAULISCH
Parameter 3 - functie menggroep 1
instelwaarde UIT of 3 (menggroep)
Voor de toevoervoeler 2:
Hoofdstuk HYDRAULISCH
Parameter 4 - functie menggroep 2
instelwaarde UIT of 3 (menggroep)
Voor de ketelvoeler:
Niveau TOESTEL
Parameter 1 - uitvoering warmteopwekker
instelwaarde UIT of 1 (eentraps bedrijf)
Opdat een uitgevoerde parametrering door
de AUTO-SET-functie niet weer versteld
wordt, worden de huidige instelwaarden eerst
gecontroleerd. Een wijziging gebeurt alleen
als er sprake is van een van de boven
genoemde instellingen. Daarmee kan de
AUTO-SET-functie bijvoorbeeld nooit een
terugloopverhoging aan de MG2 afmelden of
omvormen tot een menggroep.
N 233B
15
V2.3
AUTO SET
Standaard weergave